Het was op een doordeweekse dag dat Pieter weer eens niet wist waar hij het allemaal vandaan moest halen. Wilde hij op tijd komen dan zou hij toch haast moeten maken met alles. Waar stonden toch zijn favoriete schoenen en waar hing het hemd dat zijn vrouw speciaal voor deze speciale gelegenheid gestreken had? Het roze hemd met blauwe streepjes en gesteven kraag. Of was het andersom? Het blauwe hemd met roze streepjes?

Kijk van dit soort vervelende gedachten raakte Pieter nu duidelijk danig in de war. Alsof ie niet iets beters te doen had, namen zijn gedachten altijd een loopje met hem. Pieter herpakte zich, stak een hart onder zijn
riem en nam zichzelf bij de hand. Dit had ie allemaal geleerd van zijn nieuwe therapeut Sjaak, een praktisch ingestelde dit keer, want al het theoretische gezever van zijn voorganger dat was ie onderhand beu geworden. Van voorganger Sjors had ie allemaal schema’s moeten bijhouden en iedere dag een stukje schrijven over hoe hij, en zijn vel, in elkaar staken. Allemaal gezwets in het luchtledige.

Nee, geef dan maar liever Sjaak. Die wist precies hoe om te gaan met zijn Attention Deficit Disorder. Korte taken, niet meer dan drie, want die kon hij tenminste handelen. In de ochtend een wandeling, in de middag een huishoudelijke klus en in de avond een uurtje achter de PC, om een leuk verhaal te schrijven. Iets dat spontaan in hem opkwam, nee, geen moeilijk gedoe en al helemaal niet biografisch of terugkijkend op de dag en al helemaal op het afgelopen uur. Dit laatste omdat het belangrijk was voor hem om te ontspannen, ook in zijn zelfopgelegde taken. Schrijven was en bleef zijn passie en die kwam niet voort of werd niet aangejaagd door zijn disorder, in tegendeel, het was zijn drijfveer, zijn zichzelf opgelegde rede van bestaan, zijn bestaansrecht, veel en veel belangrijker nog dan zijn geboorterecht, want wie dat ooit ingegeven had die …

Even overwoog Pieter om Sjaak te bellen. Dit was echt zo’n gevalletje praktijkgeval. Het zoeken naar schoenen, wat overgaat in gedachten naar een hemd, wat hem dan weer brengt naar de voorgaande dag, waarop zijn vrouw terwijl ze aan het strijken was, hem vroeg naar welk land hij dit jaar zin had om op vakantie te gaan, en daar vervolgens over was gaan nadenken, om tot de slotsom te komen dat hij dat nu onmogelijk kon verzinnen, bedenken omdat ie al zijn hersencellen en aandacht nodig had om terug te halen waarnaar hij nu precies op zoek was, uit frustratie ten einde raad de deur was uitgelopen, om hopelijk door wat frisse lucht in te ademen, zijn gedachten te kunnen ordenen, iets dat ie de afgelopen tien
minuten al bijna zes keer tevergeefs had geprobeerd, en nu toch maar door te lopen naar het bos weg van de belevingswereld waarin ie soms, nee vaak de laatste tijd, liever niet verkeerde, naar de plek midden in het bos, die rust gaf, tenminste de afgelopen drie weken, door eenvoudigweg aan helemaal niets, maar dan ook niets te denken, behalve dan aan het zijn in het hier en nu, zittend op het natte gras met slechts een zonnestraal op zijn hoofd gericht, die scheen daar waar in het midden van het bos geen boom stond, en dat alleen bij zonnige dagen, zo’n dag als vandaag.

En dan, dan voelde Pieter zich gelukkig. Heel even. En ontspannen. Hoorde niet langer zijn vrouw die op het allerlaatste moment de deur uitrennen, achter hem aan, in het besef dat hij wellicht kon verdwalen, zichzelf uitputten in een vergeefse zoektocht naar zichzelf, zwaaiend met in haar linkerhand, want dat had ie vanuit zijn ooghoeken wel gezien, zijn pillendoos, schreeuwend, want ze wist dat hij slecht hoorde als ie in gedachten verzonken was: “Jan, je pillen!”

Maar het geluk was altijd van korte duur. Nam nooit de tijd. Want na het harde doorlopen in gedachten met almaar groeiend schuldgevoel en angstbesef, streek hij altijd midden in het bos en barstte onmiddellijk in huilen uit, zich afvragend, waarom ik, waarom nu, en waar verder weer naartoe? Waar ben ik gebleven, erger nog waarin? Hoe kom ik uit mijn warrig hoofd en waarom neem ik geen tijd om te ordenen, selecteren en genieten? Waarom komt alles, overal en altijd binnen? Een hemd, blauw en roze, gestreept en bruine lederen lage puntschoenen, dat is het laatste dat Jan zich wenste. Een mooie droom in vervulling, want een wensdroom was het. Wat hij alleen niet wist, hij had het aan. Een hemd, roze blauw, gesteven en leren bruine schoenen. Hier en nu. De pilletjes alweer vergeten.


Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

5 reacties

Mien · 13 september 2016 op 11:07

Mmm … een lastige dit. Beetje slordig geschreven hier en daar. Een Nummer 22 wellicht, nu met wat langere zinnen? Mogelijk. Afgestreept. ADD bijzonder belicht.

StreekSteek · 13 september 2016 op 11:09

Mooi coherent verhaal met begin en eind.

Ferrara · 13 september 2016 op 13:02

Ik vind de lange zinnen wat lastig lezen, maar mogelijk is het opzet om het warrige brein van Pieter of is het Jan? tot zijn recht te laten komen. Wel sneu dat al die therapieën niet echt helpen.
Neem volgende keer de tijd om je stuk nog eens na te lezen dan had je vast gezien dat Pieter aan het eind Jan is geworden. Of heeft dat ook te maken met ADD?

Esther Suzanna · 13 september 2016 op 14:48

Pieter-Jan waarschijnlijk. Of Jan Pieter. Net zoiets als Esther Suzanna, of andersom en dergelijke maar Es mag ook, of Pan wellicht? Heerlijk herkenbaar maar dan zonder pillen. Wat maakt het uit? Dat huilen dient ook nergens voor. Je kunt beter lachen om je eigen gekkigheid 🙂

Mien · 30 september 2016 op 23:57

Dit was mijn inzending voor de maandelijkse schrijfwedstrijd september 2016.

Thema september: Naar eigen invulling.

Bedankt voor jullie reacties.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder