Het gehuil komt nu van alle kanten. Ik zie niets maar hoor van alles. Ik hoor het hijgen van roofdieren, opgewonden door de jacht. Ik hoor het fladderen van de vleermuizen, vlak boven mijn hoofd. Links begint het gehuil weer en wordt meteen aan alle kanten overgenomen. Het huilen wordt hysterisch. Als duivels gelach. Ik heb moeite om normaal adem te halen. Ik lig nog steeds op de stoep en kruip in elkaar. De angst maakt dat ik begin te snikken. Ik doe mijn ogen stijf dicht en bereid me voor op de pijn, die ongetwijfeld zal volgen op de aanval. De vleermuizen boven mij beginnen te gillen. Een extreem hoog gegil, dat mijn trommelvliezen geselt. Ik weet dat het nu gaat gebeuren. Ik doe mijn ogen nog stijver dicht en schik me in het onvermijdelijke.

Ik voel een warme adem bij mijn gezicht. Ik wil niet ademen. Ik wil die smerige adem van dat ding dat aan mij ruikt niet inademen. Ik durf mijn ogen niet te openen. Bang voor wat ik zal zien. Het gehuil gaat intussen door. De vleermuizen voegen zich bij dit helse koor met hun gegil. Het lijkt wel uren te duren. Of misschien slechts enkele minuten. Ik weet het niet. Dan ineens stopt het. Van het een op het andere moment. Ik blijf daar liggen. In elkaar gekropen met mijn ogen stijf dicht. Het blijft doodstil. Nog geen vogel maakt geluid. Ik hoor geen wind. Ik hoor eigenlijk alleen absolute stilte.

Heel voorzichtig open ik mijn ogen. Er is niets. Niemand. Ik sta wankel op. Verward. Nog steeds bang. Ik kijk om me heen en zie aan het einde van de straat een grote groep mensen staan in het volle maanlicht. Die zullen wel op het helse lawaai zijn afgekomen. Ik moet naar die mensen toe. Naar de veiligheid van een grote groep. Ik ben nog steeds bang dat ‘de huilers’ terugkomen en ren zo snel ik kan naar de mensen toe. Als ik tot op een meter of vijftig van de groep ben gekomen stop ik abrupt met rennen. Ik zie dat er iets niet helemaal klopt. De mensen staan allemaal met hun rug naar mij toe en het lijkt net alsof ze ladderzat zijn. Maar dan ook echt compleet bezopen. Ze staan te zwalken op hun benen en hun armen zwaaien alle kanten op.

Wordt vervolgd…..

Jan van Oranje
www.janvanoranje.nl


Jan van Oranje

Onder het kopje 'In naam van Oranje...' publiceert columnist Jan van Oranje al enige tijd zijn goed gelezen columns. De columns zijn te lezen in Viva! Magazine maar ook op: www.janvanoranje.nl, facebook.com/jan.v.oranje, janvanoranje.blogspot.com en op twitter.com/janvoranje. Oh ja, Jan heeft extreem dyslectische vingers, dus vergeef hem zijn kleine schrijffoutjes.

4 reacties

NicoleS · 3 mei 2016 op 09:19

Mooi! Ben benieuwd naar het vervolg.

Yfs · 3 mei 2016 op 12:55

Och, een cluppie Zombie’s! Die ontbraken er nog aan!
Je begint een beetje in herhaling te vallen als het over ‘huilen’ of ‘gehuil’ gaat, waardoor ik inmiddels van het puntje van mijn stoel ben verschoven naar het midden van mijn stoel.
Kortom, er mag nu toch wel iets gaan gebeuren ( merkte zij ongeduldig op). Dus laat die wekker maar snel afgaan en een einde maken aan deze nachtmerrie?

Mien · 4 mei 2016 op 00:21

Ben het wel eens met Yfs. Beschouw deze als een tussendoortje. Veel van hetzelfde. Niet meer melken die vleermuizen.

Jan van Oranje · 4 mei 2016 op 17:40

Rustig aan. Nog 24 delen en dan weten jullie hoe het afloopt

Geef een reactie

Avatar plaatshouder