Empathie

Zo nu en dan kom je ze tegen, deze mensen. Ik weet eigenlijk niet of er een naam of een hokje voor is, en ondanks mijn aangeboren neiging tot het overdadig gebruik van mooie, desnoods zelfverzonnen woordjes, kan ik het nu eigenlijk niet over mijn hart verkrijgen er een quasi-grappig labeltje op te plakken. Want het is juist dat zelfde hart dat heimelijk ineenkrimpt als ik ze zie, en ik zou me schamen als ik dat gevoel zou maskeren door de joker uit te hangen. Daarom zwijg ik doorgaans, en kijk ik alleen toe. En zelfs daarvoor schaam ik me, omdat het getuigt van lafheid, of van onmacht.

Presque vu

De open plek aan het einde van het pad, in een loofbos. Laten we zeggen dat het juli is, augustus misschien. Het licht is er warm en tastbaar, tweedimensionale banen waarover je naar de zon zou kunnen lopen als je de juiste spreuken en rituelen maar kende. Pluisjes zweven loom rond op de thermiek die veroorzaakt wordt door de draaiing van de aarde en de vleugels van Broeder Vlieg.

Ik vind je lief

[i]‘Ik vind je lief’[/i]. Een zinnetje dat als een stukje afgebladderde hersenschors door mijn schedel dwarrelt, op het briesje van mijn gedachtenstroom. Vroeg zonlicht, met die speciale kwaliteit van zes uur ’s ochtends in de zomer, weerkaatst op de glazen van mijn bril terwijl ik door de nog stille stad loop. Vreemdvrijen, ik had het nooit gedacht maar het is toch gebeurd. [i]Life imitates art[/i].

Levenslijnen

In een cirkel zitten ze in de zon, intiem en ontspannen, met de ruggen naar de buitenwereld. Een klein binnenplaatsje in een bijbehorend stadje, omgeven door kornoelje en een paar wilgjes-in-wording. De zee is in de buurt, maar dat zie je hier tussen de huisjes alleen aan de lucht.

Hoofdzaken

Op een dag die de apocalyptisch had kunnen beginnen (ware het niet dat ik me gewoon versliep) zat ik naar buiten te staren. Twee ellebogen op tafel, eén hand gepositioneerd onder de kin, en de andere gedrapeerd om de biceps van de steunende arm. Soms is het fijn, dat meditatieve steunen, maar deze keer had ik last van een zenuwtrekje in de middelvinger van de hand waarop mijn hoofd rustte.