Op 5 april 2015 speelde Ajax de uitwedstrijd bij FC Utrecht. Een altijd beladen en heftig bevochten duel. Een duel, dat vaak tot zeer assertief gedrag van supporters/wedstrijdbezoekers van beide zijden leidt. Dit keer ging het – niet voor het eerst – mis.

Een groep uit de harde kern van Utrecht zong luidkeels een antisemitische tekst. De tekst was gericht tegen het Ajax uitvak, of diende ter vermaak en opruiing in het eigen vak. De fanatieke supporters van FC Utrecht – en de relschoppers – zitten en staan in Stadion Galgenwaard op een tribune achter een van de doelen, de Bunnikside. Het scanderen was onvoldoende luid om buiten de Bunnikside gehoord te worden, maar werd wel op de mobiele telefooncamera vastgelegd.

Het antisemitische liedje verscheen op internet, gefilmd vanaf de Bunnikside, door iemand die het misschien afkeurde, of er misschien juist trots op was. Lang niet de hele Bunnikside zong mee, anders was het luid en duidelijk voor iedereen, zelfs het Ajaxpubliek in het uitvak, te horen geweest. Dit wordt wel aangehaald als bewijs van onschuld. Maar misschien was de tekst inderdaad te onbekend, of te moeilijk, om mee te zingen. Misschien was het inderdaad een tekst die andere Bunniksiders tegen de borst stuitte, maar op het filmpje zijn helaas geen afkeurende geluiden te horen, noch gebaren te zien. De kleine groep scandeerders werd in grote lijnen gedoogd. Dat ze na afloop niet ontmaskerd of verraden zijn, is veelzeggend in dit opzicht. De Bunnikside schijnt bevolkt te worden door een gemelleerd gezelschap uit vele lagen van de bevolking. Hun gemeenschappelijke eigenschappen: zin in sfeer en saamhorigheid. Die saamhorigheid maakt het gedrag van kleine groepen delinquenten tot een groot probleem. Bunniksiders verlinken elkaar niet. Mede hierdoor zijn de daders niet aangehouden.

Het was een moeilijke en politieke keuze geweest als het Openbaar Ministerie dan maar een heel vak of zelfs de hele tribune had vervolgd, in de vorm van een groepsdelict. Het was dan aan de rechter geweest om te oordelen of een grote groep mag lijden onder de daden van een kleine. Die rechter had daarbij dan kunnen wegen, of het zwijgen, sluiten der rangen en anderszins ondersteunen, of toch minstens niet afkeuren door de grotere groep mensen, hen medeplichtig maakt, zo niet medeschuldig. Helaas is de rechter deze keus niet gegeven.

De KNVB heeft het incident, redelijk goed gedocumenteerd door de videobeelden met geluid, aan de tuchtcommissie voorgelegd. Die kwam op 10 juli met de uitspraak dat de Bunnikside bij het eerstvolgende duel FC Utrecht-Ajax leeg zou moeten blijven. Een milde straf, omdat het een relatief kleine groep bezoekers lijkt te hebben betroffen. Een wedstrijd zonder publiek had ook geen overdreven of ongewone straf geweest. Echter, de reacties hierop vanuit het Utrechtkamp waren ondermaats.

In plaats van acceptatie van de maatregel, koos het FC Utrecht bestuur voor ontevredenheid en verdediging van de hele Bunnikside, dus inclusief de daders. Naast een plichtmatige verklaring van afkeur van het racisme nam Utrecht een onorthodox standpunt in, dat gevolgen zou hebben. De arme meerderheid van lieve, goedbedoelende, zachtaardige bezoekers van de Bunnikside zou nu slachtoffer worden van een paar onbekenden die een de KNVB onwelgevallig liedje hadden gezongen. Niks over het toestaan van wangedrag door de omringende meerderheid, veel te weinig over de abjecte inhoud van de wandaad, en geen excuses namens de club aan Ajaxsupporters en vooral joden die door de tekst geraakt werden. In plaats daarvan kondigde de club een soort generaal pardon af voor de hele Bunnikside, daders incluis.

De clubleiding voerde aan, dat het onrechtvaardig en onrechtmatig zou zijn om de straf van de KNVB uit te voeren, omdat onschuldigen gestraft zouden worden. De bezoekers van de Bunnikside mochten ondanks de uitspraak niet geweigerd worden en dus biedt de club een plek elders in het stadion aan. De KNVB kan eigenlijk hiermee alleen maar ongelukkig zijn, want de uitgesproken straf verwordt zo tot een lachertje. Maar het mag wel.

Door deze actie zit het grootste deel van de harde kern van de Bunnikside straks gewoon in het stadion. Heb geen illusies dat ze dan ’tenminste nog’ verspreid over het hele stadion zitten, want ze zullen samenklonteren als bijen in een raat. De veiligheid neemt hierdoor af, want precies waar deze ‘pockets of violence’ (om er wat Amerikaans oorlogsjargon bij te halen) zullen ontstaan is niet bekend. De gevolgen zijn groot.

De clubleiding is niet de hoofdverantwoordelijke voor de veiligheid, zelfs niet in het stadion. Dat is de burgemeester. En naar aanleiding van de toegenomen onveiligheid en onvoorspelbaarheid heeft die moeten constateren dat het onverstandig is om de supporters en bezoekers van Ajax in het uitvak plaats te laten nemen. Hun gezworen vijanden zitten namelijk dichterbij hen – en onduidelijk is waar precies. De burgemeester heeft door het besluit van de FC Utrecht directie dus de supporters van Ajax de deur geweigerd. Die zijn daarover woedend, want nu zijn de uitfans het slachtoffer van de misdragingen van het thuispubliek in de vorige wedstrijd.

Laat duidelijk zijn, dat de burgemeester van Utrecht een voor de veiligheid juiste beslissing genomen heeft. Jan van Zanen is door de club voor het blok gezet en dat is best onbehoorlijk. Misschien kan het ook een een-tweetje van clubdirectie en gemeente zijn geweest, maar dat lijkt toch minder waarschijnlijk. Beiden zouden zeer aan geloofwaardigheid inboeten, als uit zou komen, dat zij samen tegen de Ajaxsupporters hebben samengespannen.

De Ajacieden zijn gaan protesteren. De burgemeester draaide zijn besluit niet terug, de KNVB kon niks voor hen betekenen, en natuurlijk kregen ze bij FC Utrecht ook nul op het rekest. Daarom besloten de Ajacieden dan maar in Utrecht een demonstratie te gaan houden. Hiermee willen zij zich toch bij de wedstrijd in Utrecht laten horen. Om escalatie tegen te gaan, zal de politie de demonstratie proberen te voorkomen, alsook om Utrechthooligans weg te houden die liever de snelweg en de stations opzoeken om Ajaxdemonstranten uit te dagen, dan hun club te steunen. Met de tegenwerking zijn de Ajacieden niet blij, zij willen in Utrecht hun stem laten horen.

Onder de FC Utrecht supporters leeft ook ontevredenheid. De bezoekers van de andere tribunes zijn boos en bezorgd, of zelfs angstig. Zij krijgen straks de Bunnikside rondom zich, of treffen die mensen aan op hun plek. Dit is toch ‘het soort mensen’ waar ze niet naast wilden zitten. En die ze uit de buurt van hun kinderen wilden houden. Alleen de hoofdtribune blijft van Bunniksiders gevrijwaard. Prettig voor het gezinsvak op die tribune, maar de belangrijkste reden is natuurlijk, dat het bestuur en de business seat houders niet met de Bunikksiders op een tribune willen zitten. Datzelfde bestuur heeft immers de Bunniksiders (in hun ogen) van hun tribune verbannen.

Het argument zou kunnen zijn, dat het bestuur van een betaald voetbalclub vaker gegijzeld wordt door de harde kern. Maar de clubleiding heeft zo gewillig gereageerd, dat het eerder lijkt – als dit hun achterliggende redenering was – of ze die druk voor wilden zijn. Dat is angst voor angst, een uitermate slechte raadgever.

Wat betekent dit escalerende incident voor het Nederlandse voetbal? Het zal een precedent kunnen vormen voor clubs om wel de letter van een KNVB uitspraak te volgen, maar niet de geest. Of voor gemeente en club om onder een hoedje te spelen bij onwelgevallige bezoekers van de tegenstander. Of voor harde kernen in heel het land om te zien hoe hun eigen misdragingen nog ver na de wedstrijddag ingezet kunnen worden om de tegenstander te blijven sarren.

Het kan echter ook dienen, om intenties van straffen beter tot uitdrukking te laten komen in de werkelijkheid. Clubs en KNVB kunnen samenwerken als het om dit soort incidenten en bestraffingen gaat. Het betreft hier een racistisch incident, geen vechtpartijtje of vuurwerk, en daarmee verdient het een zwaardere morele veroordeling, omdat zovelen de pijn van uitsluiting en beschimping nog steeds voelen, terwijl de daders hier wegkomen in anonimiteit, waarbij zij al hun doelen bereikt hebben tegen de laagst mogelijke kosten. De slogan van de UEFA had hier een leidraad kunnen vormen. De zaken hadden vast niet zo’n rare wending genomen, als KNVB, burgemeester, gemeente, club, Ajacieden en Bunniksiders echt united against racism waren geweest.


Rvpcc

Ruben van Praagh (1978) is schrijver. Naast essays en columns schrijft hij ook voor bedrijven; van training tot business plan. Ruben komt uit Utrecht, is getrouwd en heeft vele interesses, waar hij ook over schrijft. Dit zijn, bijvoorbeeld, astronomie, economie, maatschappij & politiek, auto's, muziek, en gedragswetenschappen.

5 reacties

Harrie · 8 december 2015 op 12:47

Sport en politiek. Het bijt elkaar. Ik hoef maar te verwijzen naar FIFA. We love the game. De jacht? Goede inhoudelijk geschreven column. Wel een beetje lang en droog. Met wat humor doorspekken zou welkom zijn. Dan blijft de boodschap beter hangen. Lees de columns van troubadour maar eens. Dan heb je een goed voorbeeld.

arta · 9 december 2015 op 10:41

Ruben, ik vind jouw invalshoek een mooie.
Zelf totaal onsportief zijnde kon het me wel boeien, al zou ik als tip mee willen geven ‘Schrijven is schrappen’. Compacter komen boodschappen vaak krachtiger over.
Wel goed geschreven, overigens!

Mosje · 9 december 2015 op 11:47

Wat aan de lange kant, maar prima stuk

Geef een reactie

Avatar plaatshouder