Ga uit mijn ogen!

Al meer dan 15 jaar ben ik de ongelukkige bezitter van contactlenzen. In mijn geval kun je beter spreken van lenzen, want het contact tussen Meneer Lens en mij is ver te zoeken. We hebben wat je noemt een voor-wat-hoort-wat-verhouding. Mijn lenzen willen alleen contact als ik ook goed voor ze zorg. Zo niet, dan jumpen ze er gewoon uit en verstoppen zich voor 36 uur op de meest onmogelijke plekjes. In je navel, onder het keukenblok, tussen de hagelslag en ga zo maar door.

Haantje de voorste is stuurloos!

Het zal wel aan mij liggen, maar ik snap werkelijk niks van het imponerende rijgedrag van machokerels die op de snelweg alsmaar links blijven racen. Blijkbaar beschouwen deze snelheidsduivels hun bolide als een verlengstuk van hun linksdragende penis en compenseren daarmee hun zware last dat ze thuis en op het werk de broek niet meer aanhebben.

Het consternatiebureau

Wanneer je baby amper een week oud is, staan ze al bij je op de stoep met een koffer boordevol folders over slapen, voeding, gedrag en noem maar op. Als kersverse ouder, van een eerste kindje welteverstaan, weet je van toeten nog blazen. Je slaat deze goedbedoelde adviezen dus zeker niet in de wind.

De baby, het beste voorbehoedsmiddel.

Als mijn kleine ukkie me ooit vraagt om hem in de toekomst te helpen met een spreekbeurt, dan duw ik hem dit stukje onder zijn neus! De baby. Wanneer een man en een vrouw besluiten om voor een baby te gaan, zijn er heel wat gesprekken aan vooraf gegaan. Immers, een baby ‘neem’ je niet zo maar, je moet er wel wat voor doen.

Sterke verhalen

Bevallingsverhalen zijn net als verhalen over verstandskiezen. Je hoort en leest altijd alleen maar de slechte verhalen. De ene nog sterker dan de ander. Mijn bevalling was er één uit het boekje. Eigenlijk een doodsaai verhaal. ‘Slechts’ 7 uurtjes geduurd. Dat is maar 2 uur langer dan toen mijn eerste baas (tandarts) besloot om mijn verstandskies in 5 uur te trekken.