Ja, het is zover. Mijn specialist vindt het blijkbaar nodig. Een totale scan. Als roker krijg ik het daar benauwd van. Nu is het moment van de waarheid aangebroken. Als er iets mis is, komt dat nu boven water.

Stil zit ik op een bankje langs de waterkant. Mijmerend. Zou mijn laatste uur geslagen zijn? Die scan is niet erg, de uitslag des te meer. Waarom ben ik toch nooit gestopt met dat stomme roken. Geprobeerd wel, maar jammerlijk mislukt, ik kan het gewoon niet. Een rasechte junk. Meer ben ik niet, een heuse junk.

Morgen is het zover. Een uur van tevoren aanwezig zijn voor een contrastdrankje. Beiden zitten we stil in de auto op weg naar het ziekenhuis. Mijn man gaat mee voor steun. We hebben ons vergist in de vertrektijd en komen een half uur te vroeg. Aan de balie krijg ik te horen dat er enkel van mijn buik een scan wordt gemaakt. ‘Ja, maar hoe kan dat nou’, vraag ik verbaasd en geïrriteerd. Op dit briefje staat van hals, borst en buik.’

‘Ja, daar kan ik niets aan veranderen, hier staat enkel buik. En dat drankje gaat ook niet door, u krijgt contrast ingespoten.’

‘Dus ik hoef hier dat uur niet te zitten wachten?’

‘Nee hoor, gaat u maar in de wachtkamer zitten.’

Tegen mijn man mopper ik: ‘Verdorie-nog-aan-toe, zitten we hier anderhalf uur voor de kat zijn staart. Eeuwig en altijd hetzelfde liedje: een ogenblikje wachten, gaat u maar in de wachtkamer zitten. En dat op onze trouwdag, het moet niet gekker worden.’

Een schouderophalen is de enige reactie.

Een uur later word ik geroepen. Binnen vijf minuten sta ik weer buiten. De foto zelf duurde dertig seconden, het aan- en uitkleden duurde langer. Als er iets mis is word je geroepen: ‘Dokter wil u graag spreken.’

Nog een kwartier wachten eer het infuusnaaldje wordt weg gehaald. Zucht. Verdomme. Waarom ben ik altijd de pineut als het erom gaat dat er dingen anders of fout lopen dan de bedoeling was? Ik heb er patent op!

Mijn naam wordt geroepen en ik schrik me wezenloos. Niets aan de hand, de naald wordt verwijderd en we kunnen weg.

Mijmerend zit ik in de auto terug naar huis. Mijn laatste uur heeft kennelijk niet geslagen.

Twee en een half uur gewacht voor een onderzoek van een paar minuten. Ze kunnen het woord ziekenhuis beter vervangen voor chaotisch wachthuis.


Suma

Een oud-docent Gezondheidskunde en Huishoudkunde, Mbo scholen, maar helaas nu in de WAO. Mijn hobby is: schrijven, ik werk aan drie manussen tegelijk. Af en toe een gedicht er tussendoor, heerlijk. Als ik maar op een stoel kan zitten, mijn vingers nog kan gebruiken, blijft mijn hoofd wel werken.

15 reacties

troubadour · 22 augustus 2014 op 08:34

Je hebt een punt!
Volle wachtkamers willen ze, dan kan er productie gedraaid worden. Alles noemen ze een ‘ogenblikje’, in een polikliniek bestaat een uur uit vier ogenblikjes. Quote; Mijmerend zit ik in de auto terug naar huis. Mijn laatste uur heeft kennelijk niet geslagen.
Deze regel had ik anders gebouwd. Mijmeren wellicht vervangen door ‘opgelucht’.

    Suma · 26 augustus 2014 op 14:18

    Troubadour, daar heb jij een punt. Dat had beter opgelucht kunnen zijn. Dankies. 🙂

Meralixe · 22 augustus 2014 op 09:58

Mooi hoe je de eigen nervositeit afreageert op de omgeving. :yes:

pally · 22 augustus 2014 op 11:33

Goed beschreven, de mopperige spanning in jezelf en de idiotie van de ziekenhuisplanning.
De zin : de foto duurde… enz, zou ik in de tegenwoordige tijd zetten, net als de rest.

    Meralixe · 22 augustus 2014 op 11:49

    Hm Pally, het kan maar men kan de versie van de schrijfster die daar op dat moment eventjes terugblikt ook goed keuren. Ik had meer last met de zin ‘Morgen is het zo ver’. Als het nog moet komen, hoe kan men er dan al over vertellen? 🙂

    Oef, nog snel een smileytje toevoegen om de rust te bewaren… :-*

    Suma · 26 augustus 2014 op 14:20

    oeps, ben ik daar nou alweer in getrapt? Hardnekkige fout van mij. 😀

evil-ine · 22 augustus 2014 op 11:38

Sprekend stukje. Spannend was het ook, ik leef tijdens het lezen met je mee. Meteen smaakt mijn eigen sigaretje niet meer! Ziekenhuisgevoel is meteen hier in mijn huiskamer. Ik ben daar ook best regelmatig…

En wat troubadour zegt over dat woord ‘mijmerend’ viel me ook op, verder maar iets kleins hoor, maar bovenaan je column gebruik je hetzelfde woord.

    Suma · 26 augustus 2014 op 14:24

    Evel-ine, zo heb ik dat geleerd: neem een woord of zinsdeel uit je stukje en dat is dan de titel. Fout volgens jou? ?:-)

Mien · 22 augustus 2014 op 11:39

Een noodzakelijk kwaad. Zowel het roken als het ziekenhuisbezoek. Dat dringt in de column door. Goed geschreven.

    Suma · 26 augustus 2014 op 14:23

    Meralix, jij zegt: ‘Als het nog moet komen, hoe kan men er dan al over vertellen?’
    Was de overgang dan zo onduidelijk? ‘Beiden zitten we stil in de auto op weg naar het ziekenhuis. Mijn man gaat mee voor steun.’ ?:-)

Frans · 22 augustus 2014 op 11:50

Och ja dat roken. Ik ben nu zo´n vijf jaar nicotinevrij, na ruim vier decennia paffen en heb af en toe nog steeds trek. Ik kreeg het benauwd. De dokter schreef me een puffertje voor. Na een tijdje met in de ene hand de puffer en in de andere een sjekkie besloot ik om te kijken hoe lang ik zonder zou kunnen. De eerste poging duurde van woensdagmiddag 27 mei tot zaterdagavond 30 mei. De tweede poging duurt nu dus sinds 31 mei. En hoe ironisch laat 31 mei nu wereld-rookvrij-dag en mijn verjaardag zijn. Ik overweeg elke keer om uit protest tegen de antirooklobby me met mijn verjaardag te trakteren op een sigaret. Maar ik durf het niet.

    Suma · 26 augustus 2014 op 14:27

    Frans, beheers je. Chapeau, heel knap van je. Houd vol, hou vol. :clock:

Dees · 22 augustus 2014 op 12:32

Zeg eens… rookte je onder het mijmeren in de auto een sigaret, met extra intensieve zuiggeluidjes om de stress te onderdrukken?

Ik ben blij dat ik er vanaf ben.

Je laatste uur heeft inderdaad geslagen (einde column) en is niet geslagen (begin column), als het zo ver is dan he, niet nu…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder