21 januari – 24 januari

Quincy belt rond etenstijd.
‘Hoe laat moet ik thuis zijn vannacht?’
‘Liefst niet te laat. Kunnen we even overleggen?’
‘Goed, ik kom er aan.’

Een half uur later arriveert hij en komt binnen via de achterdeur. Manlief overhandigt hem zwijgend een bord salade. De kinderen zitten allemaal aan tafel. Quincy neemt plaats aan de kop van de tafel.
‘Hoe gaat het?’ vraagt Manlief met volle mond. Quincy kijkt op en staart wat langs hem heen naar de muur.
‘Gaat het goed in Purmerend?’ kom ik tussenbeide, ‘word je niet meer lastiggevallen door die jongens?’
‘Jawel. Dat is al een paar keer gebeurd. Toen ik ze ben tegengekomen.’
‘Wat? En toen?’
‘Ze gooiden een nitraat bom naar me.’ Ik zwijg. Deze informatie moet even indalen.
‘Maak je niet druk hoor, ma, ik heb een wapen bij me. Zij gaan eraan als ze te dicht bij mij komen.’ Hij vertelt het alsof het gaat om een stevige handdruk in plaats van een potentiële moord. Niemand spreekt. Er valt weinig te zeggen.

We brengen een bezoek aan de hoofdpijnpoli in het BovenIJ ziekenhuis te Amsterdam. Het is rustig op de afdeling, maar de wachttijd is lang. Mevrouw Cluster, neurologe, kijkt vluchtig in mijn dossier en werpt dan een korte blik op mij.
‘Hoe komt u er in vredesnaam bij dat u migraine heeft?’ vraagt ze scherp. Haar ogen staan lodderig, alsof ze te moe is om ze open te houden. Het gezicht heeft een licht geërgerde trek. Het lijkt erop dat ze me eigenlijk wil vragen waarom ik me zo aanstel en het nodig vind om hier te zijn.
‘Nou,’ begin ik verdedigend, ‘dat is me door een aantal artsen verteld. Daarom.’
‘U heeft spierspanningshoofdpijn. Kijk maar eens naar uw houding.’ Ze schuift haar stoel aan en werpt een steelse blik op de hoorbaar tikkende klok aan de wand. Vijf uur.

‘De pijn in uw hoofd komt uit uw nek vandaan,’ gaat dokter Cluster verder, ‘ want uw nek zit namelijk vast.’ Ze rijdt met de wieltjes van haar bureaustoel iets naar opzij.
‘Ik heb helemaal geen nekpijn,’ zeg ik en wrijf gedachteloos over de huid van mijn nek. De haartjes kriebelen. De dokter negeert mijn opmerking.
‘U moet dus naar de fysiotherapeut. Ik verwacht dat u ongeveer zes keer er naartoe moet. Kijk, hier is een kaartje van een goede praktijk in Noord.’
‘In Noord?’ laat manlief zich ontvallen. Tot nog toe heeft hij zwijgend mee geluisterd.
‘Is er niet een therapeut in de buurt die hetzelfde kan?’
‘Nou, in Purmerend zit ook iemand die goed is,’ antwoordt dokter Cluster en toont een tweede zakenkaartje van een andere praktijk.
‘Ik had eigenlijk meer Volendam in gedachten, ‘ zegt manlief.

‘Maar ik geloof helemaal niet dat die hoofdpijn uit mijn nek vandaan komt,’ werp ik opnieuw tegen, ‘want ik heb geen stijve nek of nekpijn. Alle andere artsen dachten aan migraine. Kan het dat dan niet gewoon zijn?’
‘Ja, maar deze keer heeft u mij voor zich, en ik ben goed. Het is echt uw nek en anders niet. Zullen we maar weer afspreken als u een aantal keer bij de fysiotherapeut geweest bent?’

We komen thuis. Dani heeft op Femke gepast. Ze zijn gaan winkelen en daarna op de begraafplaats geweest.
‘In die kou?’ vraag ik huiverend. Mijn jongste heeft rode wangen.
‘We zijn bij oude oma geweest op het graf, mama,’ vertelt ze uitgelaten, ‘en de pastoor is dood.’ Trots lachend kijkt ze naar haar grote zus.
‘Is de pastoor dood?’ vraag ik.
‘Ja, ik heb het gezien. Hij ligt ook op de begraafplaats.’ Ze draait zich om en gaat spelen met haar Playmobil.

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

14 reacties

Mien · 31 januari 2017 op 13:15

Voer voor meerdere delen. 😉

Nummer 22 · 31 januari 2017 op 14:01

Mooi weer opgetekend. Zie de beelden zo voor me.

van Gellekom · 31 januari 2017 op 14:19

Tragisch goed geschreven

Blanchefort · 31 januari 2017 op 18:48

‘Ja, maar deze keer heeft u mij voor zich, en ik ben goed.’ Killer van een zin en die laatste alinea doet me erg aan J.D. Salinger denken. Hopelijk wordt de hoofdpijn effectief aangepakt.

NicoleS · 31 januari 2017 op 20:29

Zeker een killer, Blanchefort. Dank voor je reactie ☺

Karen.2.0 · 31 januari 2017 op 21:15

Heet de arts echt Cluster?! (als in…hoofdpijn). Heftige kost die toch heerlijk leest, jouw verdienste Nicole, mooi gedaan weer X

    NicoleS · 1 februari 2017 op 12:21

    De naam is Custers in het echt. Kon t niet laten om dit er van te maken.?

Bruun · 1 februari 2017 op 08:20

Heel mooi geschreven weer. De laatste zin is voor mij zo herkenbaar. Zo praat een kind nog over de dood, en een moment later zit het zoet te spelen alsof er niets aan de hand is.

Esther Suzanna · 1 februari 2017 op 12:05

Mooi! Nicole

Geef een reactie

Avatar plaatshouder