30 januari 2017

Femke wordt gepest op school. Door een boos meisje, genaamd Aaltje. Ze vindt Femke’s My little pony truien niet mooi. En daarom noemt ze Femke een baby. Ze gooit mijn baby in de bosjes en duwt haar op de grond.
Als de televisie aanstaat zie ik boze mensen op straat marcheren met een bord in de lucht. No ban, no wall. Boze borden voor een boze man. De man heet Donald Trump. Hij is heel boos. Op de boze mensen die het land binnenkomen en op de meesten die er al zijn. Iedereen is boos en bij mij komt het allemaal binnen. Elke dag voel ik iedere letter van het woord boos. Het steekt en maakt me radeloos.

‘Goed, je voelt veel boosheid,’ constateert mijn psycholoog, die ik vroeg in de ochtend bezoek, ‘maar laat die woede gewoon eens los.’ Als ik het kon, deed ik het. Maar het lukt niet.
‘Stel je eens voor dat die boosheid een kleur kon worden. Welke kleur was het dan?’ Vraagt de psycholoog. Ik denk na. ‘Legergroen. Dat is een boze kleur,’ zeg ik dan.
‘Oké, maar kies nu eens een mooie kleur uit in plaats van Legergroen. Wat is je lievelingskleur?’
‘Roze.’
‘Goed, deze kleur verft je boze vlak helemaal roze. Totdat alles volledig ingekleurd is. Wie is er nou boos op een roze vlak?’
Ik trek mijn bovenlip op.

Ik ga naar huis, denkend in roze. Eigenlijk moet ik al werken, maar mijn klant is laat. Ik staar door het raam naar buiten en zie een bus passeren, een brommer en een grijzende vrouw op de fiets. Dan rijdt er een grote zwarte stationwagen de straat in. De bestuurster parkeert vlot in en stapt uit. Ze draagt een korte rok, een netpanty en paarse gympjes. Het haar is platina blond. Ze rent naar mijn voordeur en steekt haar hand naar me uit. Dikke armbanden om haar pols rinkelen bij elke beweging die ze maakt.

‘Sorry’, zegt ze,’ ik stond in de file. Ik ben Amanda.’ Terwijl ze spreekt zucht ze in mijn richting. Ik doe een stap achteruit. Amanda stinkt uit haar mond.

We gaan zitten in de praktijk. Amanda heeft een probleem. Ze kan geen partner vinden. Of ik misschien weet hoe dat komt. Ik snuffel met mijn neus. In de praktijk ruikt het naar rotting. De geur van Amanda’s adem. Ik schuif mijn elleboog op tafel en laat mijn kin steunen in mijn handpalm. De vingers probeer ik ongemerkt voor mijn neus te plaatsen.
‘Is er niets mis met je maag?’ vraag ik vanachter de palm van mijn hand.
‘Mijn maag? Hoezo dat?’ vraagt Amanda, iets verstoord. Ze schudt met haar hoofd, alsof ze een lastige vlieg probeert te verjagen.
‘Weet je, het lukt me meestal wel om een man te vinden die ik leuk vind, maar ze haken allemaal af na de eerste kus,’ gaat ze verdrietig verder.

Hoe vertel ik Amanda dat de stank uit haar mond vergelijkbaar is met de geur van een nest ratten in ontbinding? Dat kan ik niet zeggen. Ik voel me misselijk worden.
‘Ik denk toch dat er iets is waar je naar moet laten kijken. Je gebit of je maag,’ zeg ik eindelijk.
‘Echt?’
‘Geloof me, dat zal helpen.’
‘Beloof je dat je niets doorvertelt?’ vraagt ze dan. Ik knik. Ze zucht.
‘Ik heb boulimia. Kun je daar maagklachten van krijgen?’ Dat kan zeker. Amanda gaat hulp zoeken.

Manlief zit in de kamer achter de computer. Hij doet wat grammaticale oefeningen. Alvast vooruit werken voor zijn studie Engels die in september begint. Ik blaas mijn adem in zijn gezicht.
‘He, wat doe je?’ vraagt hij geïrriteerd.
‘Stink ik uit mijn mond?’
‘Hoezo? Nee.’
‘Zou je het eerlijk zeggen als het wel zo was?’
‘Natuurlijk zou ik dat zeggen. Ben je bang van niet dan? Dat ik dat niet zou durven? Malle. We zijn toch getrouwd?’

 

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

14 reacties

Karen.2.0 · 7 februari 2017 op 18:05

‘Aaltje, pas maar op anders bindt mijn moeder je aan een paaltje’

(dat zou ik mn kind leren, niet pedagogisch verantwoord maar werkt wel kan ik je melden)
Aaltje vind de truien niet lelijk, Aaltje is denk ik stikjaloers 😉
prima geschreven!

Esther Suzanna · 7 februari 2017 op 18:58

Mijn oma heette Aaltje. De kinderen riepen: ‘Aaltje zat op een paaltje, het paaltje brak. Aaltje viel in de koeiekak!’

Toen ze groot was moesten wij haar Alida noemen. Of Oma.

Foei Karen.

Wat prachtig geschreven Nicole! Kinderlijk ontroerend. Ik bedoel meer, zoals kinderen je kunnen ontroeren …. Pffff…

    NicoleS · 7 februari 2017 op 19:03

    Ach jee, arme oma Alida. Ik haat pesten en wens het niemand toe. Dank voor je reactie, Esther Suzanna.

Mien · 7 februari 2017 op 20:34

Helemaal waar. Als je getrouwd bent mag je stinken. Overal. Goed stukje weer Nicole.

Nummer 22 · 7 februari 2017 op 22:58

Mooi weer beeldend bij mij overgekomen. Klasse!

pally · 8 februari 2017 op 20:49

Ik vind hem goed. Gewoon de dagelijkse dingen, maar prima verteld.

Dees · 9 februari 2017 op 17:37

Ik zou redelijk nijdig worden van roze boosheid. Ik weet niet of mensen veelal boos zijn. Wel chronisch ontevreden, met een gevoel dat ze recht hebben op meer dan ze kunnen krijgen. Recht op little pony truien misschien. Mooi geschreven.

    NicoleS · 9 februari 2017 op 19:53

    Inderdaad. Onvrede is het meer, ja. Verongelijktheid. Het voelt voor mij aan als boosheid.

Bruun · 10 februari 2017 op 16:47

Echt, ik kreeg even een brok in mijn keel toen ik las dat Femke gepest wordt. Zo oneerlijk vind ik dat. Ik kan je boosheid dan ook goed begrijpen. Mooi stukje weer, Nicole.

    NicoleS · 10 februari 2017 op 18:41

    Heel oneerlijk is het, dat pesten. Ik word er ook verdrietig van. Dank voor je reactie ?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder