‘Morgen stop ik om een uur of drie. Dan rijd ik naar Purmerend voor verf en doe meteen de boodschappen voor de hele week, aangezien ik er dan toch al ben,’ zegt mijn man, klievend met zijn vork door de sla. Ik kijk vol interesse toe hoe hij met zijn lange, gebogen armen onhandig kracht zet op het bestek.
‘Hee?’ zegt hij dan. Ik reageer te laat en hij wenst een antwoord. Hoe ergerlijk ook, ik betrap mezelf erop dat ik hetzelfde ben gaan doen wanneer hij mij niet snel genoeg antwoordt.

‘Papa, wanneer krijg ik een nieuwe fiets?’ zeurt Femke voor de zoveelste keer.
‘Die verf kan ik nu met korting kopen,’ gaat mijn man verder, er glijdt een stuk sla langs zijn mondhoek naar beneden.
‘Ik wil nu een fiets,’ herhaalt Femke, ‘want de oude is veel te klein voor mij.’
‘Praat niet door ons heen, dat weet je, Femke,’ zegt mijn man kortaf.
‘Wanneer ga je de buitenboel dan doen?’ wil ik weten.
‘Zaterdag.’
‘Als ik aan het werk ben?’
‘Ja, dat is de bedoeling, want daarna gaan we op visite.’
‘Heb je nog wat te vertellen, iets van belang dat niet wachten kan?’
‘Nee, niets dat ik zo bedenken kan.’
‘Krijg ik dan zaterdag een nieuwe fiets?’ vraag Femke.
‘Ja, als er tijd is,’ antwoordt mijn man.

We ruimen de zooi, zoals mijn man de overblijfselen van het diner noemt, op.
‘Dat kutvreten,’ moppert hij, ‘het is altijd zo’n gedoe.’ We lopen een aantal keren van de kamer naar de keuken met de vuile vaat in de handen. Het aanrecht staat aan twee kanten vol. Mijn man ruimt de vaat meestal op, hij deelt de vaatwasser nu eenmaal beter in dan ik. Leuk vindt hij het niet.
‘Als ik zulke lange dagen maak, eet ik liever brood,’ moppert hij, een blik werpend op de vaat en de vuile inductieplaat.
‘Hee?’
‘Ja, je eet liever brood,’ zeg ik.

De avond verloopt zoals gebruikelijk. We zijn moe. Er is zelden meer iets bijzonders te zien op televisie, tenminste, niet iets wat ons beiden kan bekoren.
‘Frost maar?’ vraag ik.
‘Neee, daar heb ik geen zin in hoor.’
‘Roseanne?’
‘Ja. Dan valt er nog iets te lachen.’ De kinderen moeten douchen, maar geen van beiden wil als eerste. Ze hebben ruzie en we horen ze boven schreeuwen op de overloop.
‘Jij gaat eerst,’ roept mijn man, die naar boven loopt, op strenge toon. Dan is het weer stil. De kraan wordt opengedraaid, ik luister hoe het water kletterend naar beneden valt.

Jules en Dani komen thuis. Ze giechelen en ploffen naast ons neer.
‘Wanneer denk jij dat we een huis kunnen kopen?’ vraagt Jules, zich tot mij richtend.
‘Geniet nog maar even van je jeugd,’ antwoord ik ontwijkend, ik hoor mijn moeder weer, zij zei hetzelfde vroeger.
‘Genieten? Ik wil een huisje, de ruimte en vrijheid. Lekker koken elke dag. Bietjes met vis, of rode kool met een balletje. Een huis vol kinderen en beesten. Lijkt me heerlijk. Dat is pas genieten.’
Ik kijk mijn man aan. Hij kijkt terug.
‘Heee?’ zeggen we tegelijk en kijken verder naar Roseanne.

 

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

6 reacties

van Gellekom · 27 juni 2017 op 07:52

je ziet het voor je

Esther Suzanna · 27 juni 2017 op 11:24

Haha, sorry, het lijkt een beetje op de reclame van Hans, van Telfort.

‘Dat is pas genieten’ en dat terwijl de sleur er vanaf druipt.

Wel leuk dat jullie dat samen vaststellen. Ik was even ‘stilzwijgende gast’ aan tafel. Beeldend geschreven.

Nummer 22 · 27 juni 2017 op 15:45

Gehuwd… papierwerk toch??

Nummer 22 · 27 juni 2017 op 18:27

Water dat kletterend naar beneden valt? ik kijk uit naar het moment dat water knetterend naar ‘ boven’ valt. Maar dit terzijde hoor. Ik heb weer genoten as ever! ?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder