We zijn onderweg naar Amsterdam. Het is rond vijf uur in de middag. Rijen auto’s aan de andere kant van de weg vervolgen stapvoets hun reis.
‘Zo zitten wij ook straks, op de terugweg,’ zegt mijn man, wijzend naar de overkant. We rijden zelf net aan veertig. Voor ons zit een tractor met een gevaarlijk uitziende machine eraan verbonden.Een klont aarde met gras valt van de kar, die rustig schommelend verder tuft.

‘Godverdomme, dat hebben wij weer!’ schreeuwt mijn man. Ben ik nerveus? Ik vind het best eng, botox laten spuiten in mijn voorhoofd. Het is weliswaar mijn laatste kans om ooit van die hoofdpijnen af te komen, maar is het verstandig? Buurvrouw Carina, geen voorstander van botox, noemt het gif.

De kaakchirurg die me ten onrechte beloofde dat ik met een splint verlost zou zijn van migraine, was ook anti. Maar nu zitten we in de auto, onderweg naar Leo Rozelaar, Medisch Laser center. Oorspronkelijk hadden we vorige week een afspraak, maar Leo moest uitgerekend die dag zelf geopereerd worden, waardoor de afspraak kwam te vervallen.
‘Dat is een teken,’ vond Carina.

In de stad is het druk. We moeten naar Zuid, waar toevallig een weg is opengebroken. Er staan hekken omheen. Mijn man stuurt zenuwachtig door de stad.
‘Ik haat dit,’ gromt hij ten overvloede. De auto parkeren we een paar minuten van de kliniek af, omdat er geen doorkomen aan is.
‘Tik jij het adres even in?’ roept mijn man, hij staat bij een parkeerpaal. Mijn telefoon weet niet goed waar de Cornelis Schuytstraat ligt en stuurt ons de verkeerde kant op.

‘Waar zijn we?’ vraag ik. De Banstraat. Mijn man rukt de telefoon uit mijn handen.
‘Wat doe jij nou? Volg je die pijlen niet?’
‘Dat doe ik wel,’ roep ik verontwaardigd. Hij schudt zijn hoofd en vervolgt zijn weg, kijkend op mijn mobiel.
‘Zo meteen komen we te laat,’ zeg ik nerveus We moeten rechtdoor en beginnen achter elkaar aan door de straten te draven. De kliniek vinden we niet.
‘Die telefoon klopt niet!’ schreeuwt mijn man en staat stil. Een donkere meneer loopt langs en we vragen de weg. Hij wijst de andere kant op. We rennen wat harder en stoppen bij een stoplicht.

Mijn man overhandigt me zijn mobiel.
‘Bel de receptie, we zijn wat later,’ zegt hij. Ik druk het oude model tegen mijn oor, er neemt iemand op, maar ik hoor alleen trams, mensen en geruis. Misschien gaat het nu niet door, denk ik. Maar dan staan we er ineens. In de Cornelis Schuytstraat. En dokter Rozelaar is een aardige man. Hij voelt aan mijn kaakspieren.
‘Ze zijn pittig sterk’, zegt hij en laat mijn man ook kijken.
‘Daar kun je last van hebben,’ mompelt Rozelaar, drukkend op mijn kaken. Mijn man staat half over ons heengebogen en drukt onderzoekend tegen zijn eigen kaken.

‘Een paar spuitjes doen we,’ zegt de arts, ‘in het voorhoofd en de kaken, we maken er een vriendenprijsje van. Tweehonderdvijftig euro.’ Dat is niet duur, ik heb de prijzen al vergeleken. De telefoon gaat. Timo. Hij wil naar buiten. Op ons wachten wil hij niet. Maar Femke durft niet alleen thuis te blijven. Helaas moet hij dus toch bij zijn zusje blijven. De arts luistert glimlachend mee. De spuitjes zijn zo gezet. Rozelaar leidt ons naar de receptie. Er hangt een grote poster van Ronald de Boer, met baard, een zonnebril en een blote harige borst.

‘Mijn schoonzoon,’ zegt de arts, die mijn blik volgt, nog steeds lachend. Het is donker als we buiten komen en erg druk. Haastig stappen we in de auto. Ik tast naar mijn voorhoofd en kaken, niets bijzonders te voelen. Timo belt weer. Ik neem niet op. Ik ga weg, appt hij. Thuisblijven, stuur ik terug. Het antwoord laat niet lang op zich wachten. Zoonlief stuurt boze smileys en duivels. Mijn man zucht en sluit aan bij een flinke file.
‘Geef mij ook maar een spuitje,’ zegt hij dan.

 

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

5 reacties

van Gellekom · 9 oktober 2017 op 11:59

Weer goed en intens geschreven

Arta · 9 oktober 2017 op 12:06

Mooi geschreven!
Nu maaer hopen dat de botox de migraine de baas kan!

Nummer 22 · 9 oktober 2017 op 20:02

Hmmm botox als migraine verhelper? Paracetabotoxmolletje nog niet gezien?

Robert · 10 oktober 2017 op 10:37

Moedig zoals je volhoudt. Mooi, wat afstandelijk geschreven: dat past goed. Wat kunnen jou die files en andere onbeduidende marginaliteiten nu schelen?

NicoleS · 10 oktober 2017 op 16:46

Dank allen voor de reacties. Hopelijk slaat de botox aan. Een wanhopig mens blíjft hoopvol?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder