Vroeger ging ik veelvuldig met mijn vrienden op stap, naar kroegen en cafés, en in de regel werd er dan flink ingenomen. Tegen mijn kinderen zeg ik hierover nog wel eens, als het uitkomt: “De helft was voor papa ook genoeg geweest.” Maar goed, zo ging het in die tijd nu eenmaal, en gedane zaken nemen geen keer. We hebben samen wel veel gelachen, dat moet gezegd.

Zoals die keer toen we met drie vrienden, flink in de olie, per se op één fiets naar huis wilden en om de haverklap in sloot of berm naast het fietspad terecht kwamen. Op een gegeven moment kregen we alle drie de slappe lach en waren absoluut niet meer capabel om samen verder te fietsen. Uiteindelijk is een van ons fietsend verder gegaan, en twee hebben de benenwagen genomen. Toen ik thuiskwam en het licht bij ons in de keuken aandeed, kwam ik er pas achter dat ik mijn bril miste. Die heb ik de dag daarna weer teruggevonden, in de sloot.

En dan, de winter van ‘79. Carnaval. Flink doorgezakt in het dorpscafé. Met mijn fiets wilde ik ’s nachts weer naar huis gaan, maar ik kon mijn jas met daarin de fietssleutel niet meer terugvinden. Ben ik in mijn shirt straight naar huis gerend. Vier kilometer, door bossen en weilanden. Het zag wit van de sneeuw en de vorst, en gelukkig zorgde maanlicht voor goed zicht. Spekglad was het, en koud! Als ik toen ergens ongelukkig was gevallen had ik misschien onze boerderij en de rest wel nooit meer teruggezien. Krijg nog de rillingen als ik hieraan terugdenk.

Of die keer dat ik met mijn broer thuis kwam van een avond flink hijsen. Vader stond ons al op te wachten en riep: “De koe moet kalveren, kómde gellie ’s helpe.” Hij mopperde toen hij zag in welke staat wij verkeerden. Maar er was geen pardon voor ons, we moesten mee naar de stal, helpen Godverdomme! Vader maakte een touw vast aan de twee pootjes van het kalfje die al uit het achterste van de koe tevoorschijn kwamen. Mijn broer en ik draaiden het einde van het touw rond een houten knuppel en; trekken maar. Toen het kalf los kwam doken wij allebei, met onze zondagse kleren achterover het stro in. Mijn vader pakte een bussel stro, begon het kalfje droog te wrijven en sprak wijselijk: “Goade gellie mar te bed. Ik werk ’t weiter hier wal allein af.” Hij zag wel in dat hij van ons niet veel meer hoefde te verwachten.

Het kon in die tijd wel eens gebeuren dat ik naar bed ging, en zodra ik de ogen sloot, begon het te draaien, net als op de kermis. Dan moest ik als de wiedeweerga naar beneden om over te geven, op het toilet. Uit voorzorg had ik daarom meestal al een emmer naast mijn bed klaargezet. Voor het geval dat. Zo lag ik weer eens een keer in bed en jawel, daar begon het gedraai weer. “Shit, geen emmer,” lalde ik tegen mezelf. Vlug opende ik het slaapkamerraam, hing mijn hoofd buitenboord, en deed wat ik moest doen. ’s Morgens werd ik wakker. Ik hing nog steeds uit het raam. Het had niet veel gescheeld of ik was naar beneden gedoken. Dan was dit een heel ander verhaal geworden.

 

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

9 reacties

Nummer 22 · 30 oktober 2016 op 14:36

Gerard, Een gahweldig verhaol, mien jong! Kmpt u uut zeelant? zo ja, de Bolussen smaakten die?

g.van stipdonk · 30 oktober 2016 op 14:40

Nog nie bekant! Brabant is ’t land.

    Nummer 22 · 30 oktober 2016 op 16:51

    Mooi, die van mij ook. Krabbegat als geboorteplaats, Breda als de volgende maar nu al jaren in het oosten des land en het boerenleven geleerd. Een half tropische verrassing in een melkwitte familie. Zeg maar’ Duo Penotti” 😉

NicoleS · 30 oktober 2016 op 15:17

Nou dat was wat. Gelukkig geen kots op de hoofden van nietsvermoedende voorbijganger (sters)??ik heb het wel eens zo dol gemaakt maar daarna nooit meer. Mooi stuk!

Mien · 30 oktober 2016 op 17:30

Mooie anekdotes. Geen halve waarheid vermoed ik. Zo ben ik ooit vroeg in de nacht wakker geworden in mijn bed middenin de disco, met Carnaval, bij Carteblanche tegenover de Vijzel, als ik me niet vergis. Hoeveel emmers ik geslikt heb ben ik helaas vergeten … 🙂 🙂 🙂

emaessen · 30 oktober 2016 op 20:05

Best leuk om te lezen. Toch ben ik blij dat ik pas begon toen de rest al afgehaakt was! Gisteren weer eens stomdronken naar huis gesneld. Zowel onderweg als daar zo geniet ik van elk gesprek dat ik aanknoop.

Esther Suzanna · 30 oktober 2016 op 23:12

Leuk geschreven. Twee keer écht dronken geweest in mijn leven. Niet voor herhaling vatbaar. Teveel hersteltijd nodig. De buzz van twee glaasjes is wel errug lekker. Zonder hersteltijd. 🙂

StreekSteek · 31 oktober 2016 op 11:35

Degelijk zuipwerk.

g.van stipdonk · 31 oktober 2016 op 19:13

Hartelijk dank voor jullie inspirerende reacties. Dit smaakt naar meer!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder