De puinhoop in de keuken geeft me een prettig gevoel. Het schept de illusie dat er een feestje heeft plaatsgevonden en misschien is dat ook wel zo. Tegen de tijd dat ik ging eten was het al behoorlijk laat en voldaan ben ik mijn bed ingedoken.
Wonderlijk genoeg werd ik vóór de wekker wakker en heb het onding de mond gesnoerd. Wat een verademing vergeleken met de afgelopen maanden.
Er is genoeg voedsel over voor vanavond maar alle schalen zijn aangekoekt met Brintaresten.
Terwijl ik de afwas doe, drink ik mijn koffie en neem happen van een stuk overgebleven stokbrood met boter. De resten kip, die ik deels uitgebeend in de koekenpan goudbruin heb gebakken, doe ik samen met de resterende gebakken aardappels in de afgewassen schaaltjes en zet ik onder folie in de koelkast.
Als ik ruimschoots op tijd mijn jas aantrek en de voordeur open, sta ik oog in oog met de overbuurman.
‘Goedemorgen’, zegt de man en glimlacht vriendelijk. Hij draagt een keurige wollen herenjas die bij hém goed sluit. Zijn volle bruine haar is met gel naar achteren gekamd.
‘Goedemorgen’, zeg ik aarzelend. De intimiteit van de kleine opgang schept exact het soort ongemak dat ik tot nog toe uit de weg ben gegaan. Gelukkig loopt hij gelijk de trap af en terwijl ik de tijd neem om de voordeur af te sluiten ben ik verbaasd over het effect dat deze ochtendgroet op me heeft. Het uitspreken van goedemorgen voelt goed, alsof het zomaar waar zou kunnen zijn.

Het lijkt haast of de rit naar kantoor sneller en prettiger verloopt dan normaal, maar als ik de zaal inloop komen de lichaamsgeuren me tegemoet. De vage vleug deodorant verhult het bedompte zuurstofgehalte niet en enkele collega’s lopen geagiteerd ijsberend in hun headphone te oreren.
Ik loop door naar mijn zogenaamde vaste plek die nog vrij is, hang mijn jas over de rugleuning van de stoel en zet de computer aan.
‘Goeiemorgen’, zeg ik aarzelend tegen het blonde haar van Lisa, dat deze ochtend in een slordige paardenstaart naar achteren is getrokken.
Ze kijkt me kort aan en ik zie dat ze gehuild heeft. Vegen mascara trekken een spoor over haar wang en betrapt strijkt ze de tranen met haar vingers weg.
‘Hoi’, zegt ze kortaf en buigt zich over de stapel papieren.
‘Moet ik iets voor je meenemen?’, vraag ik een beetje hulpeloos bij het zien van haar staat.
Ze kijkt me even wazig aan en schudt haar hoofd.
Terwijl ik naar de keuken loop vraag ik me af wat er met haar aan de hand is.
Alle bekers zijn vies en één afwas per dag vind ik wel genoeg. Ik trek een plastic bekertje uit de rolverpakking, zet het met een holle tik op het rooster, kies Cappuccino en kijk hoe het zich tot de helft vult met zwart vocht. De machine zwijgt om enkele seconden later de andere helft op te vullen met schuimende melk. Hoe kan dat, vraag ik me af. Zit er een melkklopper in het apparaat verwerkt? Wat een geweldige uitvinding eigenlijk en ik onderdruk een grijns bij de gedachte dat er misschien wel kleine mannetjes in de machine zitten die bij elke bestelling aan de slag gaan.

Met het koffiebekertje in mijn hand loop ik terug naar mijn plek en log in.
Een steelse blik op Lisa toont geen verbetering. Normaal is ze de personificatie van een verzorgde zakenvrouw; perfecte make-up, vrouwelijke jasjes met rok en hakken en zelfs overdressed voor deze armoedige bende. Vandaag draagt ze een beige coltrui op een zwarte spijkerbroek. Haar hele lichaamshouding is afwerend en gesloten. Niet dat we normaal veel contact hebben maar haar dynamiek en zelfverzekerdheid is ver te zoeken.
Na enkele telefoongesprekken zonder resultaat merk ik een zeker tumult in de zaal.
Ik kijk op en zie een onbekende man de zaal binnenkomen. Het is een wat oudere man met gedistingeerd grijs golvend haar en een trendy bril. Gekleed in een donkerblauw pak, met daar overheen een loshangende trenchcoat lijkt hij op een undercover agent maar dat is zeer onwaarschijnlijk. Ik voel een ongewone grinnik opkomen bij die absurde gedachte.

Lisa staat op, loopt op hem af en na een kort overleg gaan ze gezamenlijk de deur uit.
Even is het muisstil in de zaal alsof iedereen zijn adem inhoudt. Dan breekt er een gegons uit dat ik nog ken van school, wanneer de leraar werd weggeroepen.
Als de kat van huis is, dansen de muizen.

Tegen lunchtijd is ze nog steeds niet terug. Vreemd. Ik trek mijn jas aan en loop naar buiten. Terwijl ik naar de iets verderop gelegen lunchroom loop, vis ik het aangebroken pakje sigaretten uit mijn jaszak en trek tegelijkertijd een oranje envelop mee. Het staatslot. Ik was het helemaal vergeten. Wat had die man gezegd? Woensdag toch? Vandaag is het woensdag.


Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

10 reacties

NicoleS · 16 januari 2017 op 17:53

Spannend. Wint ie wat?

Nummer 22 · 16 januari 2017 op 18:16

Hmm woensdag gehaktdag of de dag van de minnaars met lange jassen en donkerblauwe pakken of was het toch Columbo ‘ excuse me, I have one more question….’

van Gellekom · 16 januari 2017 op 20:25

Heerlijk om te lezen. En nu het lot…

Karen.2.0 · 16 januari 2017 op 23:45

Hebben we een winnaar? Zou leuk zijn 😉
Mooi deel weer, heerlijk leesvoer maar gats..een hap stokbrood van de avond ervoor met boter, echt iets alleenstaande-mannigs 🙂 🙂

Mien · 17 januari 2017 op 00:10

Spannend.

pally · 17 januari 2017 op 10:34

Ben heel benieuwd hoe het verder gaat. Heel mooi de spanning opgebouwd.

Bruun · 17 januari 2017 op 10:56

Prachtvervolg weer, met mooi uitgewerkte details. Leuke cliffhanger ook. Kom maar op met het volgende deel 😉

Esther Suzanna · 17 januari 2017 op 12:39

Wat een leuke reacties!

Grappig is het om te zien, of lezen, dat er op de twee ‘cliffhangers’, die zijn ontstaan door op een bepaald punt het verhaal af te breken en te posten, er vooral nieuwsgierigheid is naar ‘Het Lot’…. 😉

Mien · 17 januari 2017 op 14:52

Nou, niet echt, van één is de uitkomst sowieso al gekend … ?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder