Toen hij die avond thuiskwam was Audrey naar de villa van haar vriendin Cathy gegaan om bridge te spelen. John nam een douche, schonk zichzelf een whisky in en besloot om het fijne te weten te komen van dat gedoe met de boom. Die nonsens moest ophouden, dacht hij of hij zou krankzinnig worden.
Hij liep naar de boom. De takken bewogen een beetje. Hij raakte de boom aan.
Weer voelde hij een onbeschrijfelijk gevoel van gelukzaligheid. Helemaal gek van opwinding hoorde hij zichzelf zeggen “Chrissie, kan je jezelf aan mij tonen? Ik zou zo graag willen weten hoe je er uitziet.”
Onmiddellijk verscheen er een driedimensionaal beeld in zijn hoofd. Het was geen hologram dat voor hem stond; het beeld was in zijn geest en het begon te spreken. Een hele mooie jonge vrouw glimlachte. Chrissie had een lang groen kleed aan dat haar welgevormde schouders bloot liet en op haar hoofd droeg zij een kroon van hulsttakjes. Haar lange goudkleurige haren leken voortdurend zachtjes te bewegen zoals door zonnestralen verlichte rimpelingen op een vijver.
“Hoe doe je dat, ik bedoel zomaar in mijn geest verschijnen?” vroeg John. “Is dit een hallucinatie? Of heb je mij een hersengolf gezonden?”
Chrissie lachte rinkelend. “Wel, zo zouden jullie stervelingen dat omschrijven maar wij Dryaden hebben daar een ander woord voor.”
“Welk woord?”
Zij schudde haar hoofd. “Dat kan ik je niet zeggen, want je zou het nooit begrijpen, maar het is een heel mooi woord.”
Haar stem was zo verleidelijk dat John seksueel opgewonden werd. “Doe je nog iets anders behalve in een boom wonen en mij een adrenaline-roes geven?” fluisterde hij.
“Ik straf stervelingen die mijn boom beschadigen of omhakken. Zoals ik al zei, als de boom sterft ga ik ook dood maar niet voor ik de sterveling straf die mijn boom aanvalt.”
“En wat is de straf dan?”
“Je wil dat niet weten,” fluisterde Chrissie.
Plots verdween zij. John omarmde de boom en ging dan in een staat van hemelse gelukzaligheid naar bed.
Het duurde niet lang of Audrey begon te klagen over John tegen haar vriendinnen. “Hij lijkt wel geobsedeerd door die boom. Stel je voor, hij zit urenlang in een tuinstoel voor die boom. Soms mompelt hij iets of hij fluistert – ik zag zijn lippen bewegen. Het is alsof hij met de boom spreekt. Urenlang! Maar tegen mij zegt hij niks meer dan nodig.”
“Oh, hij heeft waarschijnlijk een burn-out,” zei haar vriendin Cathy. “Hij heeft teveel werk. Hij zou een medewerker moeten zoeken om hem te helpen.”
“Nee, er is iets raars aan het gebeuren met hem. Had ik die boom maar niet gekocht,” zuchtte Audrey.
Diezelfde avond was John met Chrissie aan het praten. Chrissie had hem gevraagd waarom hij haar boom had gekocht. “Je hebt het hout toch niet nodig om meubelen te maken,” zei ze. “Waarom dan?”
“Je wordt een kerstboom,” zei John. “Ik bedoel, dat zegt mijn vrouw,” voegde hij er snel aan toe.
“Wat is een kerstboom?” vroeg Chrissie.
“Het is een versierde boom. De boom dient om de winterzonnewende te vieren of de geboorte van Jezus Christus.”
Chrissie begreep het niet. “Wie is die Jezus Christus? Is hij een god?”
“Veel mensen geloven dat Christus een god is.”
“Ik ken veel goden, maar ik heb nog nooit gehoord van die kerel. Dus je zegt dat mijn boom zal worden omgehakt om dan een langzame dood te sterven en dat allemaal wegens de winterzonnewende of de geboorte van die Jezus?”
John zag hoe ongelukkig Chrissie keek. “Ja, zo is het, maar nu ik je ken zal ik je boom nooit omhakken,” stelde hij haar gerust.
“Je kan je niet voorstellen hoe gelukkig je mij maakt. Nu kan ik nog 500 jaar leven en daarna kan ik verhuizen naar een jonge boom wanneer mijn boom zijn zaad heeft verspreid” zei Chrissie.
“Ik heb een oplossing gevonden, denk ik,” zei John. “Ik zal Audrey proberen te overtuigen om je boom niet om te hakken maar om haar te kalmeren zullen wij je boom versieren en je boom blijft in de tuin. We hangen er kerstverlichting in en gekleurde ballen en kaboutertjes.”
“Maar waarom? Is mijn boom niet mooi zoals hij is? Mijn boom zou er belachelijk uitzien met die prullen op de takken. Ik heb mijn waardigheid en mijn trots. Kleed mijn boom niet aan zoals een goedkope hoer!” smeekte Chrissie.
“Ik zal er met Audrey over spreken,” zei John.
Maar Audrey had genoeg gezien. Er was iets vreemds aan de hand met John en het kwam door die boom, dacht zij. Toen John die nacht sliep nam Audrey een bijl en stapte op de boom toe.
“Ik weet verdomme niet wat je bent, maar je hebt mijn man betoverd,” fluisterde Audrey nijdig en zij spuwde op de boom. “Maar nu is het gedaan. Ik ga je gebruiken als brandhout voor onze open haard!” riep zij terwijl zij de bijl vastgreep.
Toen sloeg de bliksem in op haar. Zij was op slag dood. Drie dagen later weenden haar vriendinnen bij haar graf.

Op tweede Kerstdag ging John naar de boom die niet versierd was. “Hallo Chrissie,” zei hij. Maar er gebeurde niets, geen cocaine-roes, geen golven van genot. Niets. Verward en droevig ging hij zijn huis terug in en hij was net bezig met zichzelf een flinke whisky in te schenken wanneer de deurbel ging. Hij opende de voordeur en zag een verblindend mooie jonge blonde vrouw staan. Zij glimlachte.
“Sorry voor de storing, maar ik ben hier voor mijn stage,” zei de vrouw. “De universiteit heeft mij naar hier gezonden. Ik studeer diergeneeskunde. Heeft u mijn brief niet ontvangen?”
“Wat? Een brief?” stamelde John. “Nee, ik moet vergeten zijn uw brief te openen. Maar kom binnen. Welkom. Wie bent u?”
“Mijn naam is Christiane Agathangelidou,” zei ze.
“Aga…” John had moeite met de naam. “Sorry, Agathan…”
De vrouw glimlachte toen hij probeerde haar naam uit te spreken. “Oh zeg maar Chrissie. Mijn vader is een Griek uit Athene. Grappig, hee, in het Grieks betekent mijn naam “goede engel”.

Categorieën: Algemeen

3 reacties

Karen.2.0 · 19 december 2017 op 08:22

Nu begrijp ik al die boomknuffelaars. Het is een echt kerstverhaal, met een mooi slot, Wayan.

G.van Stipdonk · 21 december 2017 op 20:30

Met plezier gelezen, deze ijzersterke story.

Wayan · 22 december 2017 op 09:32

Bedankt van Stipdonk !

Geef een reactie

Avatar plaatshouder