Traag zweeft de meeuw van het paaltje in de rivier naar de graskant. En weer terug. Zijn collega’s, wel dertig, volgen zijn patroon. Soms onder luid gekwetter. Soms stil. Soms naar een ander paaltje. Soms naar hetzelfde. Al uren kijk ik naar ze en vraag me af wat het doel van hun routine is, maar kan niets bedenken, of tenminste… Ik denk elke gedachte te kunnen wegstrepen.

Eten? Er is nog niet één meeuw met eten in zijn snavel naar de kant gekomen, terwijl dit water bekend staat als zijnde ‘visrijk’. Paren? Hun acties lijken solitair. Fysiek contact beperkt zich tot incidentele aanrakingen, die niet gepland zijn, noch gevolg hebben.  Veilig zijn? Hun gedrag lijkt volledig risicoloos.

Wat lijkt het me fijn om meeuw te zijn. Hele dagen deinen op de thermiek. Stiekem lachen om die bezige eenden. Nóg harder lachen om hardwerkende insecten. Een koolwitje, bijna panisch op zoek naar een bloem tussen het pasgemaaide gras. Mieren, rennend, sneller dan het licht om de populatie te dienen. Bah.

Dienen. Wat een klotewoord. Ik heb er genoeg van om wat dan ook te dienen, besef ik. Mijn hoofd heeft rust nodig en mijn huid wil zon. Mijn telefoon staat op ‘Niet storen’, mijn huis zit op slot en ik ben er vandoor gegaan. Weggelopen. Net ver genoeg om mijn beslommeringen thuis te laten en eens rustig na te kunnen denken Over alles. En over niets.

Het filmlaagje vocht over mijn roze aanlopende huid maakt hem glanzend, als lokkertje voor de zon. Kom! Hier is vitamine D nodig! Dit lichaam kent het slechts in tabletvorm.

In gedachten vlieg ik mee met de meeuwen. Houd mijn vleugels gestrekt om te profiteren van elke windvlaag. Af en toe kwetter ik wat, tegen deze of gene. Een incidenteel visje vindt de weg naar mijn maag. Mijn hele wereld bestaat uit een stukje stinkende  rivier met de bijbehorende waterkant. Er is geen boosheid, geen  jaloezie, geen afgunst. Er zijn geen overstromingen, vluchtelingen, aardbevingen.

Er is alleen het hier en het nu.

In de verte rijdt een bus, brengt mensen van A naar B.
Achter mij loopt een groep schoolkinderen terug naar school van een uitstapje.
‘Kijk eens daar! Die vrouw! Die hoeft helemaal niets te doen. Juf, juf, ik wil ook niets doen!’ schreeuwt er eentje.
Ik kijk op, glimlach.
Leven is een kwestie van perceptive.


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

8 reacties

NicoleS · 12 september 2016 op 07:11

Niets moeten. Lijkt mij heerlijk. Alles moet. Dat zit mij dwars. Regels en krappere financiële ruimte trekken het touw om de nek strakker aan. Mooi.?

StreekSteek · 12 september 2016 op 10:09

Letterlijk een vlucht. Maar het gaat uiteindelijk ook om de landing: voeten op de grond of kopje onder. Dat balanceren is mooi weergegeven.

Esther Suzanna · 12 september 2016 op 13:48

Heel mooi, die dubbelheid, het verlangen naar het niets, het luchtledige. Wat voor de één licht lijkt, blijkt voor de ander zwaar..enz..Het is idd allemaal een kwestie van perceptie.

Ferrara · 12 september 2016 op 15:38

Het is prettig als je in staat bent even te ontvluchten aan alle ruis.
Fijn stuk.

Mien · 12 september 2016 op 16:42

Geschreven door iemand die iets met het strand heeft. Ik denk Esther Suzanna. Mooi geschreven. Een rustige tekst. Gelijk eb aan zee. Helaas duurt dat maar even. Hrt zijn de golven die de rust altijd vroeg of laat verstoren.

Lianne · 1 oktober 2016 op 13:10

Licht geschreven, maar toch geen lichte column. Ik vind deze echt heel mooi. Complimenten!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder