Ik zit lekker in een gemakkelijke stoel op de aanlegsteiger voor mijn vakantiehuisje. Genietend van de zon, een prachtig uitzicht over het meer, en spelende kinderen. Het doet me denken aan de passage uit het boek ‘The catcher in the rye’ waarin Holden Caulfield zijn zusje Phoebe vertelt over wat hij met zijn leven wil. Dat hij graag de bewaker zou zijn van kinderen die in het korenveld aan het spelen zijn. Om te voorkomen dat ze onverhoopt in het ravijn vallen.

Vanuit het vakantiehuisje naast dat van ons komt een meisje tevoorschijn, schaars gekleed in een rood met wit gestreepte bikini. Lachend rent ze op mij af, maar springt dan vlak voor mij, pardoes in het water. Ze verdwijnt onder het oppervlak. Ik wacht. Het duurt wel erg lang voor ze weer boven komt. De luchtbellen alarmeren mij. Zonder verder uitstel spring ik haar achterna. Ondanks het troebele zicht onder water, zie ik dat ze met haar voet ergens klem zit. Het lukt me om het voetje los te wrikken, pak haar stevig vast en zwem naar boven. Met moeite sjor ik haar op de kant. Ze is een beetje van de kaart, kijkt mij angstig aan en knikt dan naar het huisje waar ze vandaan komt. “Vader is thuis,” fluistert ze. Ik til haar op en draag haar naar de vakantiewoning. Met mijn kin druk ik de deurbel in. Een man doet open. “Ze is in het water gevallen,” leg ik uit. De man houdt de deur open, zodat ik binnen kan komen. Voorzichtig leg ik het meisje op een bank in de kamer. De man kijkt naar haar, en dan naar mij. Pakt zijn portemonnee en bromt: “Hier jongen. Een euro. Koop er maar een ijsje voor.”

 


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

2 reacties

Mien · 16 april 2018 op 10:47

Een erg jonge bezitter van een vakantiehuis. Ik vind het dan ook min of meer of zee een Nabokovje.

Thomas Splinter · 16 april 2018 op 20:23

Zo had ik het nog niet bekeken, maar geeft het stukje wel weer extra lading. Dankjewel.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder