‘Hij is briljant’, zeiden zijn leraren.
‘Veelbelovend’, zei de hoofdmeester.
Zijn moeder droeg hem de dagelijkse aardse klussen op.
Klompen schrobben, kratten stapelen, zijn vader helpen sjouwen.
‘Net als je broers en zussen’, zei ze.
Ze joeg hem uit bed.
‘Wie denk je wel dat je bent?’, en na zijn grote mond voegde ze er woedend aan toe, ‘je bent geen haar beter dan wij’.

Gymnasium, universitaire studie Latijn en Grieks, fotografisch geheugen.
Ik ben wél beter, dacht hij. Niemand weet wat ik weet.
Ik loop in de zon, en kan de klei ontgroeien.
‘Wacht maar’, zei hij tegen zijn stampvoetende moeder.
‘Jullie zullen het zien’, dacht hij bij de smalende blikken van zijn broers en zussen.
Hij zweeg naast zijn vader, die zwijgzaam zijn ijsblauwe ogen op hem liet rusten.

Alles wat hij wenste zou hij nemen.
Het kwam hem tenslotte toe.
Hij zag zijn aanstaande en overwon haar weerstand.
Ze had iets hooghartigs, een zekere klasse.
Een schoonheid met de donkere haren van zijn moeder, en de ijsblauwe ogen van zijn vader.
Zij zou hem zien voor wie hij was. Hoogbegaafd, veelbelovend, briljant.

Zij werd de zijne, tegen wil en dank.
Beschaafd, belezen, meegaand, beheerst en introvert.
Ze werd zijn IJskoningin en hij zou haar op handen dragen.

Zijn ster steeg in het firmament.
Een zoon werd geboren.
Een koningswens
Vreemd genoeg voelde hij jaloezie, alsof de zoon een plek innam die hij ambieerde.
Zijn Koningin had alleen nog maar oog voor Het Kind.
Een jaar later kwam de dochter.
De mooie Koningskinderen werden alom geprezen.
Een Koningin, koningskinderen, directeur van een grote fabriek aan de grachten van Amsterdam. Zijn wetten regeerden.

Hij was de man die aan tafel de krant las en wijn dronk.
Degene die opleefde tijdens vakanties, uitbundig en spitsvondig converseerde met de buitenwereld, maar nooit thuis.
Hij schitterde op feestjes, praatte honderduit met personeel, chef-de-cuisines, maar nooit met mij.
Hij animeerde buiten de deur, maar ons nooit.
Ik was niet bang voor hem, maar hield afstand van deze man die ik niet kon zien, maar in aanwezigheid wel voelde, alsof ik wist dat de wrok, de woede, en alles wat hij niet liet zien ooit tot uiting zou komen.
Dat gebeurde ook.
Op een dag zag ik hoe pijn en woede ontoombaar werden.

De man was niet gelukkig. Hij had alles, maar hij wilde meer.
Hij had alle recht op een villa, de dure auto’s, drie sterrenrestaurants, luxe vakanties.
De directie vond van niet en hij werd op het matje geroepen. Het ergste wat hem kon overkomen gebeurde.
De reden van zijn ontslag was het misbruiken van zijn privileges als directeur.
Hij vertelde het niemand en liet het luxe leven doorgaan alsof er niks was veranderd.
Hij ging steeds meer drinken.

Hij verdween toen ik vijftien was.
Ons huis, de villa werd geveild, de schuldeisers kwamen tevergeefs.
Er bleven zoveel vragen achter.

Drie maal heb ik hem nog gezien.

Eenmaal bij een familiebijeenkomst waar hij dronken binnenviel.
Eenmaal toen ik op mezelf woonde. Hij kwam geld lenen.
Eenmaal in een kist. Opgebaard. Een schaduw van zichzelf.

Tijdens de dienst toonde ik een film,

een fragment waar hij als een kind in de zee zit en torentjes zand op zijn benen boetseert die de zee steeds meeneemt. Hij lacht uitbundig in de camera,

en ik las een gedicht.

Ik denk niet dat mijn vader
mij niet kennen wil maar
eerder niet kan reizen in de tijd.
Hij is mij en de tijd kwijt, denkt hij.
Ik denk daar heel anders over.
18-10-2008

De aanwezigen waren op twee handen te tellen.

Categorieën: Liefde

Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

10 reacties

Karen.2.0 · 14 januari 2017 op 10:33

Wat heb je dit mooi geschreven! Quelle tristesse!

NicoleS · 14 januari 2017 op 10:46

Een mooi verhaal. Intelligentie maakt niet altijd gelukkig.

Nummer 22 · 14 januari 2017 op 11:46

Tsja..vaders die niet meer hun verhaal kunnen vertellen aan hun kind, laten een leegte achter dat alleen jij voelt als pijn.

Mooi geschreven!

van Gellekom · 14 januari 2017 op 15:24

Schitterend geschreven.

G.van Stipdonk · 14 januari 2017 op 22:05

Hij is briljant. Complimenten met dit werkstukje.

Esther Suzanna · 15 januari 2017 op 17:18

Dank jullie wel voor de mooie reacties. Dit stuk kwam uit mijn tenen, moeilijk dus, en spannend om te delen.
Nog nooit eerder een stuk over mijn vader geschreven. Het was nodig omdat het in mijn boek ook naar boven komt. Om het ijs te breken, zeg maar.

    Karen.2.0 · 15 januari 2017 op 17:28

    Ik vroeg me tijdens het lezen al af of dit over jouw vader ging. Dat moet een worsteling geweest zijn en daarom extra knap 😉

Dees · 15 januari 2017 op 21:05

Nog een stuk dat me raakt. Ik lees een mix tussen een gevoel van superioriteit en minderwaardigheidsgevoel, en een mens dat daarop uiteindelijk eenzaam stukliep. En een klein meisje aan de zijlijn dat veel vaker in het midden had moeten staan. Ik lees er ook nog een wereld aan pijn onder. Een groot verhaal in een kleine druppel.

Bruun · 15 januari 2017 op 23:08

In één woord meesterlijk!

Esther Suzanna · 17 januari 2017 op 12:36

Dank je wel Dees, wat mooi dat je dat voelt. Ja, wonderlijk, dat levens vol leed in zo’n klein stukje passen.

En dank je wel Bruun. 🙂

En allemaal nog een keer dank, voor de mooie reacties 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder