Met rokende banden scheuren we weg, weg van deze onheilsplek. Na enkele uren stopt de chauffeur de vrachtwagen, ergens in de middle of nowhere. Antonio springt uit de laadbak en bedankt zijn bevrijders. Die omarmen hem, en spreken hem aan met ‘Il Commandante.’ Antonio plaatst mij even apart, en stelt me direct voor de keuze: “Je sluit je bij ons aan, of we brengen je terug, en dan wacht je maar af of dat gespuis van generaal Villa je te zijner tijd wil vrijlaten.” Dat is duidelijk. Mijn keuze is snel gemaakt.

Met het rebellenclubje reis ik mee naar het basiskamp. Onderweg wil Antonio mij nog wel een beetje wegwijs maken, maar in het kamp zelf word ik vooralsnog aan mijn lot overgelaten. Het is er kort gezegd een zooitje. Ik zie zelfs een guerrillero laveloos tegen een boom leunen. Het wordt tijd dat ‘Il Commandante’ orde op zaken stelt.

’s Avonds word ik ontboden bij de nieuwe baas. Hij zit in zijn tent achterover geleund in zijn stoel met de voeten pontificaal op een stalen bureau. Zijn nieuwe guerrilla outfit en een grote Cubaanse sigaar tussen de lippen maken het plaatje compleet. Het lijkt wel of Che Guevara uit zijn graf is opgestaan! En weer zet Antonio mij voor het blok. “Compañero Splinter, morgen gaan we een wapendepot van het leger overvallen. De vraag is of jij daaraan wil meewerken. Er is al een ploeg samengesteld van 9 personen, en je zult het niet geloven, maar daarbij zit een Nederlandse vrouw! Ze heet Michelle, en ze heeft zich als een der eersten vrijwillig bij ons gezelschap aangemeld. Samen met Michelle ga jij de militairen, die het depot bewaken, om de tuin leiden, zodat het voor onze compañeros mogelijk is om zoveel mogelijk munitie en wapens te jatten. Wat zeg je daarvan? Vriend?” Het overvalt me allemaal wel een beetje, maar toch voel ik me ook wel weer vereerd, en spannend is het sowieso. Er een nachtje over slapen is er uiteraard niet bij, en ik accepteer de opdracht. Ik word naar het geselecteerde commando gebracht voor een briefing. Ik maak kennis met het clubje en we spreken de missie door, met natuurlijk mijn en Michelle’s rol daarin. Michelle blijkt een astrante dame, en sommige van de compañeros kent ze zo te zien al langer. Nee die tante laat niet met zich sollen. Wat heet, ze deelt de lakens uit!

De volgende dag gaan we al op weg. Bij het depot aangekomen spelen Michelle en ik onze rol van buitenlandse vluchteling met verve, en we worden zonder problemen binnengelaten. Een soldaat brengt ons naar de commandant, maar voordat we daar aankomen, duwen we hem een dot chloroform tegen zijn neus. Hij gaat meteen onder zeil, en vervolgens gooien we de poort open. Onze compañeros nemen in de wiedeweerga het depot in bezit, laden zoveel mogelijk wapens en munitie in een vrachtwagen en dan; wegwezen. Zo gemakkelijk kan het gaan, met een beetje mazzel, en Michelle natuurlijk!

Maar het wordt al donker en het basiskamp blijkt toch te ver. Onderweg moeten we overnachten in een dorpje dat door de bewoners vanwege het oorlogsgeweld is verlaten. Het ligt aan de rand van de jungle, met op de achtergrond een oude tempel die prachtig wordt uitgelicht door het schijnsel van een volle maan. Er wordt een kampvuur gemaakt en gefeest, vanwege de succesvolle missie. En nu, nu leer ik Michelle ook van een andere kant kennen.

 

 


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

9 reacties

NicoleS · 23 oktober 2016 op 13:26

Spannend vervolg!

Thomas Splinter · 23 oktober 2016 op 20:25

Thks. Heb maar meteen deel 4 gelanceerd. Ben zó benieuwd.

Esther Suzanna · 23 oktober 2016 op 22:24

Spannende fantasie. ? Het is goed geschreven. Toch blijft het aan de oppervlakte en dat is jammer. Hoe ruikt de jungle…de sigaar …breekt het angstzweet je uit of raast de adrenaline. Wat voor uitstraling heeft de commandant..enz.

emaessen · 23 oktober 2016 op 22:42

Het is beslist spannend en goed geschreven maar het heeft iets te veel van een verhaal of uitgebreide anecdote weg. Als je aan een boek denkt bouw je het wat mij betreft veel te snel op.

StreekSteek · 24 oktober 2016 op 09:30

Als documentaire prima!

Mien · 24 oktober 2016 op 10:43

Astrante en belle, dat mag ik wel. Kom maar op met nr 4. Hoeveel delen nog?

Thomas Splinter · 24 oktober 2016 op 11:39

Gracias compañeros columnistas. Een van mij laatste verhalen uit de ‘oude doos’. Het klopt helemaal dat het hier en daar wat snel gaat, en te weinig uitgewerkt is. Maar helaas, daarvoor ontbreekt het bij mij voorlopig nog aan tijd. Misschien dat ik hier in een later stadium ooit nog eens aan toe kom, maar eerst wil ik die oude ordner helemaal leegmaken, en van mijn bucketlist vinken. Er zijn vooralsnog twee afleveringen van ‘Er zíjn grenzen’ te gaan.

Nummer 22 · 24 oktober 2016 op 21:48

Met jouw verhalen heer Splinter komen we allen wel door de winter. Dus..schrijven maar! Chapeau voor jouw verhalen!

Thomas Splinter · 25 oktober 2016 op 11:42

Hartelijk dank voor dit mooie compliment, én: Maak je borst maar nat!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder