Proloog

Terwijl het gros van de inwoners van Roerdonk reeds op één oor ligt, klinkt er vanuit café ‘de Gevulde kip’ nog muziek door de nacht. De diskjockey draait ‘Het laatste rondje’ van André Hazes, standaard het afsluitende nummer van de avond. Tevens teken voor de jeugd om zich nog eenmaal op de dansvloer te wagen. Inderdaad éénmaal, om zo die felbegeerde date alsnog uit het vuur te slepen. Ook Barry voelt zich nu, na ettelijke biertjes tot zich te hebben genomen, eindelijk mans genoeg om de stoute schoenen aan te trekken. Daarmee stapt hij op de verleidelijke Monique af, en jawel: Ze hapt! Samen dansen ze de sterren van de hemel. Dan vraagt Barry: “Goade mee noar boite?” Monique knikt alleen maar, pakt Barry’s hand en trekt hem resoluut mee het café uit, richting de parkeerplaats. In de schaduw van Henny’s snackbar kussen ze elkaar, langdurig. “Zal ik jaw noar hois brenge?” vraagt Barry. Monique aarzelt. “Zullen we teruggaan naar binnen? Irene moet op tijd thuis zijn,” zucht ze. “Maar volgende week … Ik bel nog wel.” Hand in hand lopen ze terug naar ‘de Gevulde kip.’ Barry is in de zevende hemel, want die Monique: Wow!

Irene staat, met hun beider jassen over de arm geslagen, al bij de uitgang van het café op haar vriendin te wachten. Een laatste kusje en weg zijn de twee meisjes. Barry zoekt zijn fiets op, en trapt fluitend naar huis. Een beetje zigzaggend, maar helemaal in de wolken. Het is maar goed dat het pad waarover hij tussen de weilanden door moet laveren, helder wordt verlicht door een volle maan. Juist als hij de brug over het riviertje de ‘Roer’ passeert, moet Barry plassen. De jongen stapt van de fiets, en doet zijn kleine boodschap. Maar dan gaat het fout. Barry glijdt uit, en flikkert zo in het water. Gelijk een baksteen zakt hij naar de bodem van de rivier, totdat hij op iets hards terecht komt. Het lijkt wel de motorkap van een auto. En dan meent Barry dat hij, ondanks het troebele water, iemand in de auto ziet zitten! Wat heet, die iemand kijkt hem met open ogen aan! De jongen herpakt zich, zwemt naar het oppervlak, klimt uit het water en springt gelijk weer op zijn fiets. Als een gek spurt hij naar huis, spoelt zijn kleren uit in de berging, en hangt ze buiten aan de waslijn om te drogen. Geruisloos sluipt hij weer naar binnen, naar zijn slaapkamer, en kruipt in bed. Zouden zijn ouders iets hebben gemerkt?

Als hij de volgende morgen wakker wordt, twijfelt Barry aan zijn waarneming van afgelopen nacht. Heeft hij een lijk gezien in die auto daar op de bodem van de rivier? Of was het een droom? Als hij beneden in de keuken komt, vraagt zijn moeder direct waarom zijn kleren aan de waslijn hangen. “Dien drol van Berkers goide gister een alling blad bier ovver me hinne,” liegt hij. “Zeker wer zat gewist,” moppert moeder. Barry laat het hierbij. Hij durft niets te vertellen over hetgeen hij op de bodem van de rivier heeft waargenomen. Als zijn ouders horen dat hij met zijn zatte ballen in het water heeft gelegen, mag hij wellicht komend weekend niet op stap. Dan kan hij die date met Monique wel vergeten, en dat kan hij zich niet permitteren. Want die Monique: Wow!


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

4 reacties

Mien · 21 november 2017 op 07:51

Spannend. Zowel Monique als dat wat op de bodem ligt en nog niet verteld mag worden, of gewoon niet bij naam. Laat deel twee maar komen. Met welk dialect hebben we hier overigens te maken?

    Thomas Splinter · 22 november 2017 op 21:27

    Dank je wel. Deel twee is onderweg. Het dialect is uiteraard onvervalst Roerdonks!

Karen.2.0 · 21 november 2017 op 23:07

Ha! Daar komt weer een lekkere Splinter aan, laat maar doorkomen! 😉
Ben ook benieuwd naar de herkomst van het dialect 😀

Thomas Splinter · 22 november 2017 op 21:29

Gracias. We gaan ervoor. Altijd weer spannend om met een vervolgverhaal de aandacht van de lezer tot het einde vast te houden. Ik ga mijn stinkende best doen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder