Net op het moment dat ik een eerste hap wilde nemen van mijn lievelingsgerecht, een bal gehakt, werd er aan de voordeur gebeld. Ik keek mijn vrouw hoopvol aan maar legde op haar non-verbale reactie mijn bestek zuchtend neer en stond op. Ietwat nijdig want in gedachten zag ik al zo’n uitheemse kleedjesverkoper voor mijn voordeur staan.

Ik rukte de deur open, maar toen ik zag dat de ontstane ruimte werd gevuld door een tweetal vrouwen, nam ik wat gas terug. Ik zag een wat oudere dame met naast haar een jonge vrouw van naar ik schat, een jaar of dertig. Ze waren keurig gekleed en zagen eruit alsof ze onderweg waren naar de officiële opening van een modezaak en vanwege autopech aanbelden voor hulp.

“Wat kan ik voor u betekenen, dames ?”, vroeg ik verantwoord kort want uiteindelijk lag er een bal koud te worden. De jongste van de twee keek even snel naar haar metgezel, ik vermoed haar moeder. Die knikte bijna onzichtbaar waarna de dochter een greep deed in haar bruine handtas en een op een magazine lijkend blad te voorschijn trok.

Ze keek me wat droefgeestig aan. Alsof ze elk moment in een huilbui kon uitbarsten. “Meneer”, begon ze ietwat voorzichtig. “Meneer, graag wil ik u dit blad aanbieden”. Ze hield het aan de bovenzijde vast zodat behalve haar keurig gemanicuurde en roodgelakte nagels, ook de voorzijde van het magazine zichtbaar werd. Ze was zichtbaar nerveus.

Het betrof een uitgave van “de wachttoren”. Dat las ik, en toen wist ik genoeg. Dit waren Jezuscolporteurs. Bijbelwolven die verkleed als verleidelijke schapen ongetwijfeld een poging wilden ondernemen om mij de burcht binnen te zwammen waarna de ophaalbrug voor eeuwig op slot zou gaan. Ik begreep nu ook de setting. We hebben in de buurt namelijk een schuur waar ze regelmatig praktiseren. Het jonge ding voor me was vast in opleiding en moest nu als stagiair het geleerde in de praktijk brengen.

“Ik wil u ook graag wat meer vertellen over Jezus”, blaatte de welp. Ze keek opnieuw naar de opperwolf of ze het goed deed. Ze zat op koers. Ze haalde vervolgens diep adem en begon: “De Here Jezus…”.

Ik greep abrupt in. Dat kan ik. Ik ga in dit soort gevallen dan ook meteen in de tegenaanval. “Dames, voordat u verder gaat, heeft u even ? Dan pak ik pen en papier”. Ze keken ietwat verbaasd. “Natuurlijk meneer”, zei de welp gemaakt beleefd. Ik ontdekte op haar gezicht een voorzichtige glimlach zoals die van een visser die na een weekje vergeefs hengelen eindelijk beet had. Ik liep terug de kamer in, graaide zonder iets te zeggen een notitieblok en pen en liep terug naar de deur.

“Zo dames, graag wil ik uw beider woonadres en telefoonnummer”. Ze keken me verbaasd aan en wisten niet goed wat ze moesten antwoorden. “Mag ik eerst die van u ?”, vroeg ik aan de opperwolf terwijl ik de penpunt op het papier zette. “Ik ga er namelijk voor zorgen dat u vanaf morgen elke dag tegen etenstijd bezoek krijgt. Dan hoeft u zelf niet meer op pad”. Ik toverde een glimlach.

Ze liep rood aan, draaide zich om, tikte toen haar “dochter” op de arm en verlieten zonder iets te zeggen het pad. Drie tellen later zag ik ze op straat een aantekening maken in een boekje. “Daar zijn we voor altijd vanaf”, zei ik tegen mijn vrouw en begon zuchtend maar voldaan aan mijn inmiddels lauw geworden bal.

Brompot

Categorieën: Algemeen

Bart

Bart Vlasblom, 63 jaar en met pensioen. Inmiddels vijftien jaar actief als columnist. Werkwijze: Met een kritische blik dagelijkse ontwikkelingen volgen. Zowel op politiek, maatschappelijk als persoonlijk terrein. Dit alles uitvergroot en op een humoristische wijze weergegeven. Brompotcolumns zijn "columns met een knipoog..."

5 reacties

arta · 27 juli 2014 op 12:07

Beetje lauw geschreven, ben je scherper gewend, maar de clou is erg grappig!
(Ga ik ook proberen ;-))

Bart Brompot · 27 juli 2014 op 12:23

Ben het met je eens Arta. Ik had hem nog liggen en dacht “als tip” gooi ik hem erin. Volgende keer weer scherp…

Meralixe · 27 juli 2014 op 16:41

Mooi hoe je een kleine bevolkingsgroep vol trots met enkele flauwe argumenten te kakken zet. Volgend verhaal enkele vooroordelen over de Hells Angels? Of, klinkt dat ietsjes te gevaarlijk?

troubadour · 27 juli 2014 op 19:24

Beslist vaardig en leuk geschreven!
Over dames aan de deur oordelen wij verschillend, een bal opwarmen is zo gedaan.

pally · 28 juli 2014 op 11:46

Leuk geschreven tafereeltje. hier en daar een opmerking tussendoor, die wat afzwakt en m.i. niks toevoegt bijv: ‘Ze keken mij verbaasd aan en wisten niet wat ze moesten antwoorden.’
en; ‘ik toverde een glimlach’.
Laatste zin: ‘zuchtend en voldaan’.
Sterke woorden: Jezuscolporteurs, bijbelwolven, binnen zwammen

Geef een reactie

Avatar plaatshouder