Ik schrik wakker van de voordeur. Papa is thuis. Mijn zintuigen staan op scherp.
Het ritueel is bekend, ik luister naar de vertrouwde handelingen. De voetstappen in de gang, gerommel in de kamer, de kastdeur waarachter hij zijn spullen opbergt piept.
Hij loopt naar de badkamer, draait de kraan open en wast zich.
De kraan stopt. Ik hoor het deurtje van de wasmachine dichtslaan. De machine begint te draaien. Zijn voetstappen klinken in de gang, maar eerst gaat hij naar zijn kamer en trekt iets anders aan.

Mijn hart bonst, en ik houd mijn blik strak op de deur gericht.
Gespannen wacht ik af. De dekens zijn warm en ik duw ze weg met mijn voeten. Mijn slaapkamer voelt benauwd, er hangt een muffe lucht van ongewassen lakens vermengd met mijn eigen lichaamsgeur. Papa wil dat ik het raam dichthoud als hij niet thuis is.
Mijn maag rommelt. Voor zijn vertrek had hij eten klaargezet maar ik had geen trek in de magnetronmaaltijd. Aardappels met kip, in saus is vies.
Ik ben een beetje misselijk van de chips en mijn keel voelt droog aan. Ik slik een paar keer om meer spuug te maken en lik mijn droge lippen.

Het licht van de straatlantaarn die voor ons huis staat, maakt spookachtige vlekken op het plafond.
Soms fantaseer ik dat mijn vader nachtdiensten draait, als bewaker. Dat hij gewoon rondes loopt in een grote fabriek, en oplet dat er geen inbrekers binnenkomen en spullen stelen. Ook denk ik weleens dat het fijn zou zijn als hij op kantoor werkte, en gewoon thuis is met het avondeten. Hij kookt en samen eten we het aan tafel op. Gewoon eten. Hij vertelt over zijn dag en ik vertel hem over school en wat ik met mijn vrienden heb gedaan.
We ontbijten samen. Na het ontbijt zet hij me af bij school en rijdt door naar kantoor.

Steven, mijn beste vriend, heeft een vader die dat doet. Met Sinterklaas en Kerstmis zijn er altijd feestjes, en dan krijgt Steven cadeaus en zijn er allemaal leuke dingen zoals een Sinterklaas en een Kerstman. Natuurlijk bestaan die niet, maar het zou best fijn zijn als alles zo was.
Bij ons is het niet normaal.

De voetstappen in de gang komen dichterbij en ik hoor de deurklink. Een streep licht valt de kamer binnen en ik hoor hem fluisteren:
‘Ben je wakker?’
Ik schuif overeind en fluister: ‘Ja…’
De deur zwaait open, en hij gaat op de rand van het bed zitten.
‘Je hebt niet gegeten.’
‘Chips,’ antwoord ik.
‘Dat is geen eten. Heb je honger?’
Ik schud mijn hoofd.
Vroeger zei ik ja, maar het is niet leuk om midden in de nacht gebakken eieren te eten met een vader die net doet alsof dat heel gewoon is.
‘Wat je wil,’ zegt hij.
Ik aarzel even maar vraag het.
‘Kom je morgenavond naar het toneelstuk van school?’
Door het halfduister kan ik zijn gezicht niet goed zien.
Hij slaakt een zucht.
‘Je weet dat ik ’s avonds nooit kan. Sorry jongen,’ zegt hij.
Mijn borstkas trekt samen. Het doet pijn.
Met een ruk draai ik me op mijn zij en trek de dekens over mijn hoofd.
‘Slaap lekker Sam,’ hoor ik hem zeggen en ik voel zijn hand even op de dekens rusten.

Het is dezelfde hand die een trekker overhaalt, of om een hals ligt en alle adem eruit knijpt.
Het matras veert omhoog en bijna geruisloos loopt hij naar de deur.

Ik weet wat hij doet, ik ben niet gek. Het is iets waar we samen over zwijgen. Onuitspreekbaar.

Categorieën: Fictie

Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

4 reacties

Nummer 22 · 16 juli 2017 op 22:03

De spanning houdt mij vast tot de laatste zinnen. Brrr een vrij beroep dat het daglicht niet verdraagt.

Knap geschreven Esther Suzannna????

NicoleS · 17 juli 2017 op 08:26

Goed geschreven en spannend. ?

Trebor · 18 juli 2017 op 11:05

Goed! Beklemmend en vol suspense. Iets minder op enkele plekken kan het nog meer maken.

Karen.2.0 · 18 juli 2017 op 16:13

Inderdaad, knap gedaan. Ik vroeg me af welke kant het opging, gelukkig bleek de uitkomst van geheel andere orde dan ik in eerste instantie vermoedde. Pakkend!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder