Mijn jeugd heeft zich afgespeeld op en rond een boerderij, en je kunt van een boerenbedrijf zeggen wat je wilt, maar er gebeurt altijd wel iets …

Vanuit de keuken kijken wij uit over de weilanden en aan de einder daarvan zie je nog net een stukje van de weg waarover wij dagelijks naar school, en weer terug naar huis moeten fietsen. Een stukje inderdaad, want dan verdwijnt het weggetje achter de bomen, en komt pas weer vlak bij ons erf tevoorschijn.

We zitten aan de keukentafel te wachten tot moeder de soep zal gaan opscheppen, als mijn zus geheel buiten adem komt binnenvallen. “Waar bleef je nou?“ vraagt moeder geïrriteerd. Zus vertelt dat ze is lastiggevallen door een jongen op een bromfiets. De nozem is haar gevolgd vanaf het moment dat ze van school is weggefietst. Onderweg heeft ze geprobeerd hem van zich af te schudden. Bij de boerderij van Vanden Einden is ze afgedraaid en heeft op het erf gewacht tot de gast uit het zicht was verdwenen. Maar toen ze weer verder wilde fietsen was hij weer paraat. We horen het verhaal van zus tijdens het eten van de soep aan, en mijn ouders zijn verontwaardigd over zoveel brutaliteit. Ze zullen het in de gaten houden, beloven ze.

Enkele dagen naderhand zitten we weer aan tafel. In de verte achter de weilanden zien we zus met volle snelheid aan komen fietsen met naast haar een jongen op een bromfiets. “Doar is ‘tie wer,” roept moeder. Nooit eerder heb ik mijn vader zo snel van zijn stoel overeind zien komen, naar buiten sprinten, en in zijn auto springen. Met piepende banden en een stofwolk achterlatend, scheurt hij van het erf. Het lijkt nog het meeste op een scene uit de “Dukes of Hazard.”

Mijn zus en haar belager zijn inmiddels achter de bomen en uit ons zicht verdwenen. Maar kijk; daar zien we de bromfietser alweer voor de dag komen, in tegenovergestelde richting nu. Vol vaart vlucht hij weg, met in zijn kielzog mijn vader in de Opel Kadett. Vanuit het keukenraam zien wij het allemaal gebeuren. Dan verdwijnen ze uit het zicht. Even later komt mijn zus thuis, weer buiten adem. Moeder stelt haar gerust; vader lost het wel op.

In spanning wachten wij op diens terugkeer. Twintig minuten later komt vader met zijn Kadett het erf opgereden. Met zweet op zijn voorhoofd komt hij binnen. “Die zien we nie mer terug,” beloofd hij. “Doar zulde gen last meer van hebbe. Op de Bosweg krig ik h’m te pakke. Ik heb h’m wel van de weg af moete rije en toen ie weg wilde renne heb ik h’m de sloat ingeslagge. Hij begon te janke en hij zou ‘t nooit mer doen zi tie, en toen vroeg ie nog of ik soms wérk voor hem ha! Ik heb h’m gezit dettie kon opflikkere!”

Trots kijk ik naar mijn vader, mijn held, want ik weet: Wie aan zijn kinderen komt, komt aan hem! Ja, het leven bij ons thuis was best wel vet!

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

6 reacties

Meralixe · 27 juli 2015 op 08:46

Mooi hoe je het boerenbedrijf verdedigt en deels romantiseert.
Helaas zit er toch iets eentonigs in uw schrijven. Een (te) kleine gebeurtenis moet een opwaardering krijgen door een mooi schrijven en hier stokt het een beetje doordat je een soort vertelvorm hanteert alsof je het ganse verhaal via de telefoon aan iemand doorvertelt. 🙂

    g.van stipdonk · 27 juli 2015 op 19:46

    Hm. Elk vogeltje schrijft zoals het gebekt is. Wat mij in Columnx aanspreekt is de gevarieerdheid van het aanbod, waardoor een eentonige ziel als ik er toch nog een beetje uitspringt.

troubadour · 27 juli 2015 op 18:44

Ik kan er ook niets van, maar ik had mijn vader toch een grotere Opel toegedicht.., ook al staat hij zijn aanstaande schoonzoon de huid vol te schelden.

g.van stipdonk · 27 juli 2015 op 19:46

Och, volgens mij reed half Nederland toentertijd rond in een Opel Kadett. Daarbij was mijn vader wars van gezwets. Hij zou het mij zelfs niet in dank afnemen als ik hem ineens met een andere wagen liet rondrijden. Vandaar de Kadett, asteblieft!

Esther Suzanna · 27 juli 2015 op 20:34

Ik vond het vorige ‘boerderie verhaal’ ook vet.

Kleinschalig, knus, écht. Leuk.

🙂

g.van stipdonk · 28 juli 2015 op 19:53

Kei vet! Dank je wel. ’tis wel rustig aan het front. Weet iemand waar Mien is gebleven?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder