Het zonnetje in huis

‘Hallo mevrouw, meneer, mevrouw!’
‘Huh’
‘Wat ben ik blij dat ik u zie’.
‘Ow?’
‘U brengt namelijk de zon mee’.
‘De zon?’
‘Nou kijk, de zon gaat buiten schijnen en als u nu naar binnen stapt, gaat het hier ook schijnen’.
‘Binnen?’
‘Ja, dat komt door u. U straalt namelijk iets uit, net als deze bloemen’.
‘Ow, u verkoopt bloemen’.
‘Boeketten, ik verkoop boeketten’.
‘Ja, dat zie ik… leuk’.
‘Een bloemetje straalt wat uit hè. Gezelligheid, dat past wel bij u’.
‘Vindt u’.
‘Jahaa, een goede match lijkt me zo’.
‘Nou, dit boeket kost anders wel 16,99 en da’s best prijzig voor een match’.
‘Hier heb ik speciale weekendboeketjes voor 5.99 en deze zijn 8,99.. 11,99 heb ik ook nog.
‘Daar zit wel een apart bloemetje in, wat is dat voor soort?’
‘Sterk, een heel sterk soort, staat zeker twee weken’.
‘Ow, nou dan neem ik die bos van 8,99 wel mee’.
‘Een goede keus, een sterk boeket voor een sterk persoon’.
‘Sterk?’
‘Plasticje erom, of liever papier?’
‘Papier is goed, ’t is toch voor mezelf, noem het een impulsaankoop’.
‘Dat is dan 9,49’.
‘Negen euro negenenveertig?’
‘Papiertje, lintje, voeding’.
‘Ach zo’.
‘Alstublieft en bedankt tot ziens fijne dagggg…  Hallo, meneer, mevrouw, meneer!’