Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven.

Mijn zoons zitten helemaal in de dolken, zwaarden en zakmessen sfeer. Schijnbaar hebben veel jongens dat in een bepaalde leeftijdscategorie. Vroeger was het volgens mij duidelijker. Had je interesse in zakmessen en dolken en wilde je die testen in de praktijk, dan ging je bij de padvinderij. Want daar was het niet vreemd als je verlekkerd naar je zakmes keek terwijl je het lemmet aanscherpte voor het geval dat. Onder leiding van de hopmannen of akela’s trok je dan in vol ornaat de natuur in met dat vlijmscherpe mes in de aanslag. Je wist maar nooit wanneer het avontuurlijke gevaar zich aandiende. Collega ravotters, kornuiten, schelmen en schavuiten vergezelden jou op deze schier onmogelijke missie. Zoals het jongenshandboek “Op! … Hollandsche Jongens naar Buiten”, van erkend vrijbuiter W.J. van Hoytema, het in 1910 al had bedoeld.

Dat de Duitsers de padvinderij in 1941 verboden, zegt genoeg over de daadkracht en vastberadenheid van haar leden. Bovendien hadden onze oosterburen hun eigen jeugdbewegingen. Zelfs eentje voor de meisjes. Onze woudlopers kwamen ondergronds nog wel bijeen om grootse plannen te smeden tegen de vijand echter duurde het tot 1945 eer ze zich weer in uniform hesen om zo het verzet fysiek te steunen. In de decennia die volgden werden de padvinders als te militaristisch beschouwd en verboden veel ouders hun kroost te participeren. Scouting Nederland anno 2017 gebruikt de term padvinderij enkel nog als geuzennaam.

Messen en zwaarden dus.

Mijn jongste zoon vroeg op een ochtend in de keuken na een vakantie vol vlieguren waarom het toch niet mocht een zwaard mee te nemen in het vliegtuig. Razendsnel schoten mijn gedachten door de luchthavens die we hadden bezocht en de controles die we hadden doorlopen. Ik zocht daarbij naar teksten, verbodsbordjes en logica die hem er op hadden gebracht dit onderwerp aan te snijden. Was het die norse beveiliger die hem had gezegd zijn armen en benen wijd te doen of was het juist die lieve mevrouw die hem een bakje gaf waarin hij zijn apentrolley moest stoppen nadat ze zijn iPad in een andere had gedirigeerd? Ik zie weer zijn verwrongen gezicht voor me bij die hectische poppenkast. Het hoe en waarom ging namelijk volledig langs hem heen. En kinderen willen dingen begrijpen. Vandaar zijn vraag. Een zwaard, dolk of andersoortig snijmiddel kon ik echter niet terughalen. Ik vroeg mijn vrouw in het Engels of zij iets over zwaarden had gezegd. Zij knikte nee op de manier waarbij ik haar meteen geloof.

‘Of een Kris Pusaka,’ vroeg hij bij het zien van mijn twijfel. Hiermee te proberen mij wat comfortabeler te laten zijn. Kinderen voelen spanningen namelijk haarfijn aan heb ik me laten vertellen. Ik keek hem dankbaar aan en begon te vertellen dat deze items scherpe punten en kantjes hebben en dat je zo medepassagiers kon verwonden. Als die dingen bijvoorbeeld ineens uit de bagagebakken zouden vallen zoals zijn iPad deed bovenop dat hoofd van die lieve kale meneer die voor ons zat. Ik dacht het juiste haakje te hebben en voegde er aan toe dat als die iPad een zwaard was geweest deze meneer definitief geen haar meer zou hebben nu. Er humor in brengen kan het onderwerp doen wegdrijven in een klaterende lach. Hoopvol keek ik hem aan. Hij wees naar zijn hoofd en vroeg of ik wel helemaal 100 was. Jonge kinderen durven dat tegenwoordig namelijk gewoon te vragen. Dat je er 100 hebt in plaats van bent, laten we maar even liggen. Mijn vrouw, de meest intelligente van ons twee, sprong bij en zei dat zwaarden en messen kunnen worden gebruikt door een soort boeven die er anderen pijn mee willen doen. Triomferend keek ze van hem naar mij. Het had duidelijk effect want zijn gelaat ontplooide.

Zij liep naar de woonkamer, ik naar de koelkast en mijn zoon bleef staan om al deze info cognitief te parkeren. Het is ook lastig en zelfs onverklaarbaar waarom deze wereld zo geworden is. Laat staan in het brein van een bevlogen kind waarin een zuivere wind waait. Waarin een mes geen wapen is maar een verlengstuk van plezier. Of nog sterker; waarin een hakbijl geen verdere associaties oproept dan het maken van haardhout en het wegkappen van obstakels op weg naar de schat. Leg dat maar eens netjes uit. In de Ouders van Nu lees je dat dit te doen is, maar in de praktijk is dat vele malen lastiger. Ineens verlang ik naar de alwetende hopman bij de padvinders waar mijn vriendje Michel toen zo tegen op keek.

‘En water dan? Waarom mag je geen water meenemen in het vliegtuig?’ De melk gutste langs mijn keel en het karton. Gelukkig hoorde mijn vrouw het ook, kwam terug en zei gedecideerd: ‘Alleen water wat je na de controles koopt mag je meenemen. Omdat dit water beter is om in vliegtuigen te drinken zodat je niet ziek wordt.’ Boem.

Terwijl ik op mijn knieën de melk aan het opdweilen was, realiseerde ik me weer waarom ik zo van haar hou.

B.B. Springfield

 

 

Categorieën: Algemeen

Bastiaan B. Springfield

Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven

2 reacties

Karen.2.0 · 19 september 2017 op 21:28

Leest lekker vlot weg, heb zitten grinniken terwijl ik het las. Als je de tekst iets had ingedikt was ie misschien wat scherper geworden. (maar met plezier gelezen dus 😉 )

Nummer 22 · 20 september 2017 op 07:10

Zie het zo voor me. Goed geschreven?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder