Uit de Kronieken van de Familie De Lidt

Het was het jaar 1916, midden in de 1e wereldoorlog, dat een mager ventje werd geboren op het platteland in de omgeving van Bleskesgraf. Een dorp waar iedere dag wel een grafstemming te bespeuren valt. Zo’n dorp waar je alleen de enige kroeg naast de kerk ging bezoeken op goede vrijdag, want dan was de drank gratis.

Dit mager ventje ’Baby’ genoemd, omdat zijn moeder nog geen naam had gevonden, hoe lang ze ook had gezocht naar de vader en een naam. Het was een heilloze tocht. Het dorp sprak schande dat Janneke, ja zo heette ze, met haar bollende buik op haar klompen door de enige keien straat rende en telkens maar riep: ‘Hannes, Hannes, je wordt vader’!, waar ben je. Deze Hannes eigenlijk Lul Hannes, zat alweer met zijn handen in het broek van een andere deerntje uit Oud Alplas. Het dorp in de buurt van Bleskensgraf. “GA door Hannes, GA door, het is zo fijn en wat heb je een dikke bult daar in jouw broek’. Ja, die haal ik er straks wel uit. En hij vingerde haar wel 3- of 6x zachtjes en het deerntje kwam gillend klaar, telkens weer. Hannes vingerde en bezwangerde de meiden uit de hele Alplasserdwaard.

Baby kreeg uiteindelijk toch een naam: Wouter! Wouter, want zo heette de schoolmeester waar Janneke, na schooltijd, altijd op schoot mocht zitten en omhoog en omlaag ging onder het zachtjes zingen – door de meester van ‘Hop perdje hop, hop perdje hop’. Daarna kreeg Janneke een lolly voor haar mond die ze gulzig in haar mondje stopte en begon te zuigen. Het was vreemd dat ze de lolly niet mee mocht nemen. naar huis. En dat deed Janneke dan ook niet. De meester stopte de lolly weer in zijn eigen broek.

Hannes, die was in geen velden of wegen meer te bekennen. Hij ging naar de frontlinie in de buurt van Verdun om te vechten tegen de Duitsers en niemand had ooit meer wat van hem vernomen. Hannes, tsja..die verdween voorgoed!

Wouter groeide op, terroriseerde zijn klasgenoten en het dorp, zong zijn Worst Hessel liederen en verkocht Volluk & Vaterland (ook als je het niet wilde). Iedereen in Bleskesgraf was bang van hem. Wouter was blond, 1.95 meter, droeg zwarte kleding en hoge zwarte glimmnd gepoetste laarzen. Wouter vond het ook leuk op de deuren te kloppen ‘Aufmachen, Schnell!’ en ging in de houding staan, rechterhand omhoog en riep, als de deur werd opengedaan ‘Grapje’

Wouter had de 5 meiden uit het dorp al bezwangerd, maar ook daar werd niet over gesproken. In 1941 werd hij uitgezonden naar het Oostfront, waar Wouter een granaatscherf in zijn hoofd kreeg en totaal de weg kwijt was. Zijn vriend Heinrich H., schreef een brief  ‘ Liebe Mutti von Wouter’ ) naar Janneke en vertelde dat Wouter de hele dag alleen maar aan het zingen was.

‘Ich bin kabouter Wouter

En woon unter de grond

Ick klimm und klautert

So dreck ich in de stront’

Dit lied begreep niemand ook niet nadat de oorlog voorbij was. Wouter, stierf op 1 april 1948.

Janneke zijn, inmiddels oude moeder, weende, kermde en jammerde om haar verdwenen zoon. De schoolmeester, inmiddels 89, die nam Janneke dan maar weer op schoot en zong; ‘Hop perdje, hop, hop perdje hop”.

Een lolly kreeg Janneke niet meer!

Categorieën: FictieLiefde

Nummer 22

Verwarde, inmiddels (na alle jaren hiervoor) Anno 2022- Juli 3 minder verward, en mede oprichter van het Absurdistisch Verbond met als mede lid en co oprichter Kees Schilder "Paco Painter"en zijn andere alter ego's. (De inmiddels emeritus) Prof.dr.mr.ir. R. Leijdecker (1955) van het O.I.L. Onderzoeks Instituut Leijdecker waarnemer, beschouwer en publicist over maatschappelijke ontwikkelingen met een knipoog. Een flinke knipoog! Reiziger over onze aarde (4 x helemaal rond ) kijker en luisteraar naar anderen. Eigenlijk, de Eigenheimer onder de eigenheimers, maar dat alles geheel terzijde.

7 reacties

Karen.2.0 · 5 januari 2017 op 22:36

Hoge school absurdisme nr 22! 😉

Mien · 5 januari 2017 op 23:00

Een knap doorregen Ruud Camustje.

    Nummer 22 · 6 januari 2017 op 06:49

    Hi Mien. Gelukkig maar ..een doorregen runderlapschwanz is taai..zeer taai als dat niet lang gesudderd heeft.?

      Mien · 6 januari 2017 op 09:01

      Ha, ha, geldt overigens ook voor zijn tong. Laatst nog een rund gezien met piercings aldaro. ?

Esther Suzanna · 6 januari 2017 op 12:41

Dit is toch wel écht een knap staaltje -en redelijk taalvaardig- stuk geschiedschrijving. Dank daarvoor.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder