Bij mijn vorige werkgever leerde ik een bijzonder creatuur kennen. Een rare Snuiter, met een grote neus, grote oren en voeten, zoals je echt nérgens tegenkomt. Echt NERGENS! Zijn naam was Ben Bang. Zo stelde hij zich ook voor: “Ik Ben Bang.” En Ben vertelde mij een verhaal. Over hoe hij als student stage had gelopen op een ontwikkelingsproject in een land hier ver vandaan. De inwoners van dat land heetten de Garen, en als je ze allemaal bij elkaar nam had je; een helebóel Garen, verklaarde Ben. Hij lachte zijn tanden bloot. Want sommigen van die Garen waren dan weer halve Garen. Ja ja, die Ben kon het mooi vertellen:

“Terwijl ik daar dus stage liep te lopen, brak er in het buurland een burgeroorlog uit, en die oorlog breidde zich als een olievlek uit naar het Garenland. Van mijn stagebegeleider kreeg ik terecht het dringende advies om, vanwege de veiligheid, per direct naar de hoofdstad af te reizen. Van daaruit zou ik met enkele medestagiaires van overheidswege worden geëvacueerd. Met een oude legertruck begon ik aan de reis. Samen met nog drie Kornuiten; drie andere medewerkers van het project.

Het ging allemaal niet van een leien dakje, want onderweg liepen we in een hinderlaag! De truck werd zwaar onder vuur genomen waarbij de chauffeur precies tussen de ogen werd getroffen, en het loodje legde. Met de twee overgebleven Kornuiten kon ik het vehicle verlaten. Tijdig, want het oude wrak ontplofte koud twee tellen naderhand. De ontploffing hield ons zo wel uit het zicht van onze belagers, zo konden we ongehinderd verder vluchten. Lopend, dat wel, dieper de rimboe in.

In een dorpje mochten we overnachten. De bewoners lieten ons ongemoeid. De angst voor sancties van de strijdende partijen zat er schijnbaar goed in bij de Locals. De volgende dag trokken we verder, en weer kwamen we in een dorp terecht. Daar zagen we pas goed waarvoor de andere dorpelingen zo bang waren geweest. Praktisch de gehele populatie van het dorp was uitgemoord! Het was één slagveld. Oorlog, het is echt complete waanzin!” Ben zuchtte, en pauzeerde even.

“ Tussen de rokende, stinkende puinhopen troffen we één overlevende aan. Een meisje, een Durske, Ze leek volkomen verloren en van slag. Wij ontfermden ons over haar en namen haar mee, op onze reis. Maar het zat niet mee. We moesten een rivier oversteken, maar de enige brug werd streng bewaakt door Rebellen. Dat ging echt niet lukken. Dan maar verderop gezocht. Toevallig vonden we een kano waarmee de rivier kon worden overgestoken.

Verder. Verder. We kwamen steeds dichter in de buurt van de hoofdstad, toen het verdomme weer stagneerde. Allerlei Schorriemorrie en Gespuis blokkeerden de toegangswegen tot de stad. Er moest iets anders bedacht worden. We wachtten tot het donker werd, maar amai! Nog meer pech onderweg: een patrouille. Weer werden we beschoten en de kleine meid werd geraakt. Ze moest gedragen worden, We renden voor ons leven, en wisten de stad te bereiken.

Voor het Durske was de race echter gelopen: ze bleek in mijn armen te zijn overleden. Dat was een zware slag voor ons. Maar we moesten verder, hoe dan ook. In de stad en rond de luchthaven was de chaos compleet; iedereen probeerde weg te komen. Maar nu hadden we geluk: Met behulp van ambassadepersoneel lukte het om aan boord van een vliegtuig te komen. Eindelijk. Eenmaal in de lucht konden we eindelijk opgelucht adem halen. Toen kwam de Man met de Hamer.”

Ben besloot zijn verhaal: “Die stage; het was een drama. Ik ben sindsdien nooit meer in het buitenland geweest. De schrik zit er goed in bij mij, en als ik tegenwoordig zo om me heen kijk, hoef ik er verder geen doekjes om te winden: Ik Ben Bang!”

 


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

4 reacties

Nummer 22 · 17 juni 2018 op 10:48

Hmmm… moest het verhaal 2x lezen. Wat een stage ervaring… Onguur bestaat niet! Guur wel en dat is jouw verhaal. Guur… Gaar en niet half gaar. Ben Bang dat ik ooir zo bang zal worden tijdens mijn internationale reizen naar de landen waar onrust heerst.

    Thomas Splinter · 18 juni 2018 op 22:43

    Ja, heb het eens meegemaakt, enkele maanden na mijn laatste bezoek aan een buitenland, brak er de pleuris uit. Ben er nooit meer terug geweest. Heb me hierdoor een beetje laten inspireren voor dit verhaal.

Esther Suzanna · 17 juni 2018 op 13:15

Wat een originele uitvoering van de Opdracht vd M. En toch wel weer heel eigen. Leuk!

    Thomas Splinter · 18 juni 2018 op 22:44

    Dankjewel. Wederom een verhaal uit de oude doos. Jaren liggen verstoffen op zolder. Wist er niet echt goed raad mee, tot deze opdracht van de maand, en voila!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder