Ik ben als kind op mijn achterhoofd gevallen. Het was 1999 en we vierden met familie en vrienden carnaval in ‘Eetcafé De Witte Zwaan’. Ik was verkleed als piraat, net als mijn broertje en al onze vriendjes. We deden net alsof we op een schip waren en kregen ruzie over wie de kapitein mocht zijn. Toen zag ik papa, een van de langere mannen in de kroeg, al dansend boven de menigte uittorenen. Ik klom in zijn nek. Hij werd mijn kraaiennest. Net toen ik wilde roepen dat ik de kapitein was, leek mijn schip te kantelen. Enkele seconden later lag ik gestrekt op de door bier doordrenkte dansvloer. Papa was gevallen. Een golf van bier bleek fataal voor zijn coördinatie. Een bult groeide op mijn achterhoofd.

Ik vermoed dat er opzet in het spel was. Je moet begrijpen dat mijn vader en ik constant in een concurrentiestrijd verkeerden. Toen ik drie was kon ik de voetbal tien keer hooghouden. Dat lukte papa pas op zijn achtste. Een jaar later werden mijn zijwieltjes eraf geschroefd. De ouders van mijn vader kochten pas een schroevendraaier toen hij 12 werd. Een week voor het incident wees ik hem op een haartje dat uit mijn kin leek te groeien. Dat was toen slechts een haartje uit mijn kin, nu weet ik beter: het was het startschot voor mijn baardgroei. Iets dat bij mijn vader pas op zijn veertiende te horen was. Toen moet er iets geknapt zijn bij hem.

Sindsdien heb ik vaak wakker gelegen met vragen in mijn hoofd. Wat was er gebeurd als ik niet was gevallen? Waar had mijn plafond gelegen? Was ik profvoetballer geworden? Wetenschapper? Consultant bij een gerenommeerd bedrijf met internationaal karakter? Ik zal het nooit weten.

Toch heb ik nooit gevoelens van wraak gekoesterd richting mijn vader. We zijn maar mensen. We handelen op basis van instinct. Bovendien: ik zou hetzelfde doen als ik de indruk kreeg dat mijn zoon me weleens voorbij zou kunnen streven. Natuurlijk, je wilt het beste voor je kinderen. Je bent trots als ze een doelpunt maken. Maar ze moeten niet overdrijven en hun vader te kakken zetten, of zelfs vernederen, door de prestaties die hij als kind behaalde, te verpulveren. Nu ik erover nadenk: ik sloofde me ook ontzettend uit toen ik dat balletje tien keer hooghield. Dat was niet nodig en bovendien provocerend. Enfin, geen wraakgevoelens dus. Maar wel het gevoel dat ik iets moest rechtzetten met mijn vader. Dus dat deed ik.

Ik nodigde hem uit bij mij thuis. Ik was gehuld in piratenkleding en overhandigde hem bij binnenkomst ook een setje. Hij wist meteen wat er ging gebeuren. “En Garde!”, brulde ik en het zwaardgevecht begon. Na enkele minuten wist ik het zwaard uit zijn handen te slaan en deelde de genadeslag uit. Hij zakte door zijn knieën en huilde tranen met tuiten. “Wat is er, pa?”, vroeg ik. “Ik won mijn eerste piratengevecht tegen mijn vader pas op mijn 32e,” snikte hij.

Categorieën: Gein & Ongein

4 reacties

Mien · 21 november 2017 op 13:26

Gross, sehr gross. Meer kan ik effe niet uitbrengen. Knap geschreven. Gross. Himmelhochjauzend zou ik er nog aan toe willen voegen. Wel lullig, twee verliezers, geboren om te winnen. ? ? ?
Op het achterhoofd gevallen? Bij lange na niet. ? ?

Nummer 22 · 21 november 2017 op 21:05

Grote klasse ! The pirates of the pub naar het ultieme duel. Tsja, vaders & zonen met hun baard, excusé moi zwaardgevecht daar moest een winnaar uot komen. ?of? vox populi… what’s your vote..to live or let die?
Huilen is te laat, ik zwaardvecht niet meer(ooit een gigantische hit! Corrie Kings, knight of the tranentrekkers, maar dit terzijde)

Chapeau chapeau! Ik heb genoten. Prachtig opgebouwd beelden overkomen!

Karen.2.0 · 21 november 2017 op 23:08

Tof geschreven zeg… ik doe een voorzichtige voorspelling: Column van de Maand 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder