Als zeventienjarige ben ik op een gegeven moment in een kazerne in Amsterdam om gekeurd te worden voor de militaire dienst. Helemaal in het zwart gekleed en met een neutronenbombadge op me denk ik het wel even duidelijk te kunnen maken dat ik niet de persoon ben die zij nodig hebben. Aan alle tests doe ik mee en als ik voor het bureau van een oudere man moet verschijnen om te praten over wat het beste bij mij zou passen gedurende die komende tijd vertel ik hem op ‘mijn speciale manier’ dat ik besloten heb om dienst te weigeren.

Die man zal het in zijn broek gedaan hebben van het lachen.

Na dit korte onderhoud is het tijd voor de volgende tests en één daarvan betreft het gezichtsvermogen; we staan in een rij achter elkaar en een ieder moet opsommen wat er aan getallen en letters en kleuren op een bord staat genoteerd dat aan de muur is gehangen. De jongen voor mij bakt er zo weinig van dat de keurmeester hem vertelt om naar het bord aan de muur te lopen en dat hij moet stoppen wanneer hij kan lezen wat er op dat bord staat.

De jongen houdt een meter voor het bord halt en wordt ter plekke afgekeurd. Dan ben ik aan de beurt en ik vertel eerlijk wat ik wel kan zien en wat ik niet kan zien. “Tja, je zit op min ‘…’ en dat is nèt de grens van wel of niet afgekeurd worden en word je dus goedgekeurd,” zegt de keurder.

Daar baal ik wel van. Als ik het er een beetje opgelegd zou hebben, zou ik misschien afgekeurd zijn. Eind van het lied is in ieder geval dat ik volledig goedgekeurd word. Het jaar daarop verlaat ik de middelbare school en aangezien ik een opleiding wil doen waarvoor het vereist is dat je de dienst al hebt gedaan (of bent afgekeurd of uitgeloot) vraag ik vervroegde dienst aan en weet ik dat ik in januari van 1983 aan de slag mag.

Van die grote mond die ik opzette over dienst weigeren is dus ook weinig overgebleven.

De plannen veranderen als ik op een open dag van de universiteit merk dat ik zo’n studie toch ook wel leuk zou vinden maar ik zit met die oproep, dus wat te doen. Ik bedenk me dat in de tijd tussen die keuring en nu mijn ogen misschien wel slechter zijn geworden en als dat zo is, dan kom ik net over die grens en kan ik alsnog afgekeurd worden! Dus naar de oogarts om er achter te komen dat de ogen inderdaad achteruit zijn gegaan en een herkeuring aangevraagd. Doordat ik de herkeuring zo laat aanvraag komt mijn eerste opkomst in januari te vervallen en zal ik sowieso met die studie kunnen beginnen.

Naast slecht gezichtsvermogen geef ik ook nog als reden voor de herkeuring een voetverzakking op en op een dag ga ik naar Den Haag om opnieuw gekeurd te worden. Met de jongen van de eerste keuring in gedachten probeer ik het lot te helpen door alle letters en getallen die door de dokter worden aangewezen verkeerd op te noemen.

“Nou, nou, je zult wel overal tegenop zijn gelopen toen je hier naar toe kwam!” bijt de cynische man mij bitter toe. “Weet je wel wat dat kost zo’n herkeuring?!” Mijn protest is dat ik er recht op heb maar ik voel me natuurlijk alles behalve lekker omdat hij mij door heeft. Die voetverzakking stelt ook geen bal voor en ik word goedgekeurd.

Het eerste jaar van de studie is heel leuk maar daarna is het gedaan met de lol en in 1986 geef ik het op; ik kan er gewoon niet doorheen komen. Dus maar weer zo snel mogelijk in dienst gaan aangevraagd en in november van dat jaar mag ik dan met die onzin beginnen.

Als gewondenverzorger kom ik bij een Genie compagnie maar ik word gedetacheerd op het ziekenverblijf van de kazerne. Af en toe moet ik met de compagnie op oefening maar het grootste deel van de tijd breng ik door in ‘het ziekenhuis’. Het grappige is dat ik daar mijn eigen medische dossier kan inkijken en ik moet erg lachen als ik het rapport tegen kom van de herkeuringsarts. In grote letters staat daar over mijn slechte zicht: “IS ABSOLUUT NIET WAAR!!”

Heb jij wel eens geprobeerd de dingen anders te doen voorkomen dan ze werkelijk zijn?

Categorieën: Algemeen

3 reacties

Libelle · 25 juni 2013 op 07:27

Ik doe niet anders.
Zo speelde ik niets dan enthousiasme bij de keuring voor militaire dienst en werd uiteindelijk reserve-officier.
Op kosten van de belastingbetaler mocht ik oefenen en blunderen in leidinggeven en was ik betrokken bij oefeningen in Duitsland.
Daarna kwam ik in het bedrijfsleven terecht en maakte carrière. Dat faken kan raar lopen!

Sagita · 25 juni 2013 op 11:26

Ik ben wel eens expres gezakt voor een statistiekexamen en hoopte daarmee van mijn faalangst af te komen. Niet leren, gewoon zakken en dan er achter komen dat je niet dood gaat. Het hiel wel!
Volgens mij kan er wel een boek geschreven worden over die militaire keuringen. Over wat die jongens allemaal uitvraten om S-5 te krijgen.
groet Sa!

Harrie · 27 juni 2013 op 00:10

[quote]Heb jij wel eens geprobeerd de dingen anders te doen voorkomen dan ze werkelijk zijn?[/quote]

Niet meer dan Plato. Een keuring kun je ook beschouwen als keuring. Ringetje om je keu in te hangen. Nietwaar? Leuk inkijkje in het corps militair by the way. groetjes, Harrie

Geef een reactie

Avatar plaatshouder