Ooit las ik ergens dat mensen op een bepaalde leeftijd het kind in zichzelf loslaten. Mannen schijnen er meer moeite mee te hebben, maar die vrouwen, oh, die zijn op hun twintigste volwaardig volwassen, nemen alleen nog maar verstandige beslissingen. ‘Huisje-boompje-beestje-denken’ en carrière maken zijn hun enige dagbestedingen. Is dit echt waar?

Waar ging het dan mis met mij? Welke afslag heb ik gemist? Welk sein, dat waarschijnlijk met rood zwaailicht keihard voor mijn neus stond te loeien, heb ik over het hoofd gezien?

Het kind in mij leeft. Sterker nog: Het kind in mij vergroot mijn lust tot leven. En als je haar even in haar zij kietelt, is ze soms zelfs meer aanwezig dan de volwassen variant. Een beetje provoceren, plagen, lachen en ach… Iedereen heeft toch wel zo’n exemplaar in zijn kennissenkring? Toch?

Stiekem ben ik er trots op dat de volwassenheid mij slechts zijdelings geraakt heeft, al zijn er ook nadelen. Al jaren probeer ik wat vervelende gewoontes af te leren. Eén ervan is fietsen op de stoep. Minimaal één keer per fietsrit, wanneer mijn gedachten braaf afgedwaald zijn naar mijn boodschappenlijstje, rijd ik er ineens. Op de stoep.

Plots kwakt mijn onderbewustzijn mij in een computerspel, waar ik middelvinger-opstekende mensen, bloembakken, vrouwen met wandelwagens en mede-op-de-stoep-rijd-fanaten al ‘sorry’-roepend moet ontwijken, zonder geparkeerde auto’s te raken, of, erger nog, rijdende. Wanneer ik al slingerend weer op het wegdek beland voel ik die nadelen. Soms letterlijk.

De keren dat ik het bewust doe, koester ik echter. Wanneer een brede glanzende stoep zich uitdagend voor me uitstrekt, zonder obstakels en met uitnodigende opritjes, dan kan ik me niet bedwingen en geniet van het moment. Dat bewuste wet-overtreden wil ik niet afleren. Ik wil het eeuwig blijven doen. Alleen na een wel-o-ver-wo-gen beslissing.

Een weloverwogen beslissing, op dezelfde manier gemaakt als eerder genoemde volwaardig volwassen vrouwen. Zij, die niet af en toe plots tot de ontdekking komen dat ze keihard aan het zingen zijn op straat. Zij, die niet constant in rare situaties belanden, omdat links lonkt, terwijl elke vezel verstand rechts krijst. Zij, die een kabbelend bestaan hebben, zonder al teveel toppen en dalen. Zij, die ik in een vorig leven bijna wanhopig probeerde te kopiëren, maar er uiteindelijk achterkwam dat stroomversnellingen beter bij me passen dan wat gekabbel.

En ondanks dat mijn ‘Villa Kakelbont’ inmiddels omgetoverd is tot een kleurloos luchtkasteel, mijn leeftijd inmiddels ruimschoots de veertig gepasseerd is, mijn kinderen zich af en toe rot schamen…

Dat kind.
Dat kind blijft.

Categorieën: Diversen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

16 reacties

Mien · 10 maart 2015 op 08:27

Blijven koesteren dat kind!
Zodra honger erom vraagt kan volwassenheid altijd nog met paplepels worden ingegoten. 😉

pally · 10 maart 2015 op 10:23

Prima, Arta, lekker zo blijven en ik hoop dat het besmettelijk is! Van die volwassen types, daar zijn er al genoeg van…
Leuk stukje met ernst onder de gekkigheid.

Frans · 10 maart 2015 op 14:20

Mooi verhaal. Al ben ik vooral kind gebleven door mijn gebrek aan verantwoordelijkheid. De spontaniteit van een kind is bij mij dan weer ver te zoeken. Ook kinderen hebben zo hun volwassen of eigenaardige trekjes. Zingen op straat was voor zover ik weet nooit mijn ding. Huppelen wel. Al deed ik dat pas toen ik al aan het puberen was. En slechts heel sporadisch. Mijn leven is toch vooral kabbelend. Maar dat was mijn jeugd ook. Waarschijnlijk omdat ze zo onbezorgd was. Mijn jeugd dan toch. Al gedraag ik me nog steeds alsof mijn leven pas morgen echt hoeft te beginnen.

Esther · 10 maart 2015 op 14:42

Haha, heel herkenbaar! Vooral die kinderen die zich schamen…maar die ook zeggen ‘jij bent één van ons’…wat ze daar dan ook mee bedoelen. ?:-)

Heel ‘kwink’ slagend geschreven. :-))

Anders · 10 maart 2015 op 15:40

Heel leuk geschreven Arta. Vlot, zeer herkenbaar en speels.

Meralixe · 10 maart 2015 op 16:27

Houden zo Arta maar he… het kunnen ook lentekriebels zijn hoor. Gevoelens zijn niet altijd perfect te taxeren.(denk ik) 🙂

    arta · 10 maart 2015 op 20:50

    Haha, beste Meralixe, dan duren mijn lentes wel heeeel erg lang! Maar je hebt wel gelijk, hoor, gevoelens zijn lastig te taxeren, zeker als ze alle kanten op zwieren 😉

Pierken · 10 maart 2015 op 19:26

Fijn stukske introspectie. Jij stuurt en het kind naast je wijst de weg. Of andersom. Mooi gegeven, artseltje! Als je maar niet gaat lopen krijsen om dat ene koekie. :laugh:

Ferrara · 10 maart 2015 op 19:29

Ik zie en hoor kleurrijke Arta. Heerlijk mens/kind.

trawant · 10 maart 2015 op 20:09

Je stukjes krijgen steeds meer ‘soortelijk gewicht’.
Mooie combi van zelfinzicht, relativering en humor… :yes:

    arta · 10 maart 2015 op 20:55

    Dank je wel, Trawant.Doet me goed!

    Allen bedankt voor de reacties! Echt, de originaliteit die de CX-schrijvers alleen al in hun reacties leggen! (Mag ook weleens gezegd worden 🙂 )

Dees · 11 maart 2015 op 10:13

Hmmm, sommige mensen zijn gelegenheidskind. Ik bij zee en met dieren bijvoorbeeld. Maar ik ben ook gelegenheidsoudwijf in voorkomende gevallen. Anderen moeten bewust hun best doen hun kind te cultiveren. Weer anderen hebben het kind in een doolhof achtergelaten. Of in een slachthuis.

Jij bent een natuurlijk kleurenkind. Die zijn zeldzaam. Dat maakt jouw aanwezigheid lente-achtig en leuk.

Dat gezegd hebbende, ik vind de column niet je beste, een beetje veel ik. Of jij dan. Terwijl het een leuk thema is, het kind in de ouder(e).

En het gebruik van cursief is jou heel eigen, maar staat in mijn ogen soms juist wat diepgang in de weg.

arta · 11 maart 2015 op 23:07

Jahaa, je hebt wel gelijk: Het is veel ik… En het woord had ik opgemerkt en hier en daar weggepoetst, maar in het grote geheel heb ik ik ik ik ik het gewoon gemist! 🙂
Enne… tja, italic-fan… Ook een puntje van overdenking bij mijn volgende…

Ah, alinea 1: “anderen hebben het kind in een doolhof achtergelaten. Of in een slachthuis.”: Ge-wel-dig!!

En dat kleurenkind… Dat is echt leuk om te lezen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder