Wind uit het westen vandaag. De vlaggen staan strak richting oost. Rook uit de grote schoorsteenpijp gaat dezelfde richting. Wolken volgen in hun eigen tempo, traag, niet echt uit vrije wil lijkt het. Volgend vooral. Gelaten schuiven ze voorbij. De eksters in de boom hiertegenover hebben het druk. Ze zijn aan het bouwen. De een sleept takken aan en de ander plaatst ze, ordent en construeert. Geluidloos verloopt het, op elkaar ingespeeld, routinematig bijna. Het is niet hun eerste project denk ik. Een zonnestraal komt door. Het is bijna maart. Er zit iets van lente in de lucht; iets van verlangen. Aangenaam.
Ik dwaal af. Fatsoenshalve richt ik mij weer tot de vrouw tegenover me. Om mijn kortstondige gebrek aan aandacht te compenseren hum ik misschien iets te nadrukkelijk. Ze onderbreekt haar verhaal in ieder geval en kijkt me vragend aan. Ik zeg haar dat het interessant is, kijk ook haar aan, laat een professionele stilte vallen en vraag vervolgens of ze er nog iets meer over kan vertellen. Gerustgesteld en zichtbaar blij met de uitnodiging vervolgt ze. Ik luister en maak aantekeningen. Het is niet het eerste verhaal dat ik hoor. Er zijn haar de afgelopen week velen voorgegaan. De thema’s zijn bekend en mijn grootste nieuwsgierigheid is bevredigd. Het gaat om variaties, nuances. Al hummend doorsta ik het verhaal. Ik bedank haar voor haar tijd en wijs de weg naar buiten. Zonder specifieke reden kijk ik haar na. Ze loopt richting fietsenstalling, pakt haar fiets, stapt op en vertrekt. Richting oost, wind mee. Wolkenloos is het ondertussen, fris maar zonnig. De eksters laten voor het eerst luidruchtig van zich horen.

Ik ga terug naar mijn plaats. Het loopt tegen half een. Ik heb trek. In de kleine keuken tegenover mijn ruimte weet ik een elektrische bakplaat; oud maar werkend. Een pan en twee eieren zijn voldoende. Opwarmen van zo’n plaat duurt even. Ik pak de pan, breek de eieren, doe er een scheutje olie bij en wacht. Om het wachten te veraangenamen ga ik achter het raam in de zon zitten. Warm is het, aantrekkelijk warm. Even de ogen dicht.

Omringd door de heuvels, godinnendijen gelijk, rijden we richting zuid. Zonder helm op de scooter. Easy rider. De omgeving is Grieks, de status zomer. Ontspannen. We genieten en hebben geen haast. De zon brandt merkbaar ondanks het vroege seizoen. Met de wind door de schaarser wordende haren kunnen we de warmte goed hebben. De weg is begaanbaar en de mensen groeten vriendelijk. Al rijdend worden we omringd door een geur van frisse kruiden. Hemels is het. Het avontuurlijk gebrek aan adequate bewegwijzering hindert ons niet. Het doel van de reis is niet heel concreet. Tijd hebben we, niets zoeken we. Het is er al. Wij zijn er. Grenzeloos voort gaan we. Maar de idylle duurt niet lang.
In toenemende mate wordt de kruidengeur afgewisseld door een onaangename walm. Een penetrante geur die doet vermoeden dat we tussen de godinnendijen richting ongewassen godinnenkruis rijden. Het hindert, onderbreekt en irriteert. We kijken elkaar aan en knijpen gelijktijdig in de remmen. Een brandweerauto passeert. Geluidloos voortbewogen maar met gillende sirene. Koud heb ik het. Het is afgelopen.

Ik sta op.
De wolken zijn terug, de eieren verbrand en de eksters nergens meer te bekennen. Eerst het brandalarm weet ik.

Categorieën: VC-FranK

6 reacties

troubadour · 1 maart 2015 op 06:57

‘Uit het dagboek van een psychotherapeut’, kwam er spontaan bij me op. En dan nog op een dag dat hij zich niet kon concentreren.
Toch wel interessant. “Omringd door de heuvels, godinnendijen gelijk, rijden we richting zuid.” Mooie zin. Vooral als je je realiseert waar je dan rijdt..

Ferrara · 1 maart 2015 op 14:58

Ik dacht in eerste instantie ook aan een therapeut, maar die bedankt doorgaans zijn klanten niet voor de tijd dat lijkt me eerder andersom te gaan. Inmiddels nieuwsgierig waarvoor je die verhalen nodig hebt. Aan welk onderzoek werk je?
Mooie opbouw naar het brandalarm dat je wel een beet ziet aankomen.

pally · 1 maart 2015 op 15:03

Mooi, die over je heen laten komen sfeer van vroege lente, overgaand in een herinnering.

Meralixe · 2 maart 2015 op 09:05

Een psychotherapeut die duidelijk aan vakantie toe is? 🙂

Mooie poging om verschillende elementen te laten samensmelten tot één geheel maar dan toch niet helemaal geslaagd. (denk ik) Laat dit echter één van de moeilijkste onderdelen van de schrijverij zijn. 🙂

Mien · 2 maart 2015 op 09:17

Heerlijk om weer eventjes in jouw column te verdwalen. Naar aanleiding van de commentaren kwam ik weer even op het spoor van Jonathan. Waarvoor dank!

arta · 2 maart 2015 op 21:39

Echt, jij schrijft zo ongelooflijk goed.
Zonder expliciet iets te vertellen, gun je elke lezer zijn/haar eigen beleving.
Heel mooi.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder