“Als je dood bent, dan ben je dood. Je kan bidden tot je een ons weegt, als je dood bent is het over en uit. Finito. Dan is er niets meer.” De oude vrouw sprak vermoeid tegen de nog veel oudere man naast naar bed. Een lang leven had haar uitgeput. Ze wilde nog maar één ding. Slapen, lekker lang slapen.

“Er is geen God, Allah, Boeddha of hiernamaals. Hierna is er niets dan duisternis. Leven na de dood, laat me niet lachen. Als je een beetje nadenkt, is dat eenvoudigweg onmogelijk” sprak ze verder. “Er is ooit berekend dat er al meer dan 100 miljard mensen voor ons zijn geweest. Als al die mensen en de mensen die nog na ons komen, ook naar de hemel gaan, dan wordt dat een knap drukke bedoening.”

Ze keek de oude man recht aan, haalde een paar keer diep adem en ging verder met haar relaas. “Ik moet er niet aan denken om bepaalde personen na mijn dood weer tegen te komen. Ik was blij dat ik van ze af was en dan kom ik ze weer tegen. Maar nu voor eeuwig. Nee, als we dood zijn weten we niets meer en zullen we vergeten worden. Ons lichaam zal verbrand worden of verrotten onder de grond. Af en toe komt er nog iemand bij je grafsteen staan janken, maar ook dat gaat voorbij. Trouwens, van mij had het hele leven niet gehoeven. Niemand heeft mij gevraagd om geboren te worden, maar ik ben wel gedwongen geweest het hele leven te leven.”

Na een diepe moeizame zucht gaat ze verder. “Ik heb alleen maar narigheid gezien. Moord en doodslag. Een grote bak ellende. Met welk doel? Nee, als er een God bestaat, dan was het van hem geen goed idee om het leven uit te vinden. De hel en de hemel? Kom op zeg, dat is toch een door pedofiele mannen in jurken uitgevonden leugen, met als enig doel om ons te onderdrukken. Maar ach, voor mij zit het er bijna op. Ben er niet rouwig om. Kan er geen moment van wakker liggen.”

Ze mompelt nog wat, om vervolgens vreedzaam weg te zakken in een diepe slaap. God keek naar haar en stapte langzaam bij haar bed vandaan, terwijl hij zijn ogen liefdevol op haar liet rusten. En voordat hij zachtjes de deur van haar slaapkamer achter zich dicht trok, deed hij het licht uit.

Zotteklap


Jan van Oranje

Onder het kopje 'In naam van Oranje...' publiceert columnist Jan van Oranje al enige tijd zijn goed gelezen columns. De columns zijn te lezen in Viva! Magazine maar ook op: www.janvanoranje.nl, facebook.com/jan.v.oranje, janvanoranje.blogspot.com en op twitter.com/janvoranje. Oh ja, Jan heeft extreem dyslectische vingers, dus vergeef hem zijn kleine schrijffoutjes.

7 reacties

Esther Suzanna · 2 december 2015 op 17:14

Wow, die kwam binnen. Mooi!

troubadour · 2 december 2015 op 18:00

Ik zat de tekst te lezen onder ZOTTEKLAP en dacht dat het de column was. Soms ben ik wat suffig.
Onder mijn naam staat ‘wildplasser’ en zelfs dat is te breed uitgemeten. De column kwam bij mij niet zo hard binnen als bij Esther.
Als het leven uit louter gelukzalige momenten bestond, dan zou je toch geen geld geven om de vierdaagse te lopen? Ach, je hebt God en je hebt paaldanseressen en je huurt ze bij dezelfde impresario..

Spencer · 2 december 2015 op 22:33

Fraai wel. ‘Niemand heeft mij gevraagd om geboren te worden, maar ik ben wel gedwongen geweest het hele leven te leven.’ Zo is het. Daarom word ik ook altijd pissig als mensen over ‘eigen verantwoordelijkheid’ beginnen.

Mosje · 2 december 2015 op 23:09

Of er na de dood niets meer is?

Schrijven is een houvast, je kunt er altijd op terugvallen. Het mooie van schrijven is dat woorden nooit verloren gaan. Eenmaal geschreven nestelen ze zich in alles om je heen. Woorden kunnen nooit sterven, ook al worden ze misschien nooit meer gelezen.

Altijd maar blijven schrijven, Zotteklap.

Harrie · 2 december 2015 op 23:41

Mooi stukje. Inspiratie uit de Dijk gehaald. Nu begrijp ik ineens waarom er zoveel stofdeeltjes in de ruimte zweven. Zoekend naar de hemel?

pally · 3 december 2015 op 17:17

ik vind dit wel een mooi rauw stukje, Zotteklap. Maar hoewel het niks met de inhoud te maken heeft , moet ik wennen aan iemand met jouw nickname, vooral als het serieus bedoeld is. Het zwakt het voor mij altijd wat af.

Dees · 3 december 2015 op 17:32

Tja, ik vind het enerzijds mooi geschreven. Tegelijkertijd krijg ik er een beetje hetzelfde gevoel bij als bij dat verhaal van 2 voetsporen in het zand en waar het moeilijk was maar 1, omdat God hem of haar droeg. Een soort stichtelijke rillingen krijg ik ervan.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder