En dan slaat plotseling de boot om en valt het hele orkest, gedirigeerd door Albert Mol, in het water. Ergens klinkt nog een blubberige noot uit een tuba. Lachsalvo’s schallen door de bioscoop. Ik kijk onze rij langs. Sommige kinderen zitten voorover gebogen van de pret, anderen slaan op hun knie of stoten hun buurman aan. Het is mijn verjaardagsfeestje. Ik zit in de derde klas en mag mijn beste vriendjes uitnodigen om naar Fanfare te gaan. De succesfilm van Haanstra draait in de chique hoofdzaal van de Passage. Mijn vader is een paar weken geleden na een jaar weer thuisgekomen. Hij deelt als een schoolmeester de stoelen uit en zegt waar we onze jassen moeten hangen.

Het rode pluche, het gedempte licht, de akoestiek die al het verwachtingsvolle gemompel in zich opzuigt, lange geplooide gordijnen die het bioscoopscherm nog aan het oog onttrekken. De uitgelaten stemming, die op straat nog door het joelende en elkaar stompende groepje waaide, slaat bij binnenkomst om in een eerbiedige stilte. De jongens klappen hun stoelzitting uit en leunen rustig achterover. Als het licht heel langzaam dooft en het doek openschuift fluistert alleen een enkeling nog naar zijn buurman. Het is alsof de bioscoopzaal zijn armen zachtjes en geruststellend om hen heen heeft geslagen. Dan tettert uit verborgen luidsprekers de begintune van het Polygoon-journaal de zaal in.

Ik heb deze zomer in Seinpost mijn eerste film gezien; ‘Alleen op de wereld.’ Samen met een nieuwe oom. Achterop zijn motor ben ik er naartoe gereden. De machine is een sterk levend dier dat onder me beweegt, gromt en schudt. Ik ben overgeleverd aan de brute kracht die bij iedere versnelling in me doortrilt. Het heeft geen zin mijn spieren te spannen ik moet het laten gaan. Na een tijdje geef ik me over en hel mee in iedere bocht.
Als de oude Vitalis sterft in de sneeuw en Remy alleen achterblijft, moet ik huilen. Oom Sjaak merkt niets. Ik ruik de zoete geur die tussen zijn arm en zijn borst hangt. Het is een lucht die ook in de kamer blijft hangen als hij op bezoek geweest is en zachtjes met mijn moeder heeft zitten praten. Oom Sjaak is er vaak overdag als ik uit school kom. Ik krijg een raar gevoel als ik hem zie.

Ik kijk naar mijn vader, die lang verwachte man aan het einde van de rij bioscoopstoelen. Ik zie alleen een donker silhouet dat zich aftekent in het flauwe licht van de gedimde lampen. Hij is dikker geworden. s’Avonds zit hij in colbert en stropdas aan tafel. Hij vraagt om vingerkommetjes met lauw citroenwater. Na een week zegt mijn moeder dat het hier geen hotel is.
Ik weet dat hij oom Sjaak niet kent en ik weet ongevraagd dat ik mijn mond moet houden.

 

Categorieën: Algemeen

9 reacties

Mien · 26 augustus 2015 op 12:48

Mooi verhaal trawant. Weemoedig en schoon. Ik zie de beelden van Haanstra voor me. Altijd werken ze. Net als de nostalgie. Het Polygoon. De tweede alinea begint stroef. Het komt door de sfeertekening die niet meteen beklijft. Je valt er los in. In die tweede alinea. Ook heb ik in zijn geheel wat moeite met de chronologie in tijd. Maar dat komt waarschijnlijk omdat het verhaal deel uitmaakt van een groter geheel. Verder graag gelezen.

    trawant · 27 augustus 2015 op 11:07

    Goed gezien Mien van dat grotere geheel.
    Ik probeer hier telkens een stukje uit.
    TX!

Spencer · 26 augustus 2015 op 12:58

:yes:

Yfs · 26 augustus 2015 op 20:09

Bij het ontdekken van de titel verwachtte ik dat deze column in de categorie gein/ongein zou vallen. Ik herinner me de film en vooral hoe op het einde de twee verschillende fanfares per ongeluk één (winnende) melodie ten gehore brachten.

Deze toch wel gevoelige column is ook niet onder de categorie ‘fictie’ geplaatst, daar zou ik me iets comfortabeler bij gevoeld hebben om te reageren.

Door de aanhef van de derde alinea : ‘Ik heb deze zomer’ en de omschakeling naar de tegenwoordige tijd was ik even de weg kwijt qua tijdsbesef. (Door de waanzinnig mooie beeldende details in de eerste twee alinea’s kon ik me maar moeilijk los maken van mijn bioscoopstoel! 😉

Dat de (je?) vader na een jaar weer terug kwam en met de nieuwe Oom Sjaak geef je de lezer alle ruimte om het hoe en waarom zelf in te vullen. Het contrast tussen beide mannen komt duidelijk naar voren.

De sfeer aan tafel in de laatste alinea is alleen met jouw pen te beschrijven en dat heb je waanzinnig goed en ‘schrijnend’ mooi gedaan! Ik werd er stil van!

:yes: :rose: :rose:

    trawant · 27 augustus 2015 op 11:04

    Dank Yfs, voor je uitgebreide reactie, bijna een recensie! :yes: 🙂

Dees · 27 augustus 2015 op 08:10

Hoe mooi je dat weet te vangen. De geur van Sjaak, maar vooral je vader. In een silhouet, het verzoek om vingerkommetjes, het is hier geen hotel en ongevraagd weten dat je je mond moet houden. Misschien wel een van de gevoeligste stukjes die ik van je heb gelezen. Er klinkt vaker bezinning uit je stukjes. Misstaat je niet.
:yes:

trawant · 27 augustus 2015 op 11:12

Hoe meer afstand in tijd,merk ik, hoe helderder sommige beelden worden en hoe het grotere geheel zich duidelijker aftekent.
Mooi dat je de sleutelzinnetjes eruit pikt.

    Ferrara · 28 augustus 2015 op 22:17

    In je antwoord aan Dees herken ik een en ander. Naarmate mijn leeftijd vordert begrijp ik steeds meer van mijn thuissituatie.
    Ik kan inmiddels zelfs enig begrip voor mijn vader opbrengen die niet in staat was verantwoording voor zijn gezin te dragen.

    Je laatste zin zegt veel of eigenlijk alles.

    Ik herinner mij Fanfare als een avondje uit in het dorpscentrum, waarschijnlijk met hulp van de bonnen van de melkboer.

Esther Suzanna · 27 augustus 2015 op 22:55

Het is ontegenzeggelijk prachtig geschreven. Ik begrijp alleen de samenhang niet. Waarschijnlijk heb ik de voorgaande stukjes gemist.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder