Ik wil overal zijn, maar voornamelijk in mijn eigen huis, waar ik de eerste lach van mijn pas geboren zoontje kan aanschouwen; waar mijn vrouw eeuwig van mij houdt – en ik van haar – ; waar drie katten meer brokjes krijgen dan ze kunnen consumeren; waar ik mijn demonen kan bestrijden en waar ik voldoende waakzaam kan blijven voor indringers die mijn geluk willen verstoren.

Mijn huis lijkt een duistere plaats voor onbevoegden en kent gebreken die enkel de bewoners ervan kennen. Het is een plaats waar gelukkig en ellende zich hebben afgewisseld; waar vreemde dingen zijn gebeurd die geen enkel levend wezen kan vatten; waar ooit, in een ver verleden, mensen leefden met een dropvoet, een mankend been en de kolder in hun hoofd. Vandaar wellicht dat mijn huis volledig gelijkvloers is en dat de deuren breder zijn dan in een gemiddelde Vlaamse woning. De ramen zijn nog van enkel glas en de raamkozijnen zijn opgebouwd uit afgebladderd hout. De vloer bevat een verweerd laagje plastic en de temperaturen zijn onmogelijk boven de twintig graden te krijgen als je ook nog geld wil besteden aan dingen die je echt boeien. Mijn tuin is nietig en mijn grasperk bevat molshopen die mijn uitzicht laten gelijken op een heuvelachtig landschap. De bomen en de planten dienen dringend gesnoeid te worden; de betonnen afscheiding die de buren uit mijn leven bant, staat op instorten en de tegels van mijn terras kleuren langzaam grauw.

Maar nergens anders dan hier wil ik zijn, waar de liefde mij omarmt, waar mijn gezin woont en waar ik ook onbezorgd kan genieten van mijn bibliotheek; een kleine ruimte waarin ik mijn geschriften vorm geef en al waar ik tot rust kan komen door in romans te bladeren van gevestigde auteurs zoals Brusselmans, Vekeman, de gebroeders Heerma Van Voss en vele anderen. Hun boeken staan gerangschikt volgens noodzaak, waarmee ik bedoel dat ik terug levenskracht kan putten uit bepaalde teksten; dat ik de dagdagelijkse sleur kan vergeten en dat ik mijn hart terug vol energie pomp. De kracht van het geschreven woord, daar ben ik aan verslaafd en niet in het minst als ik het zelf schrijf. Denk nu niet dat ik ooit ambieer zelf een beroemd schrijver te worden; het laatste wat ik werkelijk wil is dat mensen mijn teksten bewonderen; de enige drijfveer die diep in mij huist is het bedwingen van mijn demonen die af en toe hun kop opsteken en mijn geluk dreigen te vermoorden. Hier op deze plaats voel ik me goed en hier ik wil eeuwig leven. In mijn huis kan ik de hitte overleven en mag ik zijn wie ik echt wil zijn.

 

 

Categorieën: Liefde

Mark

Vlaams auteur, columnist en dichter. Kenner van het volledige oeuvre van Herman Brusselmans. Schrijft dagelijks.

8 reacties

Yfs · 2 augustus 2015 op 09:39

Eens kom je thuis,
wetend dat je daar bent aangekomen
besef je dat geluk niet meer is dan
een goed gesprek,
de geur van warme broodjes
en een goed glas wijn,
in een omgeving
waar je mag zijn wie je bent
en bemind wordt.

Je column deed me aan dit vers denken!

Eén kleine opmerking :
Tweede alina, tweede zin moet denk ik zijn :
Het is een plaats waar ‘geluk’ en ellende zich hebben afgewisseld.

Dat mensen je teksten bewonderen het laatste is wat je wil, begrijp ik niet helemaal?

    MDoornaert · 2 augustus 2015 op 12:48

    Je opmerking van ‘geluk’ in plaats van ‘gelukkig’ is volkomen terecht. Wat je andere opmerking betreft, ik bedoel dat je in de eerste plaats voor jezelf schrijft, dan voor mogelijke lezers, wat niet wil zeggen dat het niet aangenaam is als mensen het fijn vinden wat je doet, maar dat zal wel voor elke mens zo zijn, veronderstel ik. Waar ik veel meer waarde aanhecht nog is het feit dat mijn tekst je aan een vers deed denken en dat je ook de moeite nam dit met ons te willen delen.

troubadour · 2 augustus 2015 op 09:56

Ja, die eigen plek, die eigen rotzooi waartussen je jezelf lekker voelt. Sprekend geschreven, ik snap precies wat je bedoeld en waardeer des te meer mijn eigen nest thans.. Terug naar de ophaalbrug, denk ik soms.

Dees · 2 augustus 2015 op 16:53

De tweede alinea is prachtig. Je brengt de magie over en ik ben gek op schrijvers die dat kunnen. Dat zijn er niet zoveel. Ik zou bijna zeggen, doe meer een stap bij beschrijvingen over jezelf vandaan en zoek het daarnaast. In je huis, een plaats, bij je buren, in de trein. Of godbetere ’t, in de supermarkt.

    MDoornaert · 2 augustus 2015 op 16:59

    Geeft me moed door te schrijven, vooral omdat de tweede alinea volledig verzonnen is, op niets gebaseerd, gewoon een huis in mijn fantasie.

Esther Suzanna · 3 augustus 2015 op 19:07

Prachtig geschreven. Toch, het meermalen benadrukken dat je niet persé gelezen, geen groot schrijver wil worden of zijn is in tegenspraak met je handelen en schrijversgeest.

Waarom die contradictie?

    MDoornaert · 3 augustus 2015 op 20:36

    De schrijver en de mens leven samen in een voortdurend conflict waarbij de mens liever niet te veel aandacht opzoekt, maar de schrijver des te meer.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder