Zijn grote voorbeelden waren Edgar Allen Poe en Stephen King. Wat konden die mensen schrijven. Horror van de bovenste plank. God, wat zou hij willen dat hij dit ook kon. In plaats daarvan was hij een vijfderangs sportjournalist bij het lokale sufferdje.

‘Ik ga het proberen’, besloot hij op een dag. ‘Ik ga proberen een boek te schrijven. Waarom niet? Je moet toch ergens beginnen?’
Hij riep Jane in het leven. Jane, een jonge vrouw die bij een auto-ongeluk omgekomen was en wiens geest maar geen rust kon vinden.

Wat hij niet voor mogelijk hield leek te lukken: avond aan avond zat hij achter zijn laptop en schreef pagina’s vol over het leven van Jane.
‘Wat een leuke vrouw heb ik gecreëerd’, dacht hij wel eens als hij zijn teksten overlas. Hij werd er bijna weemoedig van. Zo’n prachtmens een auto-ongeluk laten krijgen en vervolgens als waanzinnige geest laten rondwaren? Hij vond het bijna sneu.

Zozeer ging hij op in Jane dat het soms leek alsof ze werkelijk bestond. Als hij in het schemerduister achter zijn laptop zat hoorde hij in gedachten zelfs haar stem. Het leek alsof ze hem vertelde wat hij moest schrijven:

‘Er klonk een vreemd geritsel en het kwam van boven. ‘Wat was dat geluid?’ vroeg Anna. Een deur sloeg dicht en ze keek angstig op. ‘Het leek alsof ik voetstappen hoorde.’
‘Dat is het geluid van mijn toetsenbord’, zei Edward en hij stopte met tikken.
Anna leek er niet gerust op en nu spitste ook Edward zijn oren. Die slepende tred… hoorde hij het goed? ‘Volgens mij hebben we muizen op zolder’ probeerde hij maar als hij heel eerlijk was geloofde hij het zelf niet.’

‘We doen het samen Jane, jij en ik’, grijnsde hij zo nu en dan als hij naar het scherm keek. De woorden leken meer en meer vanzelf te komen. Hij hoefde er nauwelijks over na te denken.
‘Dat idee heb ik ook’, hoorde hij Jane fluisteren in zijn hoofd. Jane. Zijn creatie, zijn fantasie. ‘Wat zal ik je missen als het boek af is!’ mompelde hij.
‘Ik jou ook’, antwoordde Jane.

Hij wou geen afscheid nemen maar het moest. ‘Anders wordt het boek te dik Jane, en dan koopt geen hond het’, legde hij uit. Jane zweeg maar hij voelde dat ze het er niet mee eens was.

Eindelijk kwam hij bij de laatste regels:
‘Het laatste dat Edward zag was het gezicht van Jane. Haar triomfantelijke glimlach. Haar lange blonde haren dansten om haar hoofd en ze was mooier dan ooit. ‘Ik ga je missen Edward’, fluisterde ze. ‘Ik ga je oprecht missen.’ Hij voelde zijn lichaam niet meer. Zijn nek, die ze net daarvoor met kracht gebroken had, zijn schouder die ze uit de kom gerukt had: niets voelde hij. ‘Jane’, fluisterde hij. Daarna zakte hij weg in een onmetelijke diepte.’

Met een klap sloeg hij de laptop dicht. ‘Dag Jane’, fluisterde hij. ‘Bedankt voor al deze avonden samen. Voor al deze momenten. Voor het boek dat ik heb kunnen schrijven dank zij jou.’

Hij leunde achterover. Een haast onmerkbare siddering ging door hem heen, hij wist niet waarom. Ergens boven hoorde hij een vreemd geritsel en het leek alsof hij zachte voetstappen op de trap hoorde. ‘Volgens mij heb ik muizen op zolder’ mompelde hij maar toen de deur achter hem zachtjes openging en de kamer zich vulde met een vreemde elektriciteit wist hij één ding opeens heel zeker: muizen op zolder had hij beslist niet.


Rebelse Huisvrouw

Toen ik met schrijven begon was ik van plan het te hebben over belangrijke en zinvolle dingen. Dat is tot op heden geen enkele keer gelukt...

6 reacties

troubadour · 23 november 2014 op 22:49

Deze keer is het ook niet gelukt om over belangrijke en zinvolle dingen te schrijven, Rebelse Huisvrouw. Niks mis mee, mits het dan maar andere kwaliteiten heeft. Echt geboeid ben ik echter niet geraakt.
Ik heb vooral medelijden met Anna, zelfs het liefste vampiertje ging haar nekje voorbij en ze wordt rücksichtlos verwaarloosd.

Mien · 24 november 2014 op 07:34

In het begin neem je me mee. Op je wandeling door het boek. Leuke vondsten en muizenissen. Moest zelfs even denken aan Maarten B. De eerste en laatste alinea doen voor mij afbreuk aan de kracht van het verhaal. Maar … ik weet bijna 100% zeker dat andere lezers dat niet zullen onderstrepen. Dat is nu het leuke van lezen en schrijven … 😉

Meralixe · 24 november 2014 op 08:38

Ik ken dat gevoel van typetjes neerzetten ook. Daar over alleen al is er veel te vertellen. Ja, het is een soort kracht, een soort macht in de schrijverij.
Hier tracht je de lezer ietsjes te ver mee te nemen zodat het wat warrig wordt. 🙁

Dees · 24 november 2014 op 13:38

Oeh, trubbels op zolder. Ik vind het wel een goede poging, ik denk alleen net iets te kort voor een horrorverhaal, daar moet je mensen net meer in paaien qua opbouw en geloofwaardigheid. Maar nogmaals, het heeft zeker charme en potentie.

Dees · 24 november 2014 op 13:42

Ps. Het neemt me ook mee terug naar de tijd dat Stephen King me nog nachten wakker kon houden. Ik ga zo ‘It’ maar eens herlezen, kijken of het nog effect heeft 😀

evil-ine · 24 november 2014 op 13:43

Gewaagde invalshoek, dat me boeit tot de een na laatste alinea. Daarna sluit je het verhaal af op een voor mij onbevredigende manier. Je bouwt goed de spanning op die in de laatste alinea als een slap ballonnetje leegloopt.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder