Nieuw. Post, gevolgd door permalink. Koud. Steenkoud. Meteen in de prullenbak of inzenden voor beoordeling? Ik kies voor direct optekenen, zonder verpozing. Menu gladstrijken, invouwen. Vreemde tekens opslaan als concept. Geen selectie op dt noch op witregels. Voorlopige stadia die in toekomst wellicht zichtbaar worden. Voor wie? Hoe lang? Waarom? Voor iedereen, totdat internet ophoudt, gewoon omdat het kan.

Maar permalink baart zorgen. Gehackt door boze geesten uit de onderwereld. Blauwe, zwarte, bruine, in alle schakeringen, in diverse categoriën meest gebruikt. Permalink bevriest voor mijn ogen in een toendra van kapitale letters, schots en scheef. Een Barentszee vol dikke inkt draagt droeve schrijvers van weleer. Ze spartelen spartaans, Bacon en Byron, Reve en Ribault, Dylan en Demeter, Nabakov, Neruda, in lettervermicellisoep.

Datagedichten, samengebald in kleine enen en nullen leiden tot een vierde macht en schieten wortel in drijfzand. Oorlog is het nog lang niet. Het is maart 2017. Stemhokken worden aangekleed met kruiswoordpuzzels en cryptogrammen. Niemand loopt nog door. Dit jaar stem ik Zweeds, op Sudoko. Ik oefen thuis alvast met een rode pen. Dat is een stok gevuld met inkt die in de punt taps toeloopt. Belangrijk is een goede doorstroming. Blijven schrijven is de kunst.

De bel gaat. Shit. Geen zin in deur. Laat staan in mens. Dieren bellen nooit aan. Ze vliegen gewoon binnen. Bij de beesten af. Ik kijk door het kleine zeemansgat in de deur. Guido. Nee, niet Guido. Hij heeft nog iemand bij zich. Wie is zijn gezelle? Het is een vrouw. Connie? Kannie. Die reist niet meer. Ze dragen beiden een boek. Nee, geen boeken vandaag. Geen zin in. Ik loop terug de kamer in. Daar wordt op de deur geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt. Ik kruip over de vloer door de gang naar de woonkamer en verstop me achter de bank. Ik voel ze gluren. Guido en Connie, door het raam. Ze mogen me niet zien. Of hebben ze dat al?

Ach, what the fuck. Och, wat een geneuk. Ze zijn allang weg en ik loop naar de schrijftafel. Vol inspiratie. Tien kilo inspiratie stort ik uit op tafel. De pen voelt zwaar, log en groot. Ik leg het uiteinde denkbeeldig op mijn schouder en omarm zijn middel, druk de punt op het witte vel dat voor me ligt. Ik schrijf alsof mijn leven ervanaf hangt. Luchtletters stollen op het papier. Eerst maar eens een titel verzinnen. Het halve werk. Een niet-ontmoeting met Palmen en Gezelle.

Categorieën: FictieVerhalen

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

17 reacties

Nummer 22 · 17 januari 2017 op 20:25

?

Karen.2.0 · 17 januari 2017 op 23:52

Ik kroop vanochtend ook in de hoop dat ze m’n deur zouden ontzien. Was verspilde ochtendgymnastiek. Uiterst vriendelijk doch kort gesprek aan de deur gevoerd, zonder voet ertussen. Was weer een inspiratiebron zullen we maar zeggen, net als Guido en Kannie/Connie ;-). Leuk en knap weer deze Mien.

    Mien · 18 januari 2017 op 08:16

    Mmm … van welke literaire kerk waren die wel niet?

      Karen.2.0 · 18 januari 2017 op 09:19

      Kreeg idd een literair werkje in m’n handen gedrukt. Was een prima onderlegger voor de aardappelschillen.

        Mien · 18 januari 2017 op 09:40

        Ach, worden die ook weer eens in hemelse watten gelegd. Op naar het Nirwana.

          Karen.2.0 · 18 januari 2017 op 11:23

          Precies Mien, daarom is het gesprek aangaan in plaats van vermijden altijd beter. Het levert, links- of rechtsom, altijd iets op 😉

            Mien · 18 januari 2017 op 12:16

            Couldn’t agree more, daarom ga ik iedere zaterdagochtend naar de markt.

Esther Suzanna · 18 januari 2017 op 01:11

Ik snap er weer eens de ballen van maar vind het wel heel mooi. Is dat ook goed?

Exact om deze reden ben ik ooit van de Kunstacademie gestuurd. Mooi. Lelijk. Verder kwam ik vaak niet.

    Mien · 18 januari 2017 op 08:35

    Ja, dat mag. Alles is gepermitteerd. Nou ja, alles, bijna alles. Als alles kan kan niets. Begrijpen is zo jaren zeventig. Een anekdote. In de jaren tachtig sprak docent tekenen naar de verbeelding Harry Boom tot een niet begrijpende student hartje zomer: “Graaf komend weekend eens een grote kuil, zo diep dat je er niet meer uit kunt kijken, ga daar dan het hele weekend in zitten. Kijk wat er gebeurd, neem waar en teken het op.”
    De jongen beleefde het spannendste weekend in zijn leven, tot dan toe. Hij nam sindsdien anders waar. Dat gold voor velen bij ons in de klas. Ik zal hem nooit vergeten, Harry Boom. http://www.draftforarts.info/harry-boom

NicoleS · 18 januari 2017 op 07:49

Daar wordt aan de deur geklopt. Hard geklopt zacht geklopt. Schoot door me heen.?

    Mien · 18 januari 2017 op 08:39

    Aan of op, het is maar hoe je het bekijkt. 😉
    Onder of boven wordt een ander verhaal.
    Bij door wordt het pas echt kwalijk.

van Gellekom · 18 januari 2017 op 09:17

Ik voel iets Jehova-achtigs En zit gespannen naar mijn raam te kijken. Heerlijk als ze komen en ik doe wel open. Genoten Mien

    Mien · 18 januari 2017 op 09:36

    Je zult het maar op je palmenres krijgen al die gezelleheid!? 🙂 🙂 🙂

pally · 18 januari 2017 op 09:33

Een warrelig associatief stuk, Mien, Lekker om eens even je hersens op te schudden. Dat is bij deze gebeurd, bedankt!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder