Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven.

Er wordt mij regelmatig gevraagd of ik niets mis als ik in het café sta te sneuen met een alcoholvrije buis. Die conversaties gaan ongeveer zo:

‘Hee Springfield. Alles niet zo paletti zo te zien.’

‘Mwa.’

‘Mis je dan helemaal niets?’

‘Mwa. Misschien mijn writersblock’

Ik probeer op dat moment dan zo wazig mogelijk te kijken zodat ze me niet kunnen betrappen op een kwart popper die ik bij iedere buis erbij laat glijden.

Ik wijs naar het etiket, draai wat aan de fles en mompel dan altijd iets van dat missen niets is en als je wat mist, weet je niet dat dit zo is. Je mist namelijk pas iets als mensen denken dat dit zo is. En dan is het ook meteen een zwaar gemis.

‘Okay dan. Hoelang al?’

‘Mwa. Tis ruk, maar het moet van den dokter.’

Zeggen hoelang ik dit al doe, zal ik nooit meer doen omdat dit de conversatie in een richting dirigeert die ik niet wenselijk vind. Bovendien heb ik een soort van imago al probeer ik nog steeds te verzinnen wat. Aan de hand van de grimas besluit ik of ik erop verder ga of dat ik er een grap overheen gooi die evenzogoed, zij het met minder verbale inspanning, het gesprek laat doodslaan. Net zo dood als het goedje in mijn glas toen ik het spul nog op die manier dronk.

‘Soort Shandy? Sneeuwwitje. Maar dan zonder bier.’

‘Klopt. Ik ben even uitgedronken.’

Vervolgens laat ik een boertje schieten, drink de buis in een teug tot aan de bodem leeg, gorgel een restje terug, schuif de buis wat op en neer in mijn mond en bied een slokje aan met de tekst dat het best wel te doen is.

En zo drink ik met gemak vijftien eenheden op een avond. Heb ook altijd een traytje achterin de auto staan voor het geval dat. En mijn leven is sinds deze nieuwe verslaving totaal anders. De manier van denken, mijn dromerijen, mijn perceptie van alles en iedereen en vooral het aantal malen dat ik het urinoir op zoek, want mozes kriebel, wat ga je pissen van dat spul. Als de brandweer. In plaats van de alcoholwaarschuwing moet hier een plaswaarschuwing op de buis.

‘Wil ik ook wel eens doen,’ hoor ik ineens. En dat hoor ik vaker. Toch kijk ik op, zie een paar welwillende ogen en knik met de buis nog in mijn mond omdat ik mijn tong er vacuüm in heb getrokken.

Ooit hadden we Ruckler. Nu Heineken. Binnen nu en een jaar krijgen we het uit de tap. Met nu en anderhalf jaar gaat iedere hipster eraan en vanaf dan en tweeëneenhalf jaar verder staat het onder de trap van iedere gemiddelde doorzonwoning. Waarom? Omdat het extreem verslavend is.

Ik zuip dat spul dan ook met liters tegelijk. Alsof mijn leven er vanaf hangt. En dat doet het eigenlijk ook wel een beetje. Op ieder moment van de dag. Soms ook weleens in de ochtend. Gewoon even een nulpuntnulletje. Lekker omdat het kan en je hoeft je voor deze verslaving nu eens niet te schamen.

‘Waarom drink je er zoveel van Springfield?’ Ik kijk nuchter, mijn neus ruikt zweet en leven. Ergens hoor ik lachen en plezier. Compenseer me een ongeluk. Ik voel veel dingen sterker dan gewenst en zeg:

‘Omdat het echt niet te zuipen is.’

B.B. Springfield

 

 

Categorieën: Algemeen

Bastiaan B. Springfield

Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder