Ze kan het nog niet echt geloven. Amper twintig jaar en dan al in de hemel vertoeven. Hoe is dat mogelijk? Engel Gabriel legt troostvol een arm over haar schouder.

‘Ben maar blij. Je verkeert in de wolken. Dat maken niet veel meisjes van jouw leeftijd mee. Vertel me eens je naam. Hoe heet jij?’

‘Nsho-tshi.’

‘Nsho-tshi? Dat is een vreemde naam. Het klinkt als een niesbui. Een beetje Chinees. Waar liggen jouw roots? Vertel eens wat over je familie.’

Wat een rare engel denkt Nsho-tshi. En brutaal nog ook, om zoveel vragen te stellen. Maar ja. Ze zit hier nu wel op een wolk in de hemel met hem en verder gezelschap is niet te bekennen in de directe omgeving. Dus moet ze er het beste maar van maken.

‘Ik ben een Apache, geen Chinees en een paar uur geleden ben ik neergeschoten op een prairie. Door een andere Apache, een mannetje. Heel vervelend allemaal. Ik was verliefd op een mooie bleekscheet en net op weg om mijn liefde te verklaren toen die koekenbakker uit jaloezie mij ineens neerschoot. Hij dacht: als ik haar niet kan hebben dan niemand niet. Dat had hij mij ook al eerder verteld. Ik had nooit gedacht dat hij het zou doen. Maar daarin heb ik mij helaas schromelijk vergist.’

‘En was er niemand die jou kon behoeden voor die jaloerse indiaan?’

‘Nee. Apachen zijn een apart volkje. Ze hebben zoiets van laissez fair. Jaloezie kennen ze eigenlijk niet. Uitgezonderd die vreemde koekenbakker dan. Hoe heette hij nu ook alweer? O ja, Santer. Wat een eikel. Uitzonderingen bevestigen de regel helaas. Maar ho. Ik mag niet oordelen over mijn stamgenoten. Dubbel hoor. Hij heeft wel mijn potentiële liefde doodgeschoten. Alsof indianen niet verliefd mogen zijn. Geen emotie mogen tonen. Maar genoeg zo. Nu ben jij aan de beurt om te vertellen. Hoe heet jij en wat doe jij op deze wolk.’

‘Ik heet Gabriel en ik ben bewaker van de witte wolken. Dat doe ik in naam van hij die niet genoemd hoeft te worden, omdat iedereen hem kent. Jij kent hem toch ook, of niet? En nu ga je vast vragen hoe ik dan die wolken bewaak? En of ik kan vliegen? Je bent niet de eerste die dat vraagt hoor. Wel, het is heel simpel. Ik heb een luchtpaard en dat brengt me overal naartoe. Het paard heet Pegasus. Het is heel sterk en zonbestendig. Dat moet ook wel want het moet zo af en toe rakelings langs de zon vliegen met mij. Ik draag dan mijn brandwerend pakje uiteraard. En een vuurhelm. Ik ben niet gek. Zo houd ik mijn hoofd in ieder geval koel. Wil je misschien een stukje meerijden?’

Zo gevraagd, zo gedaan. Nsho-tshi springt samen met Gabriel op Pegasus. Die huppelt blij met wapperende staart van de ene naar de ander wolk. Gelukkig is het erg bewolkt vandaag en houdt Pegasus het lekker lang vol. Het biedt Nsho-tshi veel troost. Ze denkt ook eventjes niet meer aan haar geliefde die ze nog maar kort geleden de liefde verklaren wilde. As time goes by. Bovendien vindt ze Gabriel eigenlijk ook best wel leuk. En nee, dat is niet alleen maar vanwege dat prachtige paard dat hij berijdt.

Nsho-tshi is een echt paardenmeisje. Sterker nog. Ze houdt eigenlijk meer van paarden dan van indianen of engelen. Maar dat laat ze nooit niemand merken. Maar iedereen die Nsho-tshi ontmoet weet wel beter. Zo ook Gabriel.

‘Je vindt Pegasus wel leuk hè?

Nsho-tshi had geen zin meer om langer verstoppertje te spelen. Ja dus.

‘Dan heb ik een verrassing voor je. Ik ben namelijk ook hoeder van alle dode paarden die de afgelopen jaren de hemel zijn binnengestormd of gebracht. Wil je ze ontmoeten?’

Nog nooit was Nsho-tshi zo gelukkig geweest. Binnen nu en pakweg een half uur zou ze oog in oog staan met al haar afgodpaarden. Wauw. Alleen, met wie kon ze dit geluk nu delen? Iedereen huppelde nog wat rond op de aarde. Haar complete familie en volksstam. Ze kende niemand in de hemel. Daar was nog niemand naartoe gegaan. Zij was de eerste. Het geluksmoment leek in een mum van tijd weer te verdwijnen. Totdat ze oog in oog stond met alle afgodpaarden. Van vreugde begon ze zelf spontaan te hinniken.

Gabriel lag helemaal in een deuk. Hij was blij om Nsho-tshi gelukkig te zien. Indianenmeisjes die huilen kon hij maar moeilijk verdragen. En eerlijk is eerlijk. Hij was in korte tijd ook wel een beetje verliefd geworden op Nsho-tshi. En niet alleen maar vanwege haar twee leuke, lieve lange zwarte vlechten en haar diepdonkere val- en verdrinkogen. O nee. Met zachte hand streelde hij de zachte manen van Nsho-tshi en keek haar vragend aan.

Nsho-tshi werd helemaal verlegen van Gabriels blik. En dan die zachte kleine hand. Die voelde teder in haar nek. Heerlijk. Ze vergat al snel die andere hand, die haar tot voor kort in gedachte had gestreeld, Old Shatterhand’s hand. Verguisd is de gedachte, voorgoed verleden tijd. Ook aan paarden dacht zij niet meer. Het enige dat zij nog kon denken stond hier voor haar en had twee volle lippen. Zachte zwoele lippen die langzaam naderden en snel kusten. Minutenlang.

De blauwe hemel donderde en bliksemde voor even. Zware regen viel kort en hevig neer in de indianenvallei. Spoelde haat en jaloezie weg. Op witte wolken dreef de liefde verder. Een Pegasus die warmde zijn vleugels, al vliegend, de blik gericht op zon. Nog geen negen maanden later zag een lieve kleine squaw het leven. Olijk lachend. Met zwarte pretoogjes onder rode wangetjes, Langs haar wangen zwarte minivlechtjes en oh zo schattig, twee minivleugels op haar rug.

Categorieën: FictieLiefde

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

4 reacties

NicoleS · 30 april 2016 op 15:33

Oh wat een leuk stuk??een sprookje?

Mosje · 2 mei 2016 op 14:05

Een indiaan in de hemel….. die gaan toch naar de eeuwige jachtvelden? waar de vrouwen eeuwig maagd blijven? 😉

Bruun · 3 mei 2016 op 13:17

Na een internetloos weekendje weg stuitte ik met enige leesachterstand alsnog op dit prachtverhaal. Heerlijk om te lezen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder