12 Skyline

Dwingend drukte hij zijn mond tegen mijn lippen. Stijf onderging ik zijn kus, de innerlijke strijd tussen opluchting en boosheid werkte verlammend. Hij moet gevoeld hebben dan ik niet meegaf en liet me los, knipte een zaklamp aan en belichtte de muurtekeningen alsof er niks was gebeurd. Ik had genoeg gezien en liep de donkere grot uit. Eenmaal in daglicht was ik even verblind, begon aan de afdaling maar deze keer liep Steve achter mij. In de auto merkte hij blijkbaar dat ik rilde en deed de verwarming aan. Ik was ijskoud, van buiten en van binnen. Mijn hoofd tolde van gedachten die heen en weer slingerden tussen verbijstering, ongeloof en tegelijkertijd probeerde ik kalm te blijven. Ik had weinig keus.

Ik keek naar Steve’s profiel. Zijn grove trekken leken opeens lomp, de boksers neus en zware wenkbrauwen nors. We zwegen tot hij een parkeerplaats van een gigantisch winkelcentrum opreed.

‘I’ll get you a hot choc’late, to sweet’n you up’, zei hij en legde zijn warme hand op mijn knie. Ik kon zijn blik niet peilen. Was het leedvermaak of spijt? Hij stapte uit, liep om de auto heen, opende mijn portier en trok me aan mijn handen de auto uit.

Het winkelcentrum was druk. Met de Kerst in aantocht was het centrum omgetoverd  in een Walt Disney decor door een overdaad aan kerstdecoraties. In de centrale hal zat de Kerstman op een gouden slee omringd door pakjes. Kinderen stonden in de rij om op schoot bij de wit bebaarde man hun liefste wens in zijn oor te fluisteren. Steve loodste mij richting koffiecorner en bestelde warme chocolademelk. Tegenover elkaar zittend pakte hij mijn hand. De reflex om terug te trekken bedwong ik omdat ik me realiseerde dat het dan heel onaangenaam kon worden. ‘I’m a badass, baby, i’m sorry’ zei hij zacht en voor het eerst sinds we de grot verlaten hadden keek ik hem aan. Mijn woorden bleven steken in mijn verwarde denken maar zijn blik leek oprecht. Op dat moment nam ik de beslissing om het voorval los te laten.

De rit naar zijn huis verliep in redelijke harmonie. Steve’s plan was om de volgende dag te vertrekken voor onze Roadtrip. Delen van Route 66, de ‘Mother Road’ zoals de Amerikanen de eerste snelweg in de US noemden, waren niet meer volledig intact dus zouden we hier en daar afwijken.

Mijn kleine reistas was gepakt toen ik die avond vermoeid van alle indrukken in bed kroop.

De dagen die volgden reden we door de glooiende vlakten van Kansas waar verlaten hutjes in  oneindige maïsvelden stonden en hier en daar een eenzaam grazende buffel mij melancholiek stemde. Tulsa rees als een miniatuur Manhattan op uit het niets met zijn Skyline die wolkenluchten weerspiegelde. De ‘Tumbleweeds’, rare hooibollen die vederlicht over de vlakten van Texas rolden, enkel geremd door roze bolvormige gebergten. Zoutvlakten die een contrast vormden met de rode aarde van New Mexico waar Tarantula’s over de weg kropen.

Toen ik boven een grote spin hing om een foto te maken riep Steve vanuit de auto dat ze één meter konden springen. Gillend rende ik richting auto, sprong erin en sloeg het portier snel dicht. Schaterlachend om mijn reactie lachte ik met hem mee. ’s Nachts sliepen we in goedkope motels, ranzige diners voedden ons met af en toe de traktatie van een ‘luxe’ Steakhouse. Elke dag was een avontuur en mijn aantekeningenschrift raakte vol. De sfeer tussen mij en Steve was gemoedelijk. We spraken niet veel buiten het delen van onze bewondering voor de schoonheid van het landschap, de prachtige wolkenpartijen en luchten waar kleine oliepompen donker tegen afstaken, verwondering over de ronde kleihuizen met azuurblauwe luiken in New Mexico. We spraken over waar we gingen eten, wanneer we wilden stoppen en wie er in welke kamer sliep.

Een poging om mij te kussen deed hij niet meer. Ik raakte vertrouwd met Steve’s grote handen aan het stuur, zijn rustige rijstijl, de beschermende houding jegens mij – ik voelde me veilig. De lange ritten met wisselende landschappen hadden een hypnotische werking en ons zwijgen voelde als een verbond. Ik hoefde me nergens zorgen over te maken…


Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

9 reacties

Meralixe · 30 september 2015 op 07:43

Nee hoor, oordelend in de zin van goed of slecht durf ik hier niet te reageren. Ik mis wel het gesprek. Mensen kunnen scheefgetrokken situaties toch bijpraten? Nu heb je een onnatuurlijke sfeer van wapenstilstand die de lezer in de kou laat staan. En, echt genieten van de trektocht? Ook daar twijfel ik aan.
Nu, het verhaal is (gelukkig) nog niet af he!

    Esther Suzanna · 2 oktober 2015 op 14:06

    Meralixe, er werd daadwerkelijk niet veel gesproken in dit verhaal. Hadden we dat maar wel gedaan…*dramatische blik omhoog*

Mien · 30 september 2015 op 08:06

Yes, yes, yes …! En daarna het vervolg. Eerst het zuur en dan het zoet. Of andersom? Mooi hè, moeder natuur ‘on the road’. Ik kan ook zo genieten van koeien. Go, go, go. We follow.

troubadour · 30 september 2015 op 09:51

Je benadert nu het beroemde boek van Persig; ‘Zen and the art of motorcycle maintenance’ Prachtig! Ook die muntte uit in het weglaten van zoveel mogelijk dialoog.

Dees · 30 september 2015 op 10:15

Krijg altijd een licht gevoel van pedofilie als een man van veertig achter een meisje van twintig aan zit. Ik vind het vooral heel mooi hoe zijn wenkbrauwen en neus daarna transformeren. Mooi gevangen omslag. Ik ben benieuwd wanneer hij weer zal toeslaan. Want jij bent je aan het ontspannen ‘on the road’, om er nog maar eens een andere klassieker bij te halen. He is biding his time. Wat ik je brom.

Compliment toe: ik vind het heel knap hoe je de lezer weet vast te houden. Ik vind het overigens wel echt een vervolgverhaal, minder een roman. Maar dat zou je met schaafwerk wel eenvoudig kunnen veranderen.

    Esther Suzanna · 2 oktober 2015 op 14:03

    Dank je wel Dees, voor compliment. Ik weet ook niet of het lukt hoor…het is mijn eerste poging tot een lang verhaal. Minstens 150 pagina’s denk ik zo…

    *smiley met tandjes op elkaar* plus *smiley met grijns en zweetdruppel*

    Frans · 5 oktober 2015 op 10:10

    Pedofilie vind ik wat ver gezocht, al had ik als jongeman ook zoiets van wat moet je als oudere kerel met zo´n jong ding. Daar kun je, dacht ik toen, toch geen volwassen gesprek mee voeren. Nu ik zelf zestig ben, droom ik wat af over scharreltjes met schoonheden die de dertig nog niet zijn gepasseerd. Voor het goede gesprek ga ik wel naar mannen radicale therapie. Nu moet ik wel benadrukken dat het uitsluitend om dromen gaat en ik zelf geen kinderen heb. Met een dochter van dertig zou een vrijpartij met een meiske van 25 wel geen pedofilie zijn maar toch tegen incest aan schuren. Voor mijn gevoel dan toch. Andere oudere mannen stralen als pauwen als ze zelf achter in de zestig nog een keer papa worden. Zelfs de kleinkinderen komen er trots over vertellen in allerlei praatprogramma´s.
    Dit staat natuurlijk allemaal los van de avonturen in Oklahoma die ik met liefde en plezier blijf volgen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder