Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven.

 

Ons Franske

 

‘Wa hebben we nou Franske?’ Slaperig draait hij zich half om naar zijn vrouw. Aan de muur hangt een schilderij van een woonwagen zoals we die kennen en graag zien. Mooi recht geparkeerd, veel groen eromheen en spelende kinderen die genieten van het kampersleven. Aan de zijkant glinstert nog net de achterkant van een Benz ergens uit de S-klasse. Een witte zo te zien. Zoals het hoort. Een simpel, zelf aangebracht ledje verlicht dit niet alledaagse tafereel lafjes omdat de timer op nachtstand staat. De vader van Frans had dit nog voor hun gemaakt met de bedoeling dat ze nooit zouden vergeten waar ze vandaan kwamen. Het water in de vijver beweegt waardoor het schilderijtje tot leven komt. De klok rechtsbovenin tikt 3 uur 22 aan.

 

‘Wa zin de gij Maris?’ klinkt het hees met een hoog toontje. Een kuchje verraadt dat zijn stem nog even aan het bijkomen is van de afgelopen drie shows die hij vandaag heeft gedaan. Zijn hand grijpt naar de Tictacs op het nachtkastje en behendig rollen er twee in zijn mond. Je hoort de trouwring tegen het harde plastic tikken voor een derde. ‘Altijd drie tegelijk,’ mompelt hij. Zijn nieuwste sponsor wilde heel graag in de buurt van zijn bed staan als de camera’s van zijn eigen reality show aan het draaien waren. Net zoals het nachtkastje waar het eveneens gesponsorde modern antieke lampje op staat. Hij valt terug op zijn pijnlijke rug en staart naar de glinsterende sterren aan de hemel op zijn plafond en denkt alleen aan Mariska.

 

‘Hoe was het vandaag,’ vraagt ze liefdevol. Het dynamootje van de sterrenlampjes maakt een zoemend geluid. Hij denkt even aan zijn overleden vader en voelt een traan opkomen.

 

‘Da gij nog wakker zijt Maris. Het was zo fijn. Zo heerlijk. De laatste show was zo goed. Echt nie normaal meer.’ Hij draait naar haar toe. ‘Ik heb gehost met zeker veertig bejaarden en tijdens de polonaise kuste er eentje mij zo op mijn mond. Met zo een natte dot. Ge wit wel.’ Zij knikt maar vergeet wat te zeggen. ‘Heb je even voor mij ging bij de eerste show trouwens helemaal mis. Die eikels startten de band in terwijl ik nog kushandjes aan het geven was. Da geloof je toch niet.’ Hij zucht. Zij denkt na. Hij neemt nog een Tictacje.

 

‘Hoeveel hebben we nou toch Franske?’ vraagt Mariska weer. Franske wordt zichtbaar onrustig en pakt per ongeluk de festival Tictacs en spuugt ze meteen weer uit op het hoogpolige tapijt. De drie chiwawa’s racen tevoorschijn en likken ze naar binnen. Hij neemt een slokje koude thee met heel veel honing en schraapt zijn gouden keel.

‘Bedoelde gij geluk, of wa,’ vraagt hij. ‘Keiveel geluk, das wa we hebben Maris.’ Tevreden zakt hij in de gesponsorde slaapwei. Door zijn hoofd schieten flarden van zijn 1998 concerten in het grote Ahoy. Dat was zijn echte doorbraak. Zijn eerste stappen naar het grote publiek. Ons Franske. Aan zijn voeten lagen ze. Iedereen. Geïrriteerd trapt hij de witte Perzische kat van de moeder van Mariska van het bed. De chiwawa’s komen met veel herrie aan rennen. Waarom doen de mensen anders tegen hem? Hij merkt dat al langer. Zijn manager vindt dat het Frans Bauer-effect een beetje uitgewerkt is. Hij moet nu volwassen worden. Maar hij wil niet volwassen worden. Hij wil Fransje blijven. Met zijn lippen in pruilstand kruipt hij in de foetushouding tegen zijn vrouw aan. Zijn satijnen pyjamabroek glijdt tegen haar lichaam. ‘Gij houdt toch nog wel van mij, he?’ In zijn stem klinkt hoop. Even lijkt het stil.

 

‘Kwa centen. Hoeveel hebben we nu op onze rekening staan,’ vraagt ze. Je hoort Frans denken en zijn rechterhand pakt haar rechterschouder vast. Zijn gouden tegelring zonder wapen voelt koud aan op haar warme huid. Ze schudt theatraal zijn hand er vanaf en draait zich naar hem om. Ze ruikt dat hij weer iets teveel gedronken heeft maar vergeeft het hem onmiddellijk. Zijn puppyogen doen hun werk en rollen op standje lief. Mariska neemt zijn hoofd tussen haar beide handen en geeft hem een kus op zijn neus. Ze proeft nog wat make-upresten. Hij trekt zijn knieën nog wat verder omhoog en voelt zich fijn. Mariska kijkt hem doordringend aan, straalt liefde in zijn ogen en zet de blik op die aan Fransje o zo duidelijk maakt dat ze het niet nog een keer gaat vragen. Hij kijkt terug en zegt hees:

 

‘Kweetnie Maris. Ech nie. Genoeg. Tis veel. Da wikwel. Keiveel.’ Hij kijkt naar de klok in het schilderij. Over acht uurtjes moet hij weer optreden. In Abbeweer ergens in de provincie Groningen. Daar woont vanaf morgen de oudste inwoonster van Nederland. Hij hoopt maar dat ze het haalt. Tevreden vallen ze met elkaar in slaap onder de sterrenhemel. Mariska gelooft hem.

 

B.B. Springfield

 

 

 

 

Categorieën: Algemeen

Bastiaan B. Springfield

Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven

2 reacties

Mien · 28 maart 2017 op 13:09

Unne mins is mar un bietje. Zo blijkt maar weer. Skôn geschreve. ?

Nummer 22 · 29 maart 2017 op 01:48

?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder