Ik ben een ‘zonder de weet’ kind, dat ben ik vrijwel zeker. Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: “De meeste kinderen zijn gezaaid, er zijn er maar weinig geplant.” Ik spreek hier van de tijd toen de vaders al zingend de kerk uit gingen. Rekenwerk op spannende momenten. Nieuw leven ontstaan uit liefde prevelde de meester me twaalf jaar later bij de seksuele voorlichting toe.

Ik weet dat een kind van toen eerder een tweederangs rol was toebedeeld. Daar zou het gegeven ‘ongewenst’ zeker een rol kunnen spelen maar, ik mag nu ook niet overdrijven. Er ging zeker van uit het moederhart, toch nog wel wat liefde uit richting pummel.
Doch meen ik me te herinneren dat de oorvijgen steeds in de steraanbieding stonden. Een kind kende zijn of haar plaats binnen de toenmalige maatschappij. Als de volwassenen aan het praten waren zweeg het kind, anders…

En, het wás stil.

Nu kijk ik bij de familiesamenkomst naar de kleinkinderen van vijf. Mondig, in ’t centrum van de belangstelling, strijdend om de grootste aandacht, lachend als ’t moet schreiend als ’t moet. Toneelspel op hoog niveau. De vaders en de moeders één en al gefocust op het eigen kind, voorzichtig nagaand wat het andere reeds kan. Geen tijd voor al de rest. Mijn kind, schoon kind!

Nee hoor, mij kunnen ze geen rad voor de ogen draaien. Daar zitten twee dreumesen die van de tot nu toe vijfjarige ‘opleiding’ nauwelijks iets hebben opgestoken. Nul komma nul discipline, uren aan een stuk afwisselende stemmingen, nu eens poeslief maar één minuut later alweer keihard reagerend omdat ze hun zin niet krijgen. Verwoede pogingen van de ouders om via voor mij ingewikkelde dialogen de vrede te bewaren, blijven zinloos. Zelfs het eventjes streng stevig vastpakken is er niet bij daar zo ’n kind dan dreigt met hysterisch gekrijs de boel om zeep te helpen. Dat hebben ze één keer voorgehad in het warenhuis. Sindsdien heeft het kind hen in een psychologische wurggreep. “ Let op he! Of ik ga krijsen!” Vroegtijdige eind van het feest. Mijn diepe verlossende zucht richting wederhelft spreekt boekdelen.

Wat vertelde onze zoon, vader van één van de kleinkinderen, zelf lesgever aan vijftienjarigen zonet? Dat de leraars zich tegenwoordig moeten indijken tegen hitsige ouders die een advocaat onder de arm nemen om de minder goede schoolresultaten van hun oogappeltjes aan te vechten?

Mijn tenen krulden toen ik het hoorde.

Ja, ik kreeg indertijd straf van de leraar, en ja, ik dacht dat het onterecht was, en ja, ik trachtte recht te vinden bij mijn vader. Helaas, ik had het niet in de smiezen dat er daar nog een bak oorvijgen stond. “ Hier zie, dat zal u leren niet te luisteren naar de meester!”

Een totaalbeeld van de evolutie van de opvoeding van het kind met daarop volgend dan nog een eigen oordeel, krijg ik onmogelijk binnen één enkele column geperst. Er is ook al zo veel gezegd en geschreven over onder meer de pedagogische tik. En, eigen aan een evolutie is dat de weg terug ook niet zo voor de hand liggend is.

‘oor•vijg (de; v(m); meervoud: oorvijgen) 1) slag om de oren’ vind ik terug in de Dikke Vandale.

Oef, het woord bestaat nog, er is nog een sprankeltje hoop.

Categorieën: Maatschappij

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

14 reacties

Mien · 2 september 2014 op 12:36

Goede column Meralixe. In de hectische tijd waarin tegenwoordig kinderen opgevoed worden moet je als ouder over veel kwaliteiten beschikken. Een ervan is voordrachtskunstenaar zijn. Als ouder, oudere en onderwijzer. Oorvijgen kunnen altijd nog ingezet worden. Bij onder- en overmacht. Bij voorkeur inzetten bij oordelen. Welke oordelen? Wat mij betreft allemaal. Maar dat laat ik graag over aan de opvoeder. Wie niet luisteren wil moet, mag … Maar liefst niet psychisch noch fysiek. Dat moet toch lukken? Samen.

evil-ine · 2 september 2014 op 13:11

Je raakt een goede (pedagogische) snaar! Van persoon tot maatschappijvisie, compleet en mooi vlechtwerk. Mijn tenen krulden mee tijdens het lezen. Mooi!

troubadour · 2 september 2014 op 14:10

Zeker een goede en duidelijk geformuleerde column.
Met de strekking ben ik het oneens.
Kinderen zijn mondiger vandaag de dag, hebben al zoveel meer informatie tot zich genomen en beheersen de ’trukendoos’ veel perfecter dan wij vroeger. Ze zullen zich toch ergens moeten voorbereiden op de maatschappij van vandaag. Natuurlijk moeten ze die mede zelf vorm geven.

Spencer · 2 september 2014 op 15:28

Goed gezien, van die ‘psychologische wurggreep’. Gelukkig heb ik zelf geen kinderen.

trawant · 2 september 2014 op 17:05

Toch liever uitleg en begrenzing in de opvoeding dan de oorvijg
waar ik me de vernederende gloed en de blauwe plek van de zegelring nog goed kan herinneren.
Laten we blij zijn met een mondige jeugd en zeker van onszelf
als we ze helpen opgroeien.

trawant · 2 september 2014 op 17:08

Oh ja, je hebt het dilemma van de ‘moderne ouders’ en hun obsessieve focus op hun eigen kind goed beschreven.
Je column stemt tot nadenken..

champagne · 2 september 2014 op 18:11

Geboeid en met plezier gelezen. Inhoudelijk ben ik het niet altijd met je eens, maar dat hoeft ook niet. Jij maakt je punt heel duidelijk: het grote contrast wat opvoeden betreft, tussen vroeger en nu.

Nachtzuster · 3 september 2014 op 00:19

Prima column. Ik heb zelf geen kinderen, maar toen ik jaren geleden regelmatig op mijn nichtje paste, was ik wel erg van de discipline. Niet van de oorvijgen, maar nee was en bleef nee. Niet eten? Dan zeker ook geen toetje. Gebruld heeft ze af en toe. Nu is ze bijna 17 en ben ik een favoriete tante van haar. (Haar woorden, niet de mijne). Je hoeft, in mijn ogen, niet altijd in discussie te gaan met een kind. Kinderen proberen de grens op te zoeken van wat kan en mag en volgens mij willen ze daarin ook begrensd worden. Dat biedt veiligheid en vertrouwen. Dit gegeven heb je uitstekend verwoord. :yes:

Pierken · 3 september 2014 op 11:45

De kunst is om zonder oorvijgen overwicht te hebben als kinderen asociaal gedrag vertonen. In de situatie die jij beschrijft kan ik mij echter jouw gevoel maar al te goed voorstellen. Ik vind dit een goed betoog van je Meralixe. Hierin komen vele meningen samen. Pedagogisch verantwoord of niet, je schrijft wat je vindt en zet mij aan het denken.

Dees · 3 september 2014 op 11:52

Interessant leesvoer.

Ik wilde nooit kinderen en heb heel wat ouders in stilte bekritiseerd die hun kinderen altijd in het middelpunt van gezelschappen plaatsten. Waren er kleintjes, ineens was er nauwelijks een gesprek meer mogelijk, aangezien kleintjes bediend werden op iedere vraag om aandacht.

Nu ben ik zelf toch zwanger. En ik ben heel benieuwd hoe ik ermee om zal gaan straks. Ik heb me voorgenomen ‘niet zo’ te worden. Maar uiteindelijk denk ik dat mijn voornemens nu weinig gewicht in de schaal zullen leggen voor mijn gedrag straks. Dat heb ik in ieder geval vaak gezien bij anderen en ik heb niet de illusie dat ik zoveel beter ben.

Wat het slaan en flink op de plaats zetten van kinderen betreft, dat is voor mij een volstrekt ander onderwerp.

De dubbele standaard richting kinderen verbaast me altijd zo. Alsof fysieke pijn minder erg is als je kind bent. Alsof vernedering minder pijnlijk is als je kind bent. Alsof die zaken waar je perse verschoond van wilt zijn als volwassene goed zijn voor kinderen.

Of om de Bijbel te quoten, alsof ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’ een uitzonderingsclausule heeft voor wat betreft kinderen.

Een mooie aanrader om te lezen vind ik Alice Miller, met ‘Het drama van het begaafde kind’. Over de schade die kinderen op kunnen lopen. Niet zozeer of alleen door een oorvijg, maar door gedwongen te zijn de eigen gevoelens te ontkennen.

Ik ben het dus (ook) niet met je eens. Maar het is een mooie column om over verder te praten.

arta · 3 september 2014 op 14:09

Zouden mijn kinderen zulke monsters zijn, omdat ze nooit beoorvijgd zijn? Is dat het hele eiereten? 😀

Ik geloof in de dialoog. In respect, wederzijds, en dat houdt dus ook in dat de kinderen soms even plaats moeten maken voor de volwassenen en andersom.
Vergezocht, maar toch… zelfs het begrip ‘kinderen’ is best vreemd. Alsof ze een andere diersoort zijn, in plaats van kleine/jonge mensen… (Bij dieren benoemen we slechts de baby-exemplaren anders)

Je brengt wat teweeg Meralixe!
Goede column.

Meralixe · 4 september 2014 op 08:42

Aan alle mijn dank voor het reageren. Tuurlijk lokte het onderwerp vele voor en tegens uit. Ik ben zeeeeeer tevreden dat de algemene opmerking dan toch is dat ik het ‘probleem’ duidelijk meegegeven heb. 🙂

Dees, DEES!!! Van harte gefeliciteerd!!! Voel U vooral nergens gekwetst door het schrijven van een oude zeurkous uit Vlaanderen!!! :rose:

Dees · 4 september 2014 op 18:59

Geen sprake van, ouwe zeurkous…. 😀

En dank je wel!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder