Tasje graaien

Het is vijf uur in de middag. Nog een uurtje, dan kan ik afsluiten. De nieuwe collectie heb ik zojuist weggewerkt. Alles hangt waar het hangen moet, de lente kan beginnen. De meeste jurken en truitjes vind ik niet om aan te zien dit voorjaar, al hangen er wel een paar mooie broekpakken bij in een zacht roze kleur. Deze pakken heb ik een mooi plekje gegeven.
Het is niet erg druk. Op een paar vrouwen na die bij een stelling staan praten is er niemand. Dan gaat de deur open. Een man van een jaar of dertig, gehuld in een te grote overjas met een slobberige spijkerbroek eronder, betreedt de winkel. Hij is alleen. Zijn haar zit warrig, de wenkbrauwen zijn borstelig. Hij draagt een witte plastic zak. De man loopt naar de stelling waar de vrouwen staan te praten.
‘Willen jullie in mijn tasje graaien?’ vraagt hij dan.
‘Nee, viespeuk,’ bijt de grootste van de twee dames hem onvriendelijk toe. De vrouwen kijken mij meelijdend aan en verlaten haastig de zaak.

Ik ben nu alleen in de winkel met de man. Hij komt naar me toe en toont zijn witte plastic zak.
‘Tasje graaien?’ vraagt hij opnieuw. Ik kijk hem aan. Zijn ogen staan kinderlijk, er is iets aan zijn houding dat mij raakt.
‘Vooruit,’ zeg ik en doe een greep in zijn tasje. Ik diep iets hards op van de bodem en haal het tevoorschijn. Een paasei.
‘Voor jou,’ zegt de man. Zijn ogen lachen.
‘Dank je,’ antwoord ik.
‘Die roze broek wil ik passen,’ zegt hij dan, wijzend naar de broekpakken, ‘ik houd van roze. En mama zegt dat ik een broek nodig heb.’ Hij begeeft zich naar het rek en neemt een pak met hanger van de stang. Dan verdwijnt hij naar de paskamers.

De deur wordt opnieuw geopend. Een grijsharig vrouwtje met gebogen rug staat in de deuropening. Ze ziet er paniekerig uit.
‘Ik ben mijn zoon kwijt, mevrouw. Hij heet Eric, heeft u hem gezien?’ Het komt er hortend en stotend uit.
‘Ik denk dat uw zoon hier is,’ antwoord ik en wijs naar de paskamers. De vrouw slaakt een dankbare zucht.
‘Ik heb echt overal gezocht. Wat doet hij daar?’
‘Hij past een pak,’ antwoord ik. Dan wordt een gordijn opzij geschoven.
‘Eric!’ roept de vrouw uit, ‘waar was je nou? Je weet toch dat je niet bij mama weg mag lopen?’
‘Mama! Kijk eens, ik heb iets moois gevonden!’ roept Erik enthousiast uit. Hij ziet er potsierlijk uit in het roze pak, maar toch ook weer niet, want hij straalt van blijdschap.
‘Eric, dat pak is roze,’ kreunt de moeder verslagen.
‘Ik vind roze mooi, dit pak wil ik,’ merkt haar zoon vastbesloten op.
‘Ik vond deze pakken ook mooi,’ zeg ik behulpzaam.
‘Vooruit maar dan.’ De moeder van Eric loopt naar de kassa. Haar zoon vertrekt in pak naar de deur. Hij kijkt me kort aan.
‘Geniet van je paasei,’ zegt hij en sluit dan de deur achter zich.

De rekening wordt door zijn moeder voldaan. Ze werpt me een blik van verstandhouding toe.
‘Dank je voor je vriendelijkheid. Erik is verstandelijk gehandicapt weet je.’
‘Hij is heel lief en spontaan,’ antwoord ik. Ze kijkt me dankbaar aan en staart vervolgens naar de deur.
‘Ik ga maar snel achter hem aan. Voordat ik hem weer kwijt ben.’ Dan draait ze zich om en verlaat de zaak.

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

6 reacties

van Gellekom · 25 maart 2017 op 11:06

Heerlijk geschreven 😀

Esther Suzanna · 25 maart 2017 op 11:35

Wat mooi Nicole, ik zie je het zo aan’pakken’. Zou ik waarschijnlijk ook gedaan hebben. Prachtig en ontroerend. 🙂

Mien · 25 maart 2017 op 16:34

Mooi verhaal. De transformatie van Eric naar Erik in roze broekpak. ?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder