Zo noemde ik oma uit gewoonte. Ik ging elke grote vakantie bij haar op de boerderij logeren. Het was een beetje tijdreizen naar 1900. ’s Morgens at ik verse eieren met stukjes vlees van de dag daarvoor. Maar eerst moest ik aangekleed worden. Dat ging heel eenvoudig. Meme Burst, oma, zei:’ je gaat je moeder toch niet op was jagen. De gevuld sporttas werd niet aangesproken. Ik liep er een hele week met dezelfde kleren. Als mijn kousen te vies begonnen worden moest ik ze binnenstebuiten dragen. Ma kreeg mijn kleren nooit meer proper. Maar zo was oma, zuinig. Geschenken zoals een keukenshort vlogen de vergeethoek in maar het cadeaupapier veegde mooi op en legde ze in een andere kast. Voor als ze zelf een geschenk gaven. ’s Morgens ging ik altijd de eieren uit het kippenhok halen, in begin kwam ik binnen met een kalkei.
‘Nee, manneke, dat moet je er laten inliggen,’ zei opa

De warme maaltijd werd eerst gegeten. Vlees hielden we in het hand vast en legden we naast ons bord.
Een gewoonte die ze me thuis altijd weer moesten afleren. Daarna werd in het bord waar je in gegeten had vol geschept met soep. Rodekool slierten in bijvoorbeeld kippensoep waren daar heel gewoon. Na de middag nam opa me mee naar de koeien en schapen. We dronken nadien altijd iets in de Fiësta. Dat werden een pint en een jenever voor hem en limonade en een stuk chocola voor mij.

Na vier pinten en jenevers schold hij iemand die net binnen kwam de huid vol. ‘Ah, profiteur, kom je hier wat op de poef drinken?’
De man ging met schaamrood op zijn wangen weer naar buiten.
‘André, je gaat mijn klanten toch niet wegjagen?’ zei de waardin nors.
‘Ik ben al weg, kom bollekken.’
Zo noemde hij me altijd.

Hij reed dronken, zonder gordel, zijn oude auto hadden er niet eens, tegen een omheining.
‘Wie zet er hier nu een omheining, godverdomme?’ foeterde hij. Hij reed verder.

‘André waar heb je zolang gezeten?’ vroeg meme Burst
‘Problemen met de omheining van de koe,’ loog hij
Meme wist wel beter maar ze liet het zou om aan te merken dat hij gedronken had, dan zou het kot te klein geweest zijn.

‘Ah, manneke, hoe gaat ‘t?’ vroeg Jef de melkman van twee huizen verder aan de omheining.
Voor ik iets kon zeggen kwam opa aangestormd.
‘Ge moet dat kind met rust laten, stuk crapuul,’ schold hij. Jef werkte als een rode lap op een stier bij opa.
‘Ah, André, weer goed gezind,’ sarde de buur hem met een brede glimlach.
‘Ik zal mijn bijl eens gaan halen en u de kop af kappen, lelijken duivel,’ brulde opa.
‘Ah, André, een nieuwe bijl? Mag ik ze eens zien,’ spotte de melkboer.
Hij ging ze gaan halen, op twee tellen liep hij terug wild in het rondzwaaiend met zijn bijl  als een woeste Viking, de wasdraad sneuvelde. Ik ging naar binnen.

‘Wat is pepe daar aan het doen in de tuin?’
‘Hij toont meneer Jef zijn nieuwe bijl.’
Oma schoot gestoken door een bij naar buiten en riep:’ André, leg die bijl weg, we gaan eten.

Opa kwam als een mythische held terug binnen gebeend. Hij dronk nog snel een halve koffiekop jenever en at toen lusteloos twee boterhammen met kaas op. ’s Avonds keken we naar André Van Duin, zijn lievelingsshow. Bij het slapen gaan kreeg ik een kruis met een allang aangelengde druppel uit het wijwater vaatje uit hun slaapkamer. ‘God, zegene u en bewaard u,’ zei oma ernstig
Daarna kuste ze me op de wang en ik helaas haar harige wang.

Categorieën: Algemeen

4 reacties

StreekSteek · 27 augustus 2016 op 13:46

Beeld en sfeer mooi getroffen. Je kunt je er zo in verplaatsen.

Mien · 27 augustus 2016 op 20:41

Lijkt veel op Stiefbeen en zoon. Uit dezelfde tijd? Sfeer inderdaad mooi neergezet.

Bhakje · 28 augustus 2016 op 08:51

Sfeervol, het simpele maar toch ingewikkelde leven. Met plezier gelezen.

Esther Suzanna · 28 augustus 2016 op 12:26

Wat een heerlijke vakanties. 🙂 Heel erg leuk om te lezen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder