Het is ochtend. De wekker heeft mij zojuist ruw gewekt uit een onrustige droom. Na een nagenoeg slapeloze nacht woelend en draaiend te hebben doorgebracht in bed, kom ik moeizaam overeind. Ik voel me totaal gesloopt. Maar daar hebben mijn schoolgaande kinderen niets mee te maken. Mijn wallen hangen zowat tot op mijn knieën en het vette haar hangt in rommelige pieken langs mijn hoofd. “GVD,” kerm ik, wanneer ik ook nog eens mijn teen stoot aan een rondslingerende schoen. “Wie heeft die schoen daar neergegooid? ”

Ik sleep mijzelf moeizaam richting de badkamer. In het voorbij gaan passeer ik de grote kastspiegel, waardoor ik onaangenaam geconfronteerd word met mijn gezellige rondingen. Snel doorlopen maar dus. De warme douche biedt nauwelijks soelaas. Als de kinderen mij passeren op de overloop weten ze na één blik al voldoende. Met deze mama dient vandaag omzichtig te worden omgesprongen. Tygo houdt eerbiedig afstand terwijl we van de trap afdalen naar beneden. Deze keer maalt hij niet over zombies in het trapgat, maar houdt zich dapper in het gareel. Isabel is alvast voor ons uit naar beneden vertrokken. Daar bevindt manlief zich al een tijdje. Hij voelde nattigheid en heeft daarom zojuist het ontbijt snel klaargezet in de keuken.

“Goedemorgen mop ,” begroet hij mij op overdreven vriendelijke toon. Hij werpt me een poeslieve blik toe en richt zich daarna weer op zijn ochtendkrant. Ik zwijg eventjes.  “Schat,” begin ik dan. “Hmm?” mompelt schat vragend. “Zie ik er dik uit in deze jurk?” Ik zie de krant in de hand van mijn man verstrakken. De kinderen zijn inmiddels zwijgend naar de keuken vertrokken. Er hangt een bui. En die bui is vandaag voor papa. Gelukkig.

“Wat lief?” probeert manlief nog onschuldig. “Vind je me dik?!” herhaal ik op luidere toon. Het is de beginnende ‘ik zoek ruzie’ toon. De arme man begint te zweten. Ongemakkelijk schuift hij heen en weer op zijn stoel. “Maar, wat wil je nu dat ik zeg,” werpt hij tegen. “Nou, gewoon. Of ik dik ben.” Ik sta inmiddels bijna te janken, want zijn ontkenning op mijn vraag duurt me te lang. “Nee, je bent niet te dik,” zegt hij haastig, maar het is al te laat. “Je vindt me wel dik..” loei ik.

De kinderen proberen ongezien voorbij te schuiven met het ontbijt. “Mama maakt ruzie,” fluistert Isabel tegen haar broer. Papa is inmiddels paars aangelopen. “Kijk, daarom zeg ik nou niks,” legt hij uit terwijl hij ongeduldig met zijn hand naar mij gebaart. “Geen enkel antwoord volstaat bij jou, op.. zulke dagen..”  Ik kijk mokkend toe hoe hij een laatste moedige poging onderneemt om zijn krant alsnog uit te lezen.

“Demi wordt deze week ook ongesteld,” meld ik, terwijl ik me naar de keuken begeef. Mijn man staat op van tafel en mikt de krant in een lade. Zuchtend volgt hij me naar de keuken. “Ik denk dat ik maar een enkeltje naar Timboektoe ga boeken zometeen…”

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

6 reacties

Bruun · 22 mei 2016 op 17:53

Hahaha, leuke beschrijving van een vierwekelijkse ochtendroutine! ?

NicoleS · 22 mei 2016 op 18:25

dankjewel Bruun 😉

arta · 22 mei 2016 op 22:56

Jaa, lekker aangedikt!

Je schrijft lekker, Nicole!

Mien · 23 mei 2016 op 07:17

Ik ga niet naar Timboektoe, want daar is het te druk.
Ha, ha. Het Goede Doel zong er al over. Leuke column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder