Onze voeten geschoeid betreden betegelde paden. Paden, klinkers als een lange rij van zwijzamen, eindeloos. Eindeloos zonder eindpunt aan de horizon. Een verte zonder haltes, mensen; de kijkers. Kijken naar links dan rechts om dwalend te staren. Staren naar de overkant waar niemand wacht. Wacht!, wellicht op iets dat nooit komt, dat er nu niet is. Niets in het landschap. Landschap van een ooit verdronken land. Achter wat?, met niets en niet aan te raken. Patronen en rituelen van alles en nog wat of wat van alles dat niet mag. Kom je even bij me liggen? Liggen en niets, maar dan ook niets te moeten.
11 reacties
Nummer 22 · 27 december 2016 op 17:39
Mededeling
‘…als een lange rij van zwijgzamen’, moet het zijn. (vergeef mijn typfout;-)
Mien · 27 december 2016 op 17:58
Ik vond zwijzwamen eigenlijk best wel mooi. Patronen en structuur, rust, reinheid en regelmaat. Iedereen gedijt er goed bij. ? ?
Nummer 22 · 29 december 2016 op 08:31
Dank je Mien. Vooral rust!?
NicoleS · 28 december 2016 op 08:28
Mooie poëzie. ❤
Nummer 22 · 29 december 2016 op 08:32
? Dank je NicoleS
Karen.2.0 · 28 december 2016 op 10:24
(Ik moest m even een paar keer lezen)
Het leest een beetje als een soort gedicht? Gebaande paden zijn prima als je maar het lef hebt om er af en toe vanaf te stappen (en volgens mij heb je dat hier gedaan?) Leuk! 🙂
Nummer 22 · 29 december 2016 op 08:33
Karen. Jouw conclusie klopt! Dank
van Gellekom · 28 december 2016 op 10:27
Prachtig, Nummer 22
Nummer 22 · 29 december 2016 op 08:33
?
pally · 28 december 2016 op 14:43
Ja een soort gedicht, wel erg zwaarmoedig. Maar dat zijn gedichten bijna altijd.
Nummer 22 · 29 december 2016 op 08:34
Pally…we leven te snel..