Nog één keer bekijkt Sgerat Oemniboes zich in de spiegel. Het is nu of nooit. Hij wil koste wat kost goed voor de dag komen. Zijn rode haren heeft hij strak naar achteren gekamd en vastgezet met een ijzeren klem. Gisteren geverfd. Stel dat er toch wat blond tevoorschijn komt. Dat kan echt niet. Wat zal hij tegen zijn vrouw zeggen, nu het grote moment aanstonds is. Voor de zekerheid checkt Sgerat de zelfgemaakte bomgordel. Zit deze goed bevestigd? De Duck tape kriebelt op het zwarte borstkroeshaar. Verrekte irritant. Maar hij mag er absoluut niet meer aankomen. No way. Granika wacht beneden op de gang. Wat moet ie nu toch zeggen?

Die vrouw is hemeltergend nieuwsgierig. Ze heeft een echte speurneus. Het zweet breekt hem aan alle kanten uit. Zelfs uit gaten waar hij het bestaan niet van vermoedde gutst het zoute water. Ongeduldig maait hij met zijn klamme hand door het rommelige laatje van het nieuwe badkamermeubel. IKEA, zelf in elkaar gezet. Luid vloekend in alle talen die hij kende. De buren kwamen zelfs kijken of hij niets kwaadaardigs ten uitvoer bracht. Nou, hij zal ze een poepie laten ruiken. Hij, de grote Sgerat Oemniboes, zal op de voorpagina van elke krant verschijnen. In naam van de heilige Mohammed zal hij zich wreken. Zeventig maagden staan op hem te wachten. Ha, zijn zonnebril. Nu zal Granika, de alwetende, niet in zijn ogen kunnen kijken.

In gedachten loopt Sgerat het te volgen scenario van vandaag nog eens door. Auto parkeren, minimaal drie kilometer van locatie (hij is erg zuinig op zijn auto). Dan in stevig looptempo richting Ministerie van Burgerregistratie. Geschatte looptijd vijfenveertig minuten. Zorgen dat de plastic ID-kaart aan zijn broek bevestigd is. De pasfoto op zijn ID, gisteren gemaakt na het verven van zijn haar, is goed gelukt. De nep-ID is niet van echt te onderscheiden. Trektouwtjes checken, van ID en bomgordel. Blauw is ID. Rood is bomgordel. Niet vergeten. Naar de eerste etage lopen, kamer E 543. Checken of minister Boy Plukharos aanwezig is. Zo ja, binnenlopen. Zo nee, weglopen. Moet lukken. Met een gerust hart loopt Sgerat de trap af naar Granika, hij weet nu ook wat te zeggen en haalt zijn creditcard tevoorschijn.

Met geld is elke vrouw te paaien. En Granika wordt kort gehouden. Nou ja, kort gehouden, hij moet er eerlijkheidshalve wel bij vermelden dat er domweg nooit geld is om uit te geven. Van zijn baantje als taxichauffeur wordt niemand rijk. Hij hoorde de blanken wel praten op zijn achterbank, terwijl zij dachten dat hij te dom was om Nederlands te leren. Ze verhaalden over achterlijke moslims en hun cultuur. En dat hij daar één van was. Ze zouden hun stem gaan uitbrengen op die ongelovige Plukharos. Hij gaat ze zometeen een lesje leren. Allemaal. Genietend van het vooruitzicht opent hij de kamerdeur. Hij schrikt zich rot. Want waar is Granika nu?

Ach, wat maakt het ook uit. Eigenlijk is het maar beter zo. Een eenzijdig afscheid valt hem sowieso moeilijk. Opgelucht stapt Sgerat in zijn oude Opel Kadett. Met een brok in de keel. Afscheid nemen van zijn ‘oldie’ gaat hem veel moeizamer af. Heel voorzichtig rijdt hij over de verkeersdrempels. Stel je eens voor, dat zijn gordel afgaat. Hij moet er niet aan denken. De auto voelt vreemd zwaar en af en toe meent Sgerat ook een zucht te horen. Ach, allemaal verbeelding. Niets aan het handje. Geen enkele afwijking brengt hem van zijn missie. Hij parkeert de auto en loopt richting Ministerie van Burgerregistratie. Zijn hartslag stijgt licht, maar het voelt goed.

De vrouw achter het loket kijkt hem argwanend aan. Zijn uiterlijk geeft alle reden om achterdocht te wekken. De rode haren met klem, met hier en daar een vleugje blond, de donkere bril, het vlassige zwarte snorretje. Zenuwachtig schuift Sgerat met zijn rechtervoet.
‘Ik zweer u, ik heb een afspraak met de heer Plukharos! Hier is de bevestiging.’
Zijn stem beeft licht terwijl hij een verfrommeld formulier op de doorschuifbalie deponeert. En dan opeens tikt iemand hem aan. Een korte felle slag op zijn linkerarm. Zijn hart staat bijna stil. De bom! Hij draait zich om.
‘Granika!!’
Zijn vrouw kijkt boos.
‘Waar ben jij in godsnaam mee bezig. Jij, superidioot!’

Kortsluiting in het hoofd. Rookpluimpjes uit de oren. Sgerat kan maar één ding doen. Waar is de trappenhal? Geen moment te verliezen. Eerste etage, Kamer E 543. Sgerat verzamelt alle moed en bonkt drie keer keihard op de deur. De deur bonkt terug, of is dat zijn hart? De deur gaat open. En daar staat Boy. Hij torent hoog boven Sgerat uit.
‘Hoe komt u hier en wat wenst u?’ buldert Boy.
‘Ik’, ik..’ Sgerat komt niet uit zijn woorden.
‘Ik, ik, ik.. ben van de vlugge, met de trap, en sta nu voor uw deur, want ik, ik, ik..!’
Hij durft Minister Boy niet aan te kijken. Deze plukt wat aan zijn haar en zegt denigrerend,
‘Hier heb ik geen tijd voor, verrekte Kukkluk en je hebt je veer vergeten.’
Nog voordat Boy de deur dicht kan smijten trekt Sgerat aan het rode touwtje en sluit zijn ogen.

En dan gebeurt er niks! Het zweet stroomt Sgerat inmiddels over het gezicht. Hij kan het niet geloven.
‘Wat doe je toch daar?’ vraagt Boy, met een scherpe blik gericht op het rode draadje. Maar dan verzacht zijn gezicht.
‘Wacht eens, stop. Dat daar is vast een nepbom hé, geef maar toe. Heeft minister Rustigs je ingehuurd? Neemt hij wraak omdat ik hem onlangs in de maling heb genomen? Haha. Kom maar hier, jij clown, met je maffe pipo-outfit!’
Clown. Dat doet de deur dicht. Er schiet een rode waas voor Sgerat’s ogen.
‘Niet doen!’ roept een overslaande vrouwenstem.
Maar Sgerat doet het wel. Hij trekt en trekt. Dan vliegt Granika maar mee de lucht in. Het zij zo. Inshallah. Dat is het laatste wat hij denkt. Dan ontploft eindelijk de bom.

Co-thriller geschreven door NicoleS. en Mien.

 


NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

15 reacties

Snarf · 23 juli 2016 op 14:53

Inhoudelijk is de column niet mijn ding. Krijg dagelijks al genoeg narigheid voorgeschoteld via de media. Schrijf technisch prima. Nagenoeg filmisch beschreven. Knap gedaan!

    NicoleS · 23 juli 2016 op 15:00

    Dank Snarf. Ja er gebeurt te veel. Daarom het verhaal achter dit. Er volgen nog wat delen.

van Gellekom · 23 juli 2016 op 15:38

Mooi geschreven. Zeer filmisch inderdaad 😀

Nachtzuster · 24 juli 2016 op 19:13

Inderdaad filmisch beschreven. Maar zoals Snarf al zegt, er gebeurt al zoveel van dit soort ellende om ons heen, wat steeds dichterbij komt, dat ook ik niet echt zit te wachten op een fictief verhaal. Juist omdat het zomaar realiteit zou kunnen zijn, denk ik.

NicoleS · 24 juli 2016 op 19:27

Nog even voor de duidelijkheid, al staat het wel onder de column vermeldt. Mien heeft samen met mij geschreven aan deze thriller. Ik ben er trots op. Mijn eerste samenwerking met een andere auteur. ??

Nachtzuster · 24 juli 2016 op 19:35

Natuurlijk heb ik begrepen dat dit door jullie samen is geschreven. Maar dat doet niet af aan mijn mening over het onderwerp. Ik neem ook aan dat deel 2 door Mien ingezonden wordt. Althans, zo werkt het met co columns. 🙂
Enne, chapeau voor de samenwerking, het loopt nagenoeg naadloos in elkaar over.

    NicoleS · 24 juli 2016 op 19:51

    Je mening begrijp ik volledig hoor! ?met al deze toestanden. Ben gewoon blij met mijn eerste co-column en dat wilde ik nog graag zeggen.????

Bruun · 24 juli 2016 op 22:00

Mooi geschreven. De mens achter de terrorist belicht

Bruun · 24 juli 2016 op 22:03

… en toen drukte ik per ongeluk op Reactie plaatsen. Ik wou nog zeggen: een interessante invalshoek, maar op een of andere manier wel wat naar om te lezen; zal door de actualiteit komen denk ik.

    NicoleS · 24 juli 2016 op 22:11

    Precies de dag nadat we hem instuurden volgde de aanslag in München ?

Mien · 25 juli 2016 op 00:00

Je mag er terecht trots op zijn Nicole. Je eerste co-column. Heb redelijk ervaring met dit soort schrijven en ik vond het erg leuk om dat met jou te doen. Knappe vondsten en wendingen legde je voor. Op naar deel twee van de ‘banaliteit van angst’. Want dat is het toch een beetje. Over tijdgeest gesproken.

    NicoleS · 25 juli 2016 op 08:17

    Fijn dat we verder kunnen schrijven, want ik vond het samenwerken ook erg leuk! Op naar deel 2!

    Mien · 25 juli 2016 op 08:19

    Banaliteit van angst moet eigenlijk banaliteit van kwaad zijn.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder