Ik land met mijn TARDIS op een nieuwe planeet. Mijn chef van de Andere Kant had hem gespot en ik mag op verkenning uit. De planeet is niet rond. Althans niet volgens het plaatje onder de microscoop. Onder de microscoop? Ja, onder de microscoop. In de minimicros tussen glasplaatjes heeft mijn chef nieuw leven ontdekt.

Leven? Wat is leven? Iets met pootjes, iets wat beweegt? Zwemt, vliegt, loopt of kruipt? Iets met organen, een hart, longen? Of iets met een ziel misschien? Plant, dier, ding? Happend naar zuurstof of andere ijle gassen? Iets met honger? Naar eten of avontuur?

Ik wil het hem allemaal vragen. Maar geen tijd. Er is haast geboden. Wat mijn chef tussen de glaasjes spot maakt hem erg ongerust. Ik twijfel heel even aan zijn gezondheid. Zijn ongerustheid is apert en latent. Het vreet aan hem en vraagt om nader onderzoek. Het gaat tot op zijn bot. Dat is niet goed. Het snijdt dwars door zijn vlees. Roze. Wordt dun, haast vloeibaar. Spam!

De micros tussen de glasplaten is nogal zweverig. Met niets te vergelijken. Al mijn kennis en ervaring verdwijnen in een groot gat en worden betekenisloos. Hoe maak ik hier verslag van? Hoe duid ik wat ik zie? Beschrijven lijkt nu verschrikkelijk ouderwets. Ik kan het opnemen met mijn Galacticus 7.0, maar wat zie ik dan?

Tussen de glasplaatjes verlies ik al het begrip en besef van ruimte. De TARDIS en ik worden opgenomen in een vreemd soort vacuüm waarin het moeizaam bewegen is. De lucht, voor zover daar sprake van is voelt plakkerig en stroef. Het kleeft aan mijn ruimtepak dat ik voor de zekerheid toch maar even heb aangetrokken. De helm knelt op mijn hoofd. Is mijn pak gekrompen of ben ik gegroeid?

Eerst maar even verkennen waar de begrenzing van deze bijzondere minimicros ophoudt. Niet dus. Eindeloos lijkt hij. Tenzij ik rondjes loop. Is ie dan toch rond? Begrensd? Als een punt? Aangezien ik niet kan duiden wat ik zie met fysieke middelen, ogen, oren, huid, mond en neus, besluit ik mijn omgeving te verkennen met verstand en gevoel. Vaag. Ik weet het. Maar nood breekt wet. Ik bedenk en voel dat de micros waarin ik mij bevind niet echt vriendelijk is. Vierkant vijandig eerder.

Iets heeft mijn chef aangetrokken in deze minimicros maar wat? Het is zaak dat ik het snel vindt. De glaasjes lijken steeds harder te drukken op de vloeistoffen en gassen die ook nog eens in rap tempo lijken te stollen en vervliegen. Veel tijd heb ik niet meer. De verbinding met mijn chef, die ik via de oortjes van mijn Galacticus 7.0 heb, is dun. Heel dun. Ik heb nog vijf minuten. ‘Ga naar rechts’, hoor ik in mijn oortjes.

En daar vind ik dan eindelijk de sleutel, de code van het mysterie van deze maffe micros. Een getallenreeks. Hoe kan het anders? Nu begrijp ik ook de fascinatie van mijn chef. Hij denkt dat alles is op te lossen met nulletjes en eentjes. Ik denk daar anders over. Een en nul, in de juiste volgorde achter elkaar gezet, is altijd nog tien. Van een tot tien tellen geeft mij de tijd om de code te decoderen. Er bestaat duidelijk meer tussen hemel en aarde, tussen een en tien.

Ik pak mijn tienzijdige dobbelsteen, gooi en gok. Zeven. Wedden? Ik hoor in mijn oortjes mijn chef keihard lachen. Tien! Een dubbeltje op zijn kant. Wie niet weg is is gezien.

Ik zit weer in mijn TARDIS en ben een behoorlijk stuk van mijn reis en onderzoek kwijt. Gelukkig heb ik nog de beelden op mijn Galacticus 7.0. Beelden hebben altijd gelijk. Nu maar hopen dat de beelden te duiden zijn. Tussen de glasplaatjes zag het er allemaal maar vaag en onduidelijk uit. Beklemmend ook. En dat kwam niet alleen door mijn helm. Eigenlijk zag, hoorde, voelde, proefde en rook ik helemaal niets. Was er dan wel iets tussen de glasplaatjes? Ja. Stof tot nadenken. Dat rapporteer ik naar mijn chef. Maar of ie daar blij mee is? Ik betwijfel het. Het is vast niet wat ie zocht. Mijn chef vangt dit keer bot, spambot, roze. Voortaan moet ie maar een goed geoutilleerde whizzkid mee op pad sturen. Als stagiaire. Mijn oude wiskundekit volstaat niet meer, laat staan mijn TARDIS.

Ingezonden 22 november 2015.

Categorieën: Verkeer

Harrie

Tijdreiziger

4 reacties

troubadour · 26 november 2015 op 13:45

Tardis geht vorbei. Een macramé aan moduletjes waarmee Harrie duizenden heelaleske avonturen weet te beleven, steeds weer en dan weer..

Esther Suzanna · 26 november 2015 op 19:47

Is er weer een nieuw mosje? Of zijn wij allemaal stofjes in het heelal? Ik kom er niet achter… ??

Geef een reactie

Avatar plaatshouder