Mijn eerste landsgrens overschreed ik twee dagen oud in een reiswieg met vier warmwaterkruiken in de winter van 62/63. In Rotterdam geboren groeide ik in Vlaanderen op. Gedurende mijn leven woonde ik achtereenvolgens in België, Griekenland, Nederland, Ierland en sinds tweeëneenhalf jaar hoofdstedelijk Pruissen. Noem mij gerust een rollende steen die geen mos verzamelt. Talloze keren ben ik residentieel, dan wel professioneel, zo niet persoonlijk opnieuw begonnen, verzamelde een schat aan ervaring in het verzieken van dingen, maar dat is een ander verhaal.

Koud was ik in Berlijn aangespoeld, of mijn freelance-carrière liep op de klippen en daar het wereldschokkend meesterwerk niet zo wilde vlotten, moest ik telefoons bij een visitekaartjesdrukker gaan aannemen. Na 10 maanden kon ik eindelijk deeltijd gaan werken, en toen verlengde die kartonverwerker mijn jaarcontract niet. Rouwig was ik niet om die rotbaan; wel was ik onderweg de magische grens van vijftig gepasseerd en dan is zorgeloos jobhoppen geen optie meer. Bij de online klerenverkoper wilden ze mij niet hebben als vertaler omdat ik “te academisch” was. Van de twee daaropvolgende werkverschaffers kreeg ik te horen dat ze toch maar de voorkeur hadden gegeven aan een interne kandidaat.

Van freelance lesgeven in taleninstituten werd ik ook al niet wijzer; die betalen honoraria waarvoor je elders nog geen konten van demente bejaarden gaat wassen: Pruissen voert niet eerder dan 2015 een minimumloon in. In arren moede gooide ik mijn lesbevoegdheid in een tekortvak in de strijd met sollicitaties in het Vaderland. Arbeidsbemiddelaars zijn websites, die werkgevers faciliteren in het straffeloos op leeftijd filteren van CV’s. Eenmaal quinquagenarius kun je maar beter beginnen met graven, of je moet Secretaris-Generaal bij de NATO willen worden. Geen wetgeving, ouderenoverschot, flexibele pensionering verandert daar iets aan. Dat heeft met mentaliteit te maken.

Mijn verhaal kent een happy end. Inmiddels doe ik iets administratiefs bij een bank, te verdanken aan mijn voorbeeldige beheersing van het Duits in woord&geschrift, alsmede des werkgevers zeldzame vooruitstrevendheid. Schitterend betaald is het niet, doch telefoon- en stressloos en met de verplichte ziektekosten- en pensioenverzekering dichtgetimmerd.

In weerwil van het debiet aan vacatures zitten ze aan uw zijde van de Nederlandse grens kennelijk niet op een onderwijsherintreder c.q. linguïstisch talent met near-native Engels&Duits te wachten en nou hoeft het al niet meer. In Duits geven aan randstedelijk VMBO had ik toch al geen zin. Arrivederci Nederland, zo progressief en tolerant. Sorry dat ik besta.


4 reacties

arta · 6 augustus 2014 op 08:43

Vanlidt! Hoe fijn om jou hier weer te lezen!

Geheel in stijl lijkt het een hernieuwd voorstelrondje, dit stuk.
En passant stel je de Nederlandse mentaliteit aan de kaak.
Meer! Meer!

SIMBA · 6 augustus 2014 op 09:38

Kijk, dat is mooi! Als je om een gunst vraagt dat je ons trakteert op een lekker stukje. We willen natuurlijk álles weten van “iets administratiefs bij een bank” dus houd je niet in en stuur in die stukjes!

Dees · 6 augustus 2014 op 10:37

Je kunt zo wonderlijk mooi schrijven, dromerig poëtisch, met hier en daar een geurvlaag stront en grijs geworden uitgesmeerde kauwgom op straat waar je schoen aan blijft hangen lang nadat je eroverheen bent gelopen.

Dat heb ik altijd al gevonden.

Iets minder dol ben ik misschien (geworden) op het thema van miskenning. Komt ook doordat ik ronduit een hekel heb aan het zinnetje ‘sorry dat ik besta’.

Ik hoop op je meesterwerk, toch, nog (I would pay for it). En ik hoop dat dit niet algeheel onmogelijk is in een sfeer van pensioenopbouw en zijlijnen door leeftijdsgetallen.

Mien · 6 augustus 2014 op 13:22

Europa eureka. Niemand neemt het je meer af. Als 50tig plusser bij een bank werken in Duitsland dat noem ik pas grundlich unternehmen. Ik hoop net als Simba dat het voer voor schrijven oplevert. Wij vreten alles hier bij CX. 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder