Een plastic zakje ligt voor me op tafel. Uitgeblust. Het brood heeft hem verlaten. Totaal geen functie meer. Had het bij mijn oma op tafel gelegen, was het vast en zeker beland in een lade. De plastic-zakjes-lade. Voor hergebruik. Bij mij niet. Het zakje mag de hele middag nog naar buiten staren, daarna verdwijnt het in de vuilnisbak. De vuilnisbak voor plastic. Hij mag blij zijn. Vroeger was ie beland in de allegaar vuilnisbak. Misschien wel vlak langs een leeg blikje ansjovis. Dat is pas echt stinken. Zeker bij 32 graden Celsius.

Een kleine loep ligt er vlak naast. Hij is echt klein. Zo klein dat het eigenlijk een glazen bol is. Alles vertekent in de loep. Wie wil dat nu? Ik probeer met de loep een heel klein stukje van de krant te lezen, maar geef al snel op. De krantenletters die rond en bol vervormen maken me misselijk. Ik doe nog een laatste poging op de sleutelhanger en de aangehechte keukensleutel. ‘Roberto, Bob, Robert, Robby’, mijn naam staat er niet op. De sleutel luistert naar de naam ‘DOM’ en twee letters waarvan ik de eerste niet kan plaatsen, zo stilistisch is deze vervormd. Ik houd het op een ‘r’ zonder hoekje. De letter die daarna komt mist dat hoekje namelijk ook. Het is een ‘n’. Toch wel handig zo’n kleine loep. ‘DOM rn.’

Twee toegangskaartjes, ‘DIENSTAG ALPINES CAMPEN’, zijn nog stille getuigen van een heerlijke vakantie. ‘Gültig: Sommer 2016’. Als ik het hardop aan mezelf voorlees (doe ik wel vaker, zeker als ik columns schrijf), klinkt het net alsof de kaartjes een schuld inlossen. ‘Gültig!’ ‘Es gelten die Tarif-, Beförderungs- und allgemeinen Geschäftsbedingungen.’ Heel even overweeg ik om ze eens op internet op te zoeken, al die ‘Bedingungen’. Heel even. Silvretta Montafon. Zucht, zat ik nog maar eventjes in de cabinelift. Bergop. Maar helaas, de vakantie is voorbij.

Het baardmannetje dat op de huisagenda 2016 prijkt, kijkt me doordringend aan. ‘Wordt het niet tijd om weer eens wat zinnigs te gaan doen?’ Lijkt hij mij te willen zeggen. Ik luister niet. Ik negeer hem. Heb de agenda gisteravond al ingekeken. Niets spannends te doen vandaag.

Zwart overheerst op tafel. Brillenkoker, hoesje autosleutel, mobiele telefoon (dichtgeklapt, nee niet omdat ie geen gespreksstof heeft, maar omdat ie uit staat), rekenmachine en kleine fotocamera in hoes, ze zijn allemaal zwart. Wordt het niet eens tijd voor wat meer kleur in mijn leven? Denk ik willekeurig. De tafel is bruin.

Midden op tafel staat nog een klein waxinelichtje in een glazen potje. Tegen het zwart geblakerde lontje rust een kleine knikker, een kattenoog, gevonden in de tuin. Ik zou natuurlijk kunnen knikkeren. Maar met slechts een knikker is dat wel een beetje zielig. Toch?

Op de hoek van de tafel liggen wat weekblaadjes opgestapeld. Klaar om weg te gooien. De week is allang voorbij. Het nieuws oud en gepasseerd. Ook liggen er wat enveloppen. Lege. De inhoud is al verwerkt en opgeborgen. Ze zijn gebruikt om aantekeningen op te maken. Telefoonnummers en zo. Ook nog een blauw briefje met losse woorden, die ik aanvankelijk niet kan plaatsen.

Prinses. Sloffen. Vleugels. Story cubes. Kamishibai. Verteltheater. Zoekboeken, Prentenboeken. Ik moet diep nadenken voordat het kwartje weer valt. O ja, ik weet het weer. Aantekeningen van de evaluatie ‘Interactief lezen’. Onder de weekbladen ligt mijn oorkonde. Bewijs van deelname. Raar woord, oorkonde. Iets dat kond doet aan een oor, maar dan uitgeschreven op papier. Geplastificeerd. Stel je voor dat iemand er thee of koffie op knoeit?

Een mooi zootje ongeregeld dat op mijn tafel ligt. Zal ik ze eens met elkaar in contact brengen? Wat zouden ze elkaar te vertellen hebben, vraag ik me dan stiekem af. De loep en het plastic zakje. De keukensleutel en autosleutel. De agenda en de telefoon. De twee toegangskaartjes en de weekbladen. De brillenkoker en het waxinelichtje. De oorkonde en de fotocamera. De rekenmachine begrijpt er in ieder geval niets van, net als de krant. Vreemd want de koppeltjes bevatten toch allemaal gemene delers. Denk daar maar eens over na? Wat ze in het gemeen delen? Doorzichtigheid, openheid (geslotenheid mag ook), afspraken, pretpapier, beter zicht, momentopname. Om maar iets te noemen. Een beginnetje.


Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

12 reacties

NicoleS · 27 juli 2016 op 15:11

Schitterende tafelcolumn. Met mooie vondsten in de tekst. Rijk stuk. En bovendien knap geschreven.

van Gellekom · 27 juli 2016 op 15:35

Hoogstandje

Mien · 28 juli 2016 op 07:25

Dank voor het lof. Begin bijna te blozen. ?
Ben eigenlijk wel benieuwd hoe jullie tafel eruit ziet.
Misschien een ideetje voor een ouderwetse RWIB?

Snarf · 28 juli 2016 op 10:09

Fraaie, filosofische observatie, met inlevend gevoel geschreven. Leuk!

pally · 28 juli 2016 op 11:47

Een mooie stilleven-column, die toch iets te zeggen heeft. Vast ontstaan vanuit een stilstand-ochtend en dan juist gaan schrijven over bijna niks. Dat kan echt iets opleveren…

    Mien · 28 juli 2016 op 14:36

    Thanx. Het gebeurde allemaal stilzittend, in pakweg twintig minuten. Daarna de roskam er nog even over. 😉

Bruun · 29 juli 2016 op 07:46

Prachtcolumn met dito titel. Mooi hoe je van een nogal saai tafereel een zeer boeiend plaatje weet te schilderen. Genoten.

    Mien · 29 juli 2016 op 08:07

    Dankjewel Bruun. Andersom is veel moeilijker. Van een boeiend tafereel een saai plaatje schilderen. Ik ga het niet eens proberen. 🙂 🙂 🙂

Esther Suzanna · 31 juli 2016 op 23:15

Heel mooi Mien. Klein en minutieus geschreven. Het lijkt dat je schrijfstijl voor mij steeds fijner wordt omdat je – denk ik – ook wat langere zinnen gebruikt tussen je staccato schrijfstijl in. Dat geeft rust waardoor de tekst bij mij beter ‘binnenkomt’.

    Mien · 1 augustus 2016 op 08:40

    Dank voor je reactie. Ben het met je eens. Het onderwerp leent zich er ook voor. Kleine op zichzelf niets zeggende dingen die met elkaar tafelen. Dat kan niet in korte zinnen. Tenzij er sprake is van een heel klein tuintafeltje. 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder