Met een hemelvaartje

Pattss…Op het vizier van mijn helm. Ik zag hem wel aankomen maar was door de snelheid van mijn scooter te laat om die dikke, nu inmiddels platte vlieg te ontwijken. 17 mei 2007, hemelvaartsdag. Ik ben onderweg naar de 27e editie van het Klomppop festival. Ik kan me de eerste nog herinneren. Nog altijd even gemoedelijk. 15 bands, strak georganiseerd, vlot achter elkaar en altijd verrassend leuk. Geen fouilleren, controle of beveiliging. Gewoon betalen en doorlopen. Alleen kreeg ik nu een knalgeel bandje om mijn pols. Dat is nieuw, het was altijd een stempel.

Single lady

Ik nip van mijn glaasje witte wijn (maandelijks zakgeld is nog niet binnen) en geniet van het zaterdagavondgevoel. Zaterdagavond betekent himbo’s spotten (de nieuwe gelanceerde man is een feit), openingszinnen uittesten (“Hey, ik ben jarig. Wil je me zoenen?”) en af en toe een danspasje neerzetten (om al dan niet uitgelachen te worden).

Vieze wijven en slagroomtaarten

“Yesssssssss Lingo gaat door”, roept mijn buurvrouw met de meest valse stem die ik ooit gehoord heb. Op haar hoofd staat een paarse koptelefoon, voor haar staat een knalroze tas, waar een feesttaart jaloers op zou zijn, een en al franje en versiersel. Ik kijk haar net te lang aan en dat vat ze op als een uitnodiging om tegen me aan te gaan zitten praten. Ze heeft een goeie gekozen, ik luister meestal toch wel.

Ga uit mijn ogen!

Al meer dan 15 jaar ben ik de ongelukkige bezitter van contactlenzen. In mijn geval kun je beter spreken van lenzen, want het contact tussen Meneer Lens en mij is ver te zoeken. We hebben wat je noemt een voor-wat-hoort-wat-verhouding. Mijn lenzen willen alleen contact als ik ook goed voor ze zorg. Zo niet, dan jumpen ze er gewoon uit en verstoppen zich voor 36 uur op de meest onmogelijke plekjes. In je navel, onder het keukenblok, tussen de hagelslag en ga zo maar door.