Marseille, 15 augustus 2013

 

Er werd op de deur geklopt. “Entré,” zei Robert vanaf zijn bed.
“Ik heb Graham aan de lijn voor je.”
De breedgeschouderde Noord-Afrikaan overhandigde een satelliet-telefoon aan hem.
“Robert, ik ben blij dat je veilig aan boord bent. Voor jouw informatie je computerdata zijn volledig gewist en niet meer te traceren. Maar de beveiligde backup is veilig. Hoe was je rit?”
“De achtervolgers waren goed georganiseerd. Ze waren met minimaal vier auto’s. Zoals we hadden verwacht reden ze vanuit twee kanten de vallei binnen. Ik kon hen gemakkelijk ontwijken. Ik werd door twee andere auto’s opgewacht bij de afslag naar Marignane, het vliegveld, en die hebben mij tot in Marseille achtervolgd. Ik heb het idee dat er in Marseille ook nog mensen waren opgetrommeld. In ieder geval is er nog op mij geschoten, vlak bij het rendez-vous punt.”
“je hebt het prima gedaan. En je ziet nu ook weer hoe machtig ze zijn. Je moet hen nooit onderschatten. En je ziet ook hoe belangrijk jouw kennis voor hen is. Ze zullen heel ver gaan om die te bemachtigen. Ik ben trouwens verbaasd dat er op je is geschoten.”
“Nou, ik weet eerlijk gezegd niet of er werkelijk is geschoten. Er is in ieder geval een pistool op mij gericht.”
“Ik denk niet dat ze je zullen trachten te doden. Maar je bent nu in ieder geval veilig. Voor even. Ze weten dat de tijd dringt. Hun komst betekent dat je geen rust meer zult hebben totdat het zover is. Totdat het moment dat jij hebt berekend is aangebroken.”

 
Robert zweeg. Ze hadden het hier al dikwijls over gehad. En nu was het zover. De race was begonnen.
“Ik zal je vertellen wat er nu gaat gebeuren. Om een uur of tien vanavond, als het donker is, zul je worden opgepikt door een vissersboot. Een Algerijnse vissersboot. Die zal je naar de kust brengen, vlak bij de Tunesische grens. Daar zul je morgenavond aankomen. Je wordt er opgewacht door Nassim. Hij zal je in een truck naar Caïro brengen. Je rijdt door Tunesië en daarna Libië. Je rijdt door een gebied dat door rebellen is bezet. Het klinkt misschien vreemd, maar juist daar zul je het veiligst zijn. Ik verwacht mogelijk problemen bij de grens met Egypte. Daarom heb ik een Egyptisch paspoort voor je geregeld.”
“Dan ben ik blij dat ik inmiddels vloeiend Arabisch spreek,” zei Robert.
“Het is waarschijnlijk overbodig om te zeggen, maar verwacht geen luxe reis. Hou deze telefoon in ieder geval bij je. Hiermee kunnen we ongestoord bellen en kunnen we niet worden afgeluisterd. En voor alle zekerheid, neem geen tablet of computer mee. ”
“Dat is goed Graham. Dan ga ik nu maar wat proberen te slapen, want ik heb nog maar een paar uur de beschikking over een comfortabel bed.”
“Je hebt helemaal gelijk. Wij zien elkaar over, ik schat, zo’n vier dagen. Goede reis”
Robert had ruim zes uur om te rusten.

 

Het was aarde donker. De Midas Touch minderde vaart. Ze bevond zich midden op de open zee, ten westen van Sardinië. In de verte was het vage lichtschijnsel van de vissersboot al zichtbaar geweest. Licht draagt nu eenmaal ver in de nacht waar verder geen kunstverlichting brandt. Robert had zijn kakineuze outfit verwisseld voor een oude versleten trui en een gevlekte zwarte broek. De loafers hadden plaatsgemaakt voor iets te grote bruine crocs.
Hij stond op de boeg en tuurde in de verte. Er woei een zacht briesje, dat fris aanvoelde. Een frisse zeewind. Er was enige golfslag. Op het display van de Ray Marine had hij gezien dat de wind vannacht zou kunnen toenemen tot zo’n 15 knopen. “Dat voel je toch wel op zo’n visserbootje. Oostenwind, dat betekent golfslag van opzij,” had Robert zich bedacht.
Het luxe jacht voer nu langszij de uit de koers geraakte Algerijnse vissersboot. Robert daalde af en sprong in een vochtige bonk roest. Die kraakte vervaarlijk. Net als de motor trouwens. Die klonk alsof er een ankerketting met een katrol werd opgerold. Zijn kompanen voor de komende dag waren drie uit de kluiten gewassen Algerijnen met verweerde gezichten. Waarschijnlijk van rond een jaar of veertig, maar als je zestig had gezegd had Robert het ook geloofd. Wie hier de leiding had was niet moeilijk te zien. De oogopslag van de grootste van de drie vertelde Robert, dat hij in ieder geval gèèn visser was. Meer een soort roverhoofdman.

 

“Salaam Alaikum,”begroette hij Robert en nam zijn rugzakken met water en voedsel aan.
“Wa Salaam,”beantwoordde Robert zijn groet.
“We gaan meteen verder, ik verwacht wat golfslag tegen de ochtend. We zullen iets westelijk moeten varen om mogelijke ongeplande patrouilles te omzeilen, maar dat zal geen noemenswaardige vertraging opleveren. Deze mannen kennen de zee tussen Afrika en Europa als geen ander. En kaarten hebben ze niet nodig, ze lezen de wind en het water,” en hij voegde er nog aan toe zonder er iets van te menen:”Maar het jezelf gemakkelijk.”

Categorieën: Vervolg verhalen

Chris

Chris den Daas

5 reacties

Mien · 21 augustus 2014 op 12:49

Chris als je dit wil uitgeven dan raad ik je aan toch serieus naar de interpunctie te kijken. Vooral naar het gebruik van aanhalingstekens in combinatie met plaatsing van komma en spatie.

Voorbeeld:
“Wa Salaam,”beantwoordde Robert zijn groet.
Dit moet zijn:
“Wa Salaam”, beantwoordde Robert zijn groet.

Zie ook: http://wp.digischool.nl/nederlands/home/spelling/leestekengebruik-interpunctie

Inhoudelijk heb ik even geen commentaar.

.

    Chris · 21 augustus 2014 op 18:27

    Laat ik nou altijd gedacht hebben dat de komma voor het aanhalingsteken hoorde…. volgens mij heb ik dat ook zo geleerd op de lagere school. Nou ja, bedankt voor de link 😉

    Verder klopt het wel dat ik een sloddervos ben, kijk alleen maar de laatste zin. Tja, mocht ik ooit iets willen uitgeven dan is een redacteur geen overbodige luxe……..

troubadour · 21 augustus 2014 op 18:53

Doe nou ‘ns een beetje erotiek in je werk Chris, die Algerijnen hebben altijd een courtisane aan boord.

    Chris · 21 augustus 2014 op 20:13

    Op een vissersboot?

    Of bedoel je zoiets? https://www.columnx.nl/victoria/

    Of zal ik de hoofdpersonage homo maken?

      troubadour · 22 augustus 2014 op 19:33

      Dat is weer ‘overkill’ Chris.
      Natuurlijk op een vissersboot, of in de haven straks, in de illegale kroeg. Gewoon, zoals het leven is. De opgejaagde mens, die even troost zoekt, in overeenstemming met zijn hormonale equipage. Denk aan Fleming desnoods.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder