De strakblauwe lucht. De zingende vogels, verborgen in het struikgewas. De blauwe ekster, huppelend op het gras voor ons huisje.

De meeuwen, zittend op de oranjebruine daken, soms alleen, soms met een groepje. Eerst gooide de ene zijn kop in zijn nek, om uit te barsten in ‘gelach’, al gauw gevolgd door de rest.
Schijnbaar moeiteloos zwevend de meeuwen door de lucht, gedragen door hun lange, smalle vleugels.

De witgepleisterde vakantiehuisjes, met hun typische Moorse schoorstenen, soms wel een half dozijn per huisje.

De weldadige warme zonnestralen op mijn gezicht. Is het schijn, of is de zon hier echt warmer dan thuis?

De warmte en vriendelijkheid van de lokale mensen. Het heerlijke eten, dat rechtstreeks uit de zee lijkt te komen.

De hoge, steile en adembenemend mooie kliffen. De ‘verborgen’ baaien, geteisterd door ogenschijnlijk zacht rollende golven, die steeds verder het strand op kruipen. Soms zwellen de golven tot grote hoogte, om met een rollende donder tegen de rotsen omhoog te beuken.

De golven, die soms over elkaar struikelden in hun gretigheid om het strand te bereiken. De rotsen, die de liefkozing van de zee lijdzaam ondergaan, een liefkozing die ze niet kunnen ontwijken.

De rotsen, kaal en roestbruin, leven en warmte ademend. De kliffen, goudgeel glinsterend in de zon.

De groene bergen verder landinwaarts, met hun Kurkeiken bossen en Eucalyptussen, reikend tot aan de hemel.

De citrusbomen, een erfenis van de Moren, geurig en groen, een sieraad op de hellingen.

De ooievaars, in hun nest gebouwd op schoorstenen van verlaten en vervallen huizen, klepperend in een innige omhalzing.

De toeristen, hevig afstekend tegen de lokale bevolking, met hun korte mouwen en dito broeken. Ze waren niet groot in aantal, maar wel overduidelijk aanwezig.

De Chinezen, met hun fototoestellen om de nek, ‘made in China’ vanzelfsprekend, overal tussendoor banjerend, zonder op of om te kijken.

Het haveloze, verwaarloosde hotel, met enkele kamers bezet door krakers, op gepaste afstand van het strand.

De vele gesloten restaurantjes, ongeduldig wachtend op de zomer en de echte, grote stroom toeristen.

Het enkele, verdwaalde wolkje dat dacht dat het in Nederland was, om al snel weg te smelten onder de stralen van de genadeloze zon.

De kille, zouteloze torenflats in het naburige plaatsje, die als de zon onderging plots goudgeel oplichtten, verbijsterend mooi.

De zon, glinsterend op het water van de Atlantische Oceaan, als sparkelende diamanten. Om aan het eind van de dag langzaam maar onvermijdelijk in de zee weg te zinken, in een regenboog van kleur die van zachtroze in goudgeel en tenslotte oranje overgaat.

Van dit alles hebben we een week mogen genieten, intens genieten. Nu zijn we weer terug, in het koude Nederland.

Ik zou zó weer terug kunnen gaan!

Categorieën: Algemeen

EigenWijzer

Ik heb een bijzondere kijk op de dingen om me heen, wat ik zie of hoor, op tv of in andere media. Ook het alledaagse bekijk ik vanuit een andere invalshoek. Wat we als ‘gewoon’ beschouwen, is dat eigenlijk niet. Soms ben ik kritisch op wat ik tegenkom, vaak beschouwend en altijd met een dosis humor. Mijn doel is mijn bijzondere kijk te delen met iedereen die het horen of lezen wil. Ik hoop mensen aan het denken te zetten, of anders een glimlach op het gezicht te toveren. Als het kan, allebei!

1 reactie

Arta · 9 april 2018 op 14:40

Je zet de sfeer goed neer, Eigenwijzer!
Iets compacter zou waarschijnlijk nóg meer impact geven, maar je schrijft lekker!
Leuk dat je bij ons schrijft!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder